Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2017 wijzigingen aan te brengen in:
1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
2. de begrotingsstaat inzake de agentschap DUO van dit ministerie.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
De begrotingstoelichting bestaat uit de volgende onderdelen:
a. Leeswijzer
b. Het beleid
a. Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten
b. De beleidsartikelen
c. De niet-beleidsartikelen
d. Agentschap
In deze eerste suppletoire begroting van OCW zijn de effecten van besluiten van het Kabinet over de Voorjaarsnota verwerkt. Deze suppletoire wet moet dan ook in samenhang worden bezien met de Voorjaarsnota. Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting 2017 een uitgavenpeil van € 38,2 miljard geraamd.
Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een algemeen deel en een artikelsgewijs deel. Het algemeen deel bevat een overzicht van de belangrijkste suppletoire mutaties op de OCW-begroting (paragraaf a). Vervolgens wordt per beleidsartikel een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting (paragraaf b). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
In onderstaande tabel worden de belangrijkste suppletoire mutaties met de budgettaire effecten voor 2017 weergegeven:
Artikelnr. |
Uitgaven |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|---|
Vastgestelde begroting 2017 |
37.187,54 |
1.341,58 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
||||
1 |
Leerlingen- en studentenontwikkeling |
diverse |
117,2 |
– 3,4 |
2 |
Bijstelling autonome raming studiefinanciering |
11, 12, 13 |
– 4,7 |
– 12,6 |
3 |
Koersverschillen |
diverse |
15,2 |
– |
4 |
Boekingscorrectie PVS |
11 |
147,0 |
– |
5 |
Invulling ramingsbijstelling 2017 |
91 |
150,0 |
– |
6 |
Eindejaarsmarge 2016/2017 |
91 |
127,5 |
– |
7 |
Inzet eindejaarsmarge voor problematiek |
91 |
– 121,3 |
|
8 |
Aanhouden monumentenaftrek |
14 |
– 57,0 |
|
9 |
Kasschuiven |
diverse |
– 21,4 |
– |
10 |
Loon- en prijsbijstelling |
diverse |
776,3 |
– |
11 |
Niet kaderrelevante mutaties |
11,12, 91 |
– 115,7 |
13,4 |
12 |
Rente studiefinanciering |
11 |
– |
– 16,2 |
13 |
Overige mutaties |
diverse |
– 19,2 |
13,8 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
38.181,54 |
1.336,58 |
Bovenstaande uitgaven- en ontvangstenmutaties hebben een meerjarige doorwerking.
Toelichting:
1.
De referentieraming is de jaarlijkse raming van leerlingen- en studentenaantallen. Uit de referentieraming 2017 blijkt dat het aantal verwachte leerlingen en studenten hoger uitvalt dan de in de OCW-begroting 2017 verwerkte aantallen. Hierachter gaan verschillende bewegingen schuil, zoals een stijging van het aantal mbo-studenten in de beroepsbegeleidende leerweg en van het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs (onder andere door toenemende aantallen buitenlandse studenten, waaronder studenten uit EER-landen, welke bekostigd worden).
Onderstaande tabel geeft het budgettaire effect per sector weer:
Artikelnr. |
Omschrijving |
2017 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
16,2 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
22,2 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
0,0 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
46,9 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
39,8 |
11,12,13 |
Studiefinanciering, WTOS en lesgelden |
– 7,9 |
Totaal leerlingen- en studentenontwikkeling |
117,2 |
2.
De raming voor studiefinanciering laat voor 2017 lagere kaderrelevante uitgaven en ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming uit het voorjaar 2016. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. Per saldo is er in 2017 sprake van een meevaller bij de uitgaven. Vooral de uitgaven aan de basisbeurs en de aanvullende beurs bij mbo-bolstudenten niveau 1 en 2 vielen in 2016 lager uit dan aanvankelijk geraamd door lagere aantallen. Dit werkt door in 2017 en latere jaren. De lagere ontvangsten zijn het gevolg van een lager ontstaan bedrag aan achterstallig lager recht (ALR).
3.
Valutakoersverschillen leiden tot diverse tegenvallers op de onderwijsbudgetten van Caribisch Nederland, met name bij de onderwijshuisvesting, en op de bijdragen aan buitenlandse organisaties zoals de bijdrage voor het CERN.
4.
Het ICT-project «Programma Vernieuwing Studiefinanciering» bij DUO maakt de schuldenopbouw van studenten beter inzichtelijk. Een OV-kaart wordt bijvoorbeeld niet langer geboekt als schuld als de student geen OV-kaart heeft geactiveerd. Dit leidt tot een wijziging in de boekingssystematiek. Het gevolg van deze technische wijziging is een incidentele tegenvaller. Het betreft een verschuiving van niet-kaderrelevante uitgaven naar kaderrelevante uitgaven.
5.
Bij de ontwerpbegroting 2017 is er besloten tot een ramingsbijstelling van € 150 miljoen, die diende om de OCW-begroting sluitend te maken en bij te dragen aan de ruilvoetproblematiek. Deze is destijds niet ingevuld en wordt nu ingevuld met onder andere de eindejaarsmarge 2016/2017.
6.
In 2016 zijn diverse budgetten niet volledig tot besteding gekomen. De eindejaarsmarge bedraagt € 127,5 miljoen en dit wordt toegevoegd aan de OCW-begroting. Dit wordt voornamelijk ingezet om de ramingsbijstelling in te vullen (€ 121,3 miljoen). Daarnaast betreft het overlopende verplichtingen die niet in 2016 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2017 (totaal € 3,0 miljoen). Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor een nadere toelichting op de inzet van de eindejaarsmarge.
7.
Een groot deel van de eindejaarmarge 2016/2017 (€ 121,3 miljoen) wordt ingezet als invulling voor de ramingsbijstelling van € 150 miljoen.
8.
Dit betreft het terugdraaien en de verwerking van de kadercorrectie voor het afschaffen van de fiscale monumentenaftrek in 2017.
