Ontvangen 28 november 2017
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «0,0285» vervangen door: 0,0228.
2. In onderdeel b wordt «0,0106» vervangen door: 0,0157.
3. In onderdeel c wordt «0,0039» vervangen door: 0,0057.
4. In onderdeel d wordt «0,0021» vervangen door: 0,0031.
5. In onderdeel f wordt «0,0046» vervangen door: 0,0037.
6. In onderdeel g wordt «0,0040» vervangen door: 0,0059.
7. In onderdeel h wordt «0,0039» vervangen door: 0,0057.
8. In onderdeel i wordt «0,0021» vervangen door: 0,0031.
II
In artikel I wordt onderdeel B als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «0,0132» vervangen door: 0,0106.
2. In onderdeel b wordt «0,0180» vervangen door: 0,0253.
3. In onderdeel c wordt «0,0048» vervangen door: 0,0067.
4. In onderdeel d wordt «0,000194» vervangen door: 0,000274.
5. In onderdeel e wordt «0,000194» vervangen door: 0,000274
Op dit moment worden de lasten van de Opslag Duurzame Energie (ODE) op gelijke basis verdeeld onder huishoudens en grootverbruikers (50/50). Dit is onterecht, aangezien grootverbruikers verantwoordelijk zijn voor veel meer CO2-uitstoot dan huishoudens. Bovendien is het een gegeven dat de lusten van de SDE– en SDE+-regelingen, die gevoed worden vanuit de ODE-heffingen, meer bij bedrijven dan burgers belanden. Dit amendement regelt dat de lasten voor de ODE voor 60% neerkomen bij grootverbruikers en voor 40% bij huishoudens, zodat de verdeling rechtvaardiger is. Ook worden grootverbruikers hierdoor gestimuleerd om meer energie te besparen en hun aandeel duurzame energie te verhogen, zonder hierbij de concurrentiepositie van bedrijven uit het oog te verliezen. Dit draagt ook bij aan de emissiereductiedoelen van Nederland, aangezien het potentieel hiervoor groter is bij grootverbruikers.
Van der Lee