9.
Deze post is het saldo van diverse kasschuiven op de OCW-begroting. Zo worden er middelen uit 2017 doorgeschoven naar latere jaren omdat de uitgaven in andere jaren zullen plaatsvinden dan eerder was geraamd. Dit betreft voornamelijk kasschuiven voor de onderwijshuisvestinging op Caribisch Nederland (€ 15,6 miljoen).
10.
Dit betreft de toevoeging aan de OCW-begroting van: de loonbijstelling tranche 2017 (€ 447,5 miljoen), de compensatie voor de ABP-pensioenpremie stijging (€ 198,4 miljoen) en de prijsbijstelling tranche 2017 (€ 130,4 miljoen). Zie artikel 91 Nominaal en onvoorzien voor de verdeling van de loon- en prijsbijstelling.
11.
De raming voor studiefinanciering laat lagere niet-kaderrelevante uitgaven en iets hogere ontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming van het voorjaar 2016. Dit is het gevolg van de verwerking van nieuwe uitvoeringsgegevens van DUO. Daarnaast is er € 15,7 miljoen aan niet-kaderrelevante prijsbijstelling toegevoegd aan de begroting van OCW.
12.
De raming voor studiefinanciering laat lagere renteontvangsten zien ten opzichte van de in de OCW-begroting 2017 verwerkte raming uit het voorjaar 2016. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de neerwaarts bijgestelde rentevoet. Conform de begrotingsregels worden mutaties in de renteontvangsten generaal verwerkt.
13.
De overige mutaties betreffen de financiering voor het programma vernieuwing studiefinanciering (€ 11,7 miljoen), overboekingen van en naar andere departementen en desalderingen van uitgaven en ontvangsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.245.604 |
0 |
10.245.604 |
256.006 |
10.501.610 |
276.577 |
269.028 |
277.414 |
279.860 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
287 |
287 |
|||||||||
Uitgaven |
10.245.604 |
0 |
10.245.604 |
255.719 |
10.501.323 |
276.577 |
269.028 |
277.414 |
279.860 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,5% |
99,6% |
|||||||||
Bekostiging |
9.707.888 |
0 |
9.707.888 |
275.038 |
9.982.926 |
274.210 |
269.415 |
276.479 |
278.738 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.486.866 |
0 |
9.486.866 |
275.038 |
9.761.904 |
274.210 |
269.415 |
276.479 |
278.738 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.473.978 |
9.473.978 |
272.696 |
9.746.674 |
271.868 |
269.415 |
276.479 |
278.738 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.888 |
12.888 |
2.342 |
15.230 |
2.342 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
Prestatiebox |
220.822 |
0 |
220.822 |
0 |
220.822 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
200 |
0 |
200 |
0 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overig |
200 |
200 |
0 |
200 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Subsidies |
116.589 |
0 |
116.589 |
– 7.067 |
109.522 |
2.016 |
– 865 |
135 |
322 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.000 |
23.000 |
23.000 |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
10.394 |
10.394 |
0 |
10.394 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
6.500 |
6.500 |
– 6.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10.130 |
10.130 |
1.000 |
11.130 |
1.500 |
2.000 |
2.500 |
3.000 |
||
– |
Overig |
66.565 |
66.565 |
– 1.567 |
64.998 |
516 |
– 2.865 |
– 2.365 |
– 2.678 |
||
Opdrachten |
11.867 |
11.867 |
– 1.961 |
9.906 |
– 449 |
– 322 |
0 |
0 |
|||
Bijdrage aan agentschappen |
23.951 |
0 |
23.951 |
176 |
24.127 |
171 |
171 |
171 |
171 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
23.951 |
23.951 |
176 |
24.127 |
171 |
171 |
171 |
171 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
7.636 |
0 |
7.636 |
169 |
7.805 |
165 |
165 |
165 |
165 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
5.275 |
5.275 |
0 |
5.275 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
UWV |
2.361 |
2.361 |
169 |
2.530 |
165 |
165 |
165 |
165 |
||
Bijdrage aan medeoverheden |
366.750 |
0 |
366.750 |
0 |
366.750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
266.750 |
266.750 |
0 |
266.750 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Aanvulling GOA convenant G37 |
95.000 |
95.000 |
0 |
95.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers klein gemeenten |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan sociale fondsen |
10.923 |
0 |
10.923 |
– 10.636 |
287 |
464 |
464 |
464 |
464 |
||
– |
Brede Scholen |
10.923 |
10.923 |
– 10.636 |
287 |
464 |
464 |
464 |
464 |
||
Ontvangsten |
8.661 |
0 |
8.661 |
8.661 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 256,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 0,3 miljoen een mutatie in de garantieverplichtingen en voor € 255,7 miljoen de verplichtingennutaties die samenhangen met de hieronder toegelichte uitgavenmutaties ter grootte van datzelfde bedrag.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 275,0 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– de doorverdeling (+ € 249,1 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 inclusief de compensatie ABP-pensioenpremiestijging (zie het algemeen deel);
• Het budgettaire effect van de leerlingenraming (€ 16,2 miljoen). Deze mutatie is nader toegelicht in het algemene deel.
• Een overboeking van artikel 14 naar artikel 1 (€ 7,5 miljoen) ten behoeve van cultuureducatie voor het schooljaar 2017–2018.
• Een toevoeging ter grootte van € 5,0 miljoen aan het budget voor de regeling voor maatwerk en eerste opvang vreemdelingen. Uitvoeringstechnisch was het niet mogelijk om de eerste periode van het schooljaar 2016–2017 van deze regeling in 2016 uit te betalen. Vanwege de juridische verplichting zijn de beschikbare middelen vanuit 2016 doorgeschoven naar 2017.
• Een tegenvaller als gevolg van de naar verwachting duurdere dollar voor de bekostiging Caribisch Nederland (€ 2,3 miljoen).
Tevens is het budget met € 5,0 miljoen verlaagd doordat naar verwachting het beroep op de regelingen voor de eerste opvang van vreemdelingen en maatwerk voor eerstejaars asielzoekerskinderen in 2017 lager zal zijn dan eerder geraamd.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 7,1 miljoen verlaagd. Dit betreft met name de interne overboekingen naar artikel 3 en 9 voor de lerarenbeurs (€ 5,0 miljoen) en voor de ontwikkeling van de (adaptieve) eindtoets (€ 3,9 miljoen) en het verhogen van het budget voor Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs als gevolg van het aangenomen wetsvoorstel om de bekostiging van humanistisch- en godsdienstonderwijs in de WPO te verankeren. Daarnaast zijn de loon- en prijsbijstelling (€ 2,8 miljoen) en het budget voor overlopende juridische verplichtingen (€ 2,0 miljoen) toegevoegd. Verder heeft binnen het instrument een technische mutatie (€ 6,5 miljoen) plaatsgevonden tussen «Bèta en Techniek» en «Overige subsidies».
Bijdragen aan sociale fondsen
Het budget voor de bijdrage aan sociale fondsen wordt per saldo met € 10,6 miljoen verlaagd. Dit is een saldo van enerzijds een verhoging met ca. € 0,5 miljoen in verband met loon- en prijsbijstelling, en anderzijds een overboeking van € 11,1 miljoen naar het Gemeentefonds (GF) ten behoeve van de «Impuls brede scholen».
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.893.559 |
7.893.559 |
455.812 |
8.349.371 |
220.220 |
212.245 |
213.056 |
212.440 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
2.732 |
2.732 |
|||||||||
Uitgaven |
7.927.940 |
0 |
7.927.940 |
235.717 |
8.163.657 |
236.156 |
219.722 |
212.308 |
213.189 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
7.791.583 |
0 |
7.791.583 |
210.851 |
8.002.434 |
217.443 |
201.507 |
194.030 |
194.778 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
7.322.812 |
0 |
7.322.812 |
224.843 |
7.547.655 |
174.478 |
159.299 |
157.957 |
166.528 |
|
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.692.878 |
6.692.878 |
207.008 |
6.899.886 |
156.743 |
144.591 |
143.497 |
152.263 |
||
– |
Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro |
617.333 |
617.333 |
14.810 |
632.143 |
14.710 |
14.506 |
14.258 |
14.063 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.601 |
12.601 |
3.025 |
15.626 |
3.025 |
202 |
202 |
202 |
||
• |
Prestatiebox |
257.824 |
0 |
257.824 |
2.900 |
260.724 |
32.000 |
32.000 |
32.000 |
32.000 |
|
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
257.824 |
257.824 |
2.900 |
260.724 |
32.000 |
32.000 |
32.000 |
32.000 |
||
• |
Aanvullende bekosting |
210.947 |
0 |
210.947 |
– 16.892 |
194.055 |
10.965 |
10.208 |
4.073 |
– 3.750 |
|
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
3.562 |
3.562 |
3.562 |
|||||||
– |
Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers |
128.649 |
128.649 |
– 16.892 |
111.757 |
10.965 |
10.208 |
4.073 |
– 3.750 |
||
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
250 |
|||||||
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.386 |
61.386 |
61.386 |
|||||||
– |
Resultaatafhankelijke bekostiging vsv voor vo-scholen |
17.100 |
17.100 |
17.100 |
|||||||
Subsidies |
53.065 |
0 |
53.065 |
12.379 |
65.444 |
15.066 |
14.449 |
14.550 |
14.728 |
||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE |
12.000 |
12.000 |
580 |
12.580 |
||||||
– |
ICT-projecten (incl. transparantie) |
7.400 |
7.400 |
– 1.200 |
6.200 |
||||||
– |
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Onderwijs Bewijs |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Regionale verwijzingscommissies VO |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Pilots zomerscholen |
9.000 |
9.000 |
9.000 |
|||||||
– |
Overige projecten |
24.665 |
24.665 |
12.999 |
37.664 |
15.066 |
14.449 |
14.550 |
14.728 |
||
Opdrachten |
1.991 |
0 |
1.991 |
3.312 |
5.303 |
2.757 |
2.757 |
2.692 |
2.647 |
||
– |
In- en uitbesteding |
1.991 |
1.991 |
3.312 |
5.303 |
2.757 |
2.757 |
2.692 |
2.647 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
27.401 |
0 |
27.401 |
2.294 |
29.695 |
190 |
190 |
190 |
190 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
27.401 |
27.401 |
2.294 |
29.695 |
190 |
190 |
190 |
190 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
45.649 |
0 |
45.649 |
14.788 |
60.437 |
844 |
844 |
844 |
844 |
||
– |
ZBO: College voor Examens |
6.248 |
6.248 |
4.266 |
10.514 |
||||||
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/MBO (incl. examens) |
39.401 |
39.401 |
10.522 |
49.923 |
844 |
844 |
844 |
844 |
||
Bijdragen aan medeoverheden |
8.000 |
0 |
8.000 |
– 7.882 |
118 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitwerkingsakkoord VNG |
8.000 |
8.000 |
– 7.882 |
118 |
||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
251 |
0 |
251 |
– 25 |
226 |
– 144 |
– 25 |
2 |
2 |
||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
251 |
251 |
– 25 |
226 |
– 144 |
– 25 |
2 |
2 |
||
Ontvangsten |
7.361 |
0 |
7.361 |
7.361 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 455,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 220,1 miljoen) wordt met name veroorzaakt door het in 2017 verplichten van een deel van de uitgaven voor 2018.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 210,9 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van onder meer de volgende mutaties:
– de doorverdeling (+ € 191,3 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 inclusief de compensatie ABP-pensioenpremiestijging (zie het algemeen deel).
– Een verlaging van € 16,9 miljoen op de regeling leerplusarrangement als gevolg van:
• Een overboeking voor het deel in de aanvullende bekostiging dat reguliere bekostiging is (– € 13,4 miljoen).
• Een lagere verwachte instroom van asielzoekers en vreemdelingen in 2017 (– € 3,5 miljoen).
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 12,4 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van de volgende mutaties:
• De doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling (€ 1,2 miljoen).
• Een overboeking van artikel 4 beroepsonderwijs en volwasseneneducatie van € 11,5 miljoen ten behoeve van onder andere schakelprogramma’s po-vo en schakelprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo.
• Een verlaging van per saldo € 0,3 miljoen in verband met diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen en departementen.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
– Het budget voor ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 14,8 miljoen verhoogd als gevolg van de volgende mutaties:
• De doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling (€ 1,1 miljoen).
• Bijdragen van andere beleidsterreinen en departementen voor het CvTE (€ 4,3 miljoen). De financiering van deze tijdelijke projecten verloopt via het beleidsterrein van voortgezet onderwijs.
• Een verhoging van per saldo € 9,4 miljoen in verband met diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen
Bijdragen aan medeoverheden
– Het budget voor onderwijshuisvesting gemeenten wordt per saldo met € 7,9 miljoen verlaagd als gevolg van de volgende mutaties:
• De doorverdeling van de prijsbijstelling (€ 0,1 miljoen).
• Het overboeken van het budget naar BZK als gevolg van het uitwerkingsakkoord VNG (€ 8,0 miljoen).
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.229.244 |
4.229.244 |
123.762 |
4.353.006 |
74.110 |
52.512 |
89.188 |
132.733 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 2.742 |
– 2.742 |
|||||||||
Uitgaven |
4.217.206 |
0 |
4.217.206 |
23.487 |
4.240.693 |
88.530 |
95.472 |
105.174 |
102.392 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,7% |
99,8% |
|||||||||
Bekostiging |
3.702.062 |
0 |
3.702.062 |
100.912 |
3.802.974 |
117.890 |
139.742 |
124.707 |
122.352 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.208.232 |
0 |
3.208.232 |
84.208 |
3.292.440 |
102.830 |
104.042 |
90.974 |
87.053 |
|
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.140.259 |
3.140.259 |
82.133 |
3.222.392 |
101.255 |
102.467 |
89.399 |
85.476 |
||
– |
Bekostiging kbb's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
6.933 |
6.933 |
661 |
7.594 |
161 |
161 |
161 |
163 |
||
– |
Bekostiging vavo |
61.040 |
61.040 |
1.414 |
62.454 |
1.414 |
1.414 |
1.414 |
1.414 |
||
• |
Kwaliteitsafspraken |
383.320 |
0 |
383.320 |
0 |
383.320 |
9.664 |
9.664 |
9.664 |
9.664 |
|
– |
Investeringsbudget |
183.600 |
183.600 |
0 |
183.600 |
4.900 |
4.900 |
4.900 |
4.900 |
||
– |
Resultaatafhankelijk budget |
199.720 |
199.720 |
0 |
199.720 |
4.764 |
4.764 |
4.764 |
4.764 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
110.510 |
0 |
110.510 |
16.704 |
127.214 |
5.396 |
26.036 |
24.069 |
25.635 |
|
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
15.000 |
15.000 |
0 |
15.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Regionaal Investeringsfonds |
22.810 |
22.810 |
– 1.696 |
21.114 |
– 17.584 |
3.456 |
5.589 |
7.155 |
||
– |
Salarismix Randstadregio's |
42.300 |
42.300 |
0 |
42.300 |
980 |
980 |
980 |
980 |
||
– |
Regionaal programma |
30.400 |
30.400 |
0 |
30.400 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Programmagelden regio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Convenanten met RMC-regio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Tegemoetkoming schoolkosten MBO |
0 |
0 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
10.000 |
||
– |
Gelijke kansen |
0 |
0 |
8.400 |
8.400 |
12.000 |
11.600 |
7.500 |
7.500 |
||
Subsidies |
290.290 |
0 |
290.290 |
– 27.991 |
262.299 |
– 32.180 |
– 39.816 |
– 36.271 |
– 36.134 |
||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
196.500 |
196.500 |
0 |
196.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Permanent leren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal |
10.750 |
10.750 |
342 |
11.092 |
– 740 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Pilots laaggeletterdheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Loopbaanorientatie |
1.800 |
1.800 |
100 |
1.900 |
400 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
ROC Leiden |
7.017 |
7.017 |
0 |
7.017 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
1.585 |
1.585 |
– 1.147 |
438 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Overige subsidies |
72.638 |
72.638 |
– 27.286 |
45.352 |
– 31.840 |
– 39.816 |
– 36.271 |
– 36.134 |
||
Opdrachten |
2.232 |
0 |
2.232 |
58 |
2.290 |
62 |
7 |
8 |
6 |
||
– |
In- en uitbesteding |
2.232 |
2.232 |
58 |
2.290 |
62 |
7 |
8 |
6 |
||
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
22.095 |
0 |
22.095 |
2.620 |
24.715 |
2.115 |
– 585 |
– 85 |
– 585 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
19.595 |
19.595 |
2.620 |
22.215 |
2.115 |
– 585 |
– 85 |
– 585 |
||
– |
Rijksdienst Ondernemend Nederland |
2500 |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
64.545 |
0 |
64.545 |
– 25.773 |
38.772 |
3.196 |
3.194 |
3.046 |
2.596 |
||
– |
College voor Toetsen en Examens |
4365 |
4.365 |
– 3.673 |
692 |
308 |
311 |
303 |
303 |
||
– |
Wet SLOA |
9.760 |
9.760 |
– 6.250 |
3.510 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
SBB |
50.420 |
50.420 |
– 15.850 |
34.570 |
2.888 |
2.883 |
2.743 |
2.293 |
||
Bijdrage aan medeoverheden |
135.982 |
0 |
135.982 |
– 26.339 |
109.643 |
– 2.553 |
– 7.070 |
13.769 |
14.157 |
||
– |
RMC's |
33.297 |
33.297 |
1.279 |
34.576 |
1.305 |
1.260 |
1.352 |
1.356 |
||
– |
Educatie |
57.650 |
57.650 |
1.335 |
58.985 |
1.335 |
1.335 |
1.335 |
1.335 |
||
– |
Caribisch Nederland |
23.185 |
23.185 |
– 9.451 |
13.734 |
– 5.193 |
– 9.665 |
11.082 |
11.466 |
||
– |
Regionaal Programma |
21.850 |
21.850 |
– 19.502 |
2.348 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
3.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 123,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming omdat bij het instrument bekostiging de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 voor zowel 2017 als 2018 in het jaar 2017 verplicht wordt.
– De garantieverplichtingen worden met € 2,7 miljoen verlaagd. Dit is het saldo van de tot nu toe in 2017 verleende en vervallen leningen en rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen via schatkistbankieren.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 100,9 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– de doorverdeling (+ € 84,4 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 inclusief de compensatie ABP-pensioenpremiestijging (zie het algemeen deel);
– De jaarlijkse meerjarige doorrekening van de referentieraming 2017 leidt tot hogere aantallen mbo-studenten ten opzichte van de referentieraming 2016. Er vindt substitutie plaats van de bol-opleidingen naar de bbl-opleidingen. Het macrobudget wordt opwaarts bijgesteld (zie ook de algemene toelichting).
– Het macrobudget wordt in 2017 met € 3,8 miljoen, in 2018 met € 2,7 miljoen en in 2020 met € 0,5 miljoen verlaagd. Dit ten behoeve van het project doorontwikkeling van BRON.
– Structureel worden middelen overgeboekt van het instrument subsidies naar het instrument bekostiging. In 2017 gaat het om een bedrag van € 18,4 miljoen voor de Tijdelijke regeling tegemoetkoming schoolkosten MBO (€ 10 miljoen) en middelen in het kader van de Gelijke Kansen Alliantie (€ 4 miljoen voor de Regeling compensatie langere inschrijvingsduur, € 4 miljoen voor de Regeling doorstroom mbo-hbo en € 0,4 miljoen voor de Regeling stimulering doorstroom niet verwant mbo-pabo.)
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 28 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Een structurele overboeking van middelen van het instrument subsidies naar het instrument bekostiging. In 2017 gaat het om een bedrag van € 18,4 miljoen (zie ook de toelichting bij het instrument bekostiging).
– Voor de Gelijke Kansen Alliantie is er een overboeking gedaan naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs) van € 11,5 miljoen ten behoeve van onder andere schakelprogramma’s po-vo en schakelprogramma’s vmbo-mbo en vmbo-havo.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen wordt per saldo met € 2,6 miljoen verhoogd. Dit komt met name door het toevoegen van middelen voor het project doorontwikkeling BRON (zie ook de toelichting bij het instrument bekostiging).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 25,8 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– Voor het College voor Toetsen en Examens wordt een bedrag van € 3,7 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs).
– Voor het Cito (Wet SLOA) wordt een bedrag van € 6,3 miljoen overgeboekt naar artikel 3 (Voortgezet onderwijs).
– Het budget voor de SBB wordt in 2017 met € 15,9 miljoen verlaagd. Vanwege het opheffen van de kenniscentra en de samenvoeging tot de SBB was er bij SBB in 2016 en 2017 een incidentele besparingswinst van in totaal € 20,2 miljoen. Deze middelen worden ingezet voor OCW-brede problematiek in 2017 (zie ook algemene toelichting). Daarnaast worden aan het SBB budget middelen toegevoegd. Het gaat onder andere om de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 en de bijdrage van het Ministerie van EZ.
Bijdragen aan medeoverheden
Het budget voor bijdragen aan medeoverheden wordt per saldo met € 26,3 miljoen verlaagd. Deze verlaging is mede het gevolg van de volgende mutaties:
– De bijdrage aan Caribisch Nederland wordt in 2017 met een bedrag van € 9,5 miljoen verlaagd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door vertraging in het masterplan onderwijshuisvesting in Caribisch Nederland. Hierdoor kunnen betalingen pas later plaatsvinden.
De middelen voor Regionaal Programma zijn in 2016 in plaats van 2017 uitbetaald. Hierdoor zijn de uitgaven in 2016 verhoogd en in 2017 verlaagd met € 19,5 miljoen.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
2.889.725 |
2.889.725 |
239.576 |
3.129.301 |
102.531 |
89.090 |
75.619 |
60.451 |
|||
Waarvan garantieverplichtingen |
14.438 |
14.438 |
|||||||||
Uitgaven |
2.814.350 |
0 |
2.814.350 |
114.484 |
2.928.834 |
110.582 |
102.966 |
89.159 |
75.216 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,97% |
|||||||||
Bekostiging |
2.760.969 |
0 |
2.760.969 |
109.450 |
2.870.419 |
108.714 |
100.974 |
87.053 |
74.210 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
2.563.639 |
0 |
2.563.639 |
151.603 |
2.715.242 |
105.061 |
97.134 |
83.099 |
70.256 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.478.219 |
2.478.219 |
149.970 |
2.628.189 |
103.428 |
95.501 |
81.466 |
68.623 |
||
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
70.806 |
70.806 |
1.633 |
72.439 |
1.633 |
1.633 |
1.633 |
1.633 |
||
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) |
13.130 |
13.130 |
13.130 |
|||||||
– |
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo |
1.484 |
1.484 |
1.484 |
|||||||
• |
Prestatiebox |
197.330 |
0 |
197.330 |
– 42.153 |
155.177 |
3.653 |
3.840 |
3.954 |
3.954 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
197.330 |
197.330 |
– 42.153 |
155.177 |
3.653 |
3.840 |
3.954 |
3.954 |
||
Subsidies |
2.302 |
0 |
2.302 |
3.694 |
5.996 |
527 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
1.601 |
1.601 |
1.542 |
3.143 |
||||||
– |
Overig |
701 |
701 |
2.152 |
2.853 |
527 |
|||||
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitbesteding |
0 |
0 |
||||||||
Bijdragen aan agentschapppen |
14.027 |
0 |
14.027 |
503 |
14.530 |
401 |
1.101 |
1.201 |
101 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
14.027 |
14.027 |
503 |
14.530 |
401 |
1.101 |
1.201 |
101 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
37.052 |
0 |
37.052 |
837 |
37.889 |
940 |
891 |
905 |
905 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
28.134 |
28.134 |
635 |
28.769 |
635 |
635 |
635 |
635 |
||
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
5.630 |
5.630 |
101 |
5.731 |
204 |
155 |
169 |
169 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
3.288 |
3.288 |
101 |
3.389 |
101 |
101 |
101 |
101 |
||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Studiekeuze 123 |
0 |
0 |
||||||||
Ontvangsten |
1.213 |
1.213 |
1.213 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 239,6,0 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 125,1 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan hogescholen die in 2017 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (+ € 14,4 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2018 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2017 worden verplicht. Daarom worden deze (+ € 110,7 miljoen) verwerkt in het verplichtingenbudget 2017.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 109,5 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: + € 46,9 miljoen uit de referentieraming 2017 (zie het algemeen deel);
• de doorverdeling (+ € 63,7 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 en de compensatie pensioenpremie (zie het algemeen deel);
• diverse overige mutaties (met name interne overboekingen naar andere beleidsartikelen) die het budget in totaal verlagen met € 1,1 miljoen.
Daarnaast zijn binnen het instrument bekostiging de middelen die in 2017 voor profilering en zwaartepuntvorming beschikbaar zijn, overgeheveld van de prestatiebox naar het onderwijsdeel hbo onder de hoofdbekostiging.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 3,7 miljoen verhoogd in verband met:
• overhevelingen van beleidsartikel 4 (MBO) voor de Regeling stimulering Bèta/techniek (€ 1,1 miljoen) en voor het verlengen en intensiveren van het project Goed voorbereid naar de pabo als onderdeel van het gelijke kansenprogramma (€ 1,5 miljoen);
• een technische herschikking over de instrumenten binnen artikel 6 (hbo) van de middelen voor het lerarenbeleid (€ 1,1 miljoen).
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget voor bijdragen aan agentschappen (DUO) wordt per saldo met € 0,5 miljoen verhoogd in verband met het hbo aandeel in de aanvullende werkzaamheden voor het project doorontwikkeling BRON (€ 0,4 miljoen) en de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 (€ 0,1 miljoen).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
– Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 0,8 miljoen verhoogd in verband met de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.337.701 |
0 |
4.337.701 |
265.475 |
4.603.176 |
149.183 |
154.577 |
158.270 |
158.294 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 6.820 |
– 6.820 |
|||||||||
Uitgaven |
4.310.149 |
0 |
4.310.149 |
130.996 |
4.441.145 |
141.408 |
148.657 |
154.541 |
158.723 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,95% |
99,97% |
|||||||||
Bekostiging |
4.283.282 |
0 |
4.283.282 |
130.130 |
4.413.412 |
140.804 |
148.322 |
154.206 |
158.368 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
4.131.237 |
0 |
4.131.237 |
165.896 |
4.297.133 |
138.147 |
145.511 |
151.300 |
155.462 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
1.711.404 |
1.711.404 |
115.727 |
1.827.131 |
88.385 |
95.736 |
101.512 |
105.663 |
||
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.762.280 |
1.762.280 |
38.730 |
1.801.010 |
38.602 |
38.606 |
38.606 |
38.606 |
||
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
657.553 |
657.553 |
11.439 |
668.992 |
11.160 |
11.169 |
11.182 |
11.193 |
||
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) |
0 |
0 |
||||||||
• |
Prestatiebox |
152.045 |
0 |
152.045 |
– 35.766 |
116.279 |
2.657 |
2.811 |
2.906 |
2.906 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
152.045 |
152.045 |
– 35.766 |
116.279 |
2.657 |
2.811 |
2.906 |
2.906 |
||
Subsidies |
2.954 |
0 |
2.954 |
226 |
3.180 |
229 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Subsidieregeling Sirius programma 2 |
0 |
0 |
||||||||
– |
Subsidieregeling Libertas Noodfonds |
0 |
0 |
||||||||
– |
Open en online onderwijs |
1.000 |
1.000 |
1.000 |
|||||||
– |
Overig |
1.954 |
1.954 |
226 |
2.180 |
229 |
|||||
Opdrachten |
1.803 |
0 |
1.803 |
285 |
2.088 |
20 |
– 20 |
– 20 |
0 |
||
– |
Uitbesteding |
1.803 |
1.803 |
285 |
2.088 |
20 |
– 20 |
– 20 |
|||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) |
0 |
0 |
||||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
22.110 |
0 |
22.110 |
355 |
22.465 |
355 |
355 |
355 |
355 |
||
– |
Organisaties conform tabel ... |
22.110 |
22.110 |
355 |
22.465 |
355 |
355 |
355 |
355 |
||
Ontvangsten |
16 |
0 |
16 |
16 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 265,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 134,5 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan universiteiten die in 2017 zijn vervallen en waar OCW garant voor staat (– € 6,8 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2018 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2017 worden verplicht. Daarom worden deze (+ € 141,3 miljoen) verwerkt in het verplichtingenbudget 2017.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 130,1 miljoen verhoogd. De verhoging is het gevolg van:
• een aanpassing op basis van de nieuwe raming van de studentenaantallen: + € 39,8 miljoen uit de referentieraming 2017 (zie het algemeen deel);
• de doorverdeling (+ € 90,5 miljoen) van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 en de compensatie pensioenpremie (zie het algemeen deel);
• diverse interne overboekingen van/naar andere beleidsartikelen die het budget per saldo verlagen met € 0,2 miljoen.
Daarnaast zijn binnen het instrument bekostiging de middelen die in 2017 voor profilering en zwaartepuntvorming beschikbaar zijn, overgeheveld van de prestatiebox naar het onderwijsdeel wo onder de hoofdbekostiging.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd door diverse geringe mutaties (met name interne overboekingen).
Opdrachten
– Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd, nagenoeg geheel in verband met een overheveling van communicatiemiddelen vanuit artikel 11 (Studiefinanciering).
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
– Het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 0,4 miljoen verhoogd in verband met de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017.
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
HGIS-deel 2017 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
10.744 |
0 |
10.744 |
251 |
10.995 |
248 |
161 |
161 |
250 |
95 |
||
Uitgaven |
11.538 |
0 |
11.538 |
251 |
11.789 |
248 |
161 |
161 |
250 |
95 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
89,3% |
99,2% |
||||||||||
Subsidies |
1.573 |
0 |
1.573 |
– 4 |
1.569 |
– 5 |
– 89 |
– 89 |
– 89 |
24 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdamn (DIA) |
612 |
612 |
97 |
709 |
96 |
72 |
72 |
72 |
|||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
||||||||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
172 |
172 |
– 161 |
11 |
– 161 |
– 161 |
– 161 |
– 161 |
24 |
||
– |
overige incidentele subsidies |
189 |
189 |
60 |
249 |
60 |
||||||
Opdrachten |
207 |
0 |
207 |
3 |
210 |
3 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
100 |
100 |
3 |
103 |
3 |
||||||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
107 |
107 |
107 |
||||||||
– |
EU-voorzitterschap |
0 |
0 |
|||||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
9.308 |
0 |
9.308 |
276 |
9.584 |
274 |
274 |
274 |
363 |
95 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
135 |
||||||||
– |
Stichting EP-Nuffic |
3.562 |
3.562 |
161 |
3.723 |
121 |
121 |
121 |
121 |
|||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.858 |
2.858 |
– 23 |
2.835 |
15 |
15 |
15 |
14 |
|||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
||||||||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
||||||||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
76 |
||||||||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
368 |
||||||||
– |
DCIC |
90 |
90 |
– 90 |
0 |
– 90 |
– 90 |
– 90 |
– 90 |
|||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
370 |
185 |
185 |
185 |
185 |
185 |
||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
1.959 |
1.959 |
43 |
2.002 |
43 |
43 |
43 |
43 |
|||
– |
EU-programma's en activiteiten |
25 |
25 |
25 |
||||||||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
450 |
0 |
450 |
– 24 |
426 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
||
– |
Vlaams-Nederlandshuis DeBuren (Hoofdstuk 5 BuZa) |
450 |
450 |
– 24 |
426 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
– 24 |
||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven.
Toelichting:
Per abuis heeft er een verkeerde mutatie plaatsgevonden tussen de posten «Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur» en «Stichting Ons Erfdeel» van € 185.000,–. Bij de miljoenennota zal deze mutatie worden teruggedraaid, zodat de budgetstand op «Ons erfdeel» weer op € 185.000,– komt te staan in plaats van € 370.000,–.
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
177.431 |
0 |
177.431 |
8.107 |
185.538 |
4.390 |
842 |
874 |
1.015 |
||
Uitgaven |
179.667 |
0 |
179.667 |
8.107 |
187.774 |
4.390 |
842 |
874 |
1.015 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
94,9% |
99,0% |
|||||||||
Bekostiging |
31.584 |
0 |
31.584 |
– 142 |
31.442 |
809 |
803 |
835 |
976 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
|||||||
• |
Aanvullende bekostiging |
31.584 |
0 |
31.584 |
– 142 |
31.442 |
809 |
803 |
835 |
976 |
|
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
31.584 |
31.584 |
– 142 |
31.442 |
809 |
803 |
835 |
976 |
||
Subsidies |
138.197 |
0 |
138.197 |
8.076 |
146.273 |
3.432 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
122.633 |
122.633 |
4.542 |
127.175 |
||||||
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
2.977 |
2.977 |
2.977 |
|||||||
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Verankering academische opleidingsschool |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
InnovatieImpuls Onderwijs |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
2.945 |
|||||||
– |
Promotiebeurs voor leraren |
3.375 |
3.375 |
3.375 |
|||||||
– |
Projecten professionalisering |
3.700 |
3.700 |
3.700 |
|||||||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
|||||||
– |
Overige projecten |
2.567 |
2.567 |
3.534 |
6.101 |
3.432 |
|||||
Opdrachten |
4.394 |
0 |
4.394 |
133 |
4.527 |
110 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.494 |
3.494 |
133 |
3.627 |
110 |
|||||
– |
Leraren- en schoolleidersregister |
900 |
900 |
900 |
|||||||
Bijdrage aan agentschappen |
5.492 |
0 |
5.492 |
40 |
5.532 |
39 |
39 |
39 |
39 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
5.492 |
5.492 |
40 |
5.532 |
39 |
39 |
39 |
39 |
||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 8,1 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget voor de subsidies wordt per saldo met € 8,1 miljoen verhoogd. De verhoging is met name het gevolg van de volgende mutaties:
– De loon- en prijsbijstelling op subsidies is voor 2017 uitgekeerd. Dit is € 3,5 miljoen.
– Het budget voor de lerarenbeurs/zij-instroom/bewegingsonderwijs wordt in 2017 verhoogd met € 4,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door:
• De in het sectorakkoord PO afgesproken maatregel dat 30% van de leraren in 2020 een academische pabo of een masteropleiding heeft afgerond (€ 2,0 miljoen);
• De, in ditzelfde sectorakkoord, afgesproken maatregel «meer en betere gymlessen»: leraren die hun bevoegdheid willen halen om gym te geven kunnen hiervoor een beroep doen op de subsidie bewegingsonderwijs (€ 3,0 miljoen);
• Diverse overboekingen (– € 0,5 miljoen).
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
4.537.556 |
0 |
4.537.556 |
47.299 |
4.584.855 |
||||||
Uitgaven |
4.537.556 |
0 |
4.537.556 |
47.299 |
4.584.855 |
69.686 |
61.338 |
55.725 |
33.337 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||
Inkomensoverdrachten |
1.528.810 |
0 |
1.528.810 |
– 40.677 |
1.488.133 |
207.449 |
185.794 |
168.103 |
138.289 |
||
• |
Basisbeurs |
775.401 |
0 |
775.401 |
– 9.762 |
765.639 |
– 30.343 |
– 27.452 |
– 27.361 |
– 30.099 |
|
– |
Gift (R) |
1.111.853 |
1.111.853 |
– 17.816 |
1.094.037 |
– 27.076 |
– 28.810 |
– 34.808 |
– 39.388 |
||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
– 336.452 |
– 336.452 |
8.054 |
– 328.398 |
– 3.267 |
1.358 |
7.447 |
9.289 |
||
• |
Aanvullende beurs |
799.282 |
0 |
799.282 |
– 17.155 |
782.127 |
– 21.393 |
– 26.917 |
– 25.693 |
– 28.504 |
|
– |
Gift (R) |
636.122 |
636.122 |
– 34.162 |
601.960 |
– 39.499 |
– 36.793 |
– 28.384 |
– 27.327 |
||
– |
Prestatiebeurs (NR) |
163.160 |
163.160 |
17.007 |
180.167 |
18.106 |
9.876 |
2.691 |
– 1.177 |
||
• |
Reisvoorziening |
– 53.175 |
0 |
– 53.175 |
35.534 |
– 17.641 |
80.347 |
63.697 |
64.509 |
68.794 |
|
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
143.647 |
143.647 |
– 20.085 |
123.562 |
6.448 |
2.775 |
1.879 |
– 542 |
||
– |
Gift (R) |
669.431 |
669.431 |
– 1.292 |
668.139 |
– 18.992 |
– 36.386 |
– 38.456 |
– 37.510 |
||
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 866.253 |
– 866.253 |
56.911 |
– 809.342 |
92.891 |
97.308 |
101.086 |
106.846 |
||
• |
Overige uitgaven |
7.302 |
0 |
7.302 |
– 49.294 |
– 41.992 |
178.838 |
176.466 |
156.648 |
128.098 |
|
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
100.052 |
100.052 |
167.140 |
267.192 |
– 20.966 |
– 20.965 |
– 20.965 |
– 20.966 |
||
– |
Caribisch Nederland |
3.013 |
3.013 |
645 |
3.658 |
1.018 |
1.429 |
1.881 |
2.380 |
||
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
– 95.763 |
– 95.763 |
– 217.079 |
– 312.842 |
198.786 |
196.002 |
175.732 |
146.684 |
||
Leningen |
2.903.155 |
0 |
2.903.155 |
76.716 |
2.979.871 |
– 142.948 |
– 125.272 |
– 113.133 |
– 105.643 |
||
– |
Rentedragende lening (NR) |
2.629.864 |
2.629.864 |
33.612 |
2.663.476 |
– 204.321 |
– 190.609 |
– 174.347 |
– 162.054 |
||
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
273.291 |
273.291 |
43.104 |
316.395 |
61.373 |
65.337 |
61.214 |
56.411 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
105.591 |
0 |
105.591 |
11.260 |
116.851 |
5.185 |
816 |
755 |
691 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
105.591 |
105.591 |
11.260 |
116.851 |
5.185 |
816 |
755 |
691 |
||
Ontvangsten |
865.237 |
0 |
865.237 |
– 14.329 |
850.908 |
– 24.473 |
– 39.025 |
– 43.812 |
– 43.239 |
||
– |
Ontvangen rente en relevant hoofdsom (R) |
128.068 |
128.068 |
– 16.808 |
111.260 |
– 21.729 |
– 32.075 |
– 35.645 |
– 33.475 |
||
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
93.003 |
93.003 |
– 10.944 |
82.059 |
– 11.445 |
– 9.944 |
– 9.945 |
– 9.945 |
||
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
644.166 |
644.166 |
13.423 |
657.589 |
8.701 |
2.994 |
1.778 |
181 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting instrumenten (algemeen):
Het onderscheid relevant en niet-relevant is in onderstaande toelichting als uitgangspunt genomen. Relevant betekent relevant voor het begrotingstekort/EMU-saldo. De relevante uitgaven worden hoofdzakelijk gevormd door studiefinanciering die meteen als gift wordt toegekend en door de omzetting van uitgekeerde prestatiebeurs in gift (na behalen van het diploma binnen 10 jaar). Onder de niet-relevante uitgaven vallen vooral de betalingen van prestatiebeurzen (zolang die nog niet omgezet zijn in een gift) en verstrekte rentedragende leningen.
De relevante ontvangsten worden vooral gevormd door de ontvangen rente op verstrekte studieleningen. De niet-relevante ontvangsten betreffen hoofdzakelijk aflossingen op de hoofdsom van rentedragende leningen.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
In totaal wordt € 40,7 miljoen minder uitgegeven aan inkomensoverdrachten dan eerder geraamd. Dit is het gevolg van de volgende mutaties:
– De basisbeursuitgaven vallen lager uit dan eerder geraamd. In 2017 wordt per saldo € 9,8 miljoen minder aan basisbeursuitgaven verwacht.
• Dit betreft € 17,8 miljoen minder relevante basisbeursuitgaven (gift). Deze € 17,8 miljoen betreft voornamelijk lagere uitgaven aan bolstudenten niveau 1 en 2. Deze studenten ontvangen de basisbeurs als gift. De realisatie over 2016 laat zien dat het aantal studenten en daarmee de uitgaven lager uitvielen dan aanvankelijk geraamd.
• De niet-relevante uitgaven basisbeurs (prestatiebeurs) stijgen met ruim € 8,1 miljoen. Dit is vooral het gevolg van hogere aantallen geraamde studenten in de referentieraming voor het jaar 2017.
– De uitgaven aanvullende beurs vallen per saldo € 17,2 miljoen lager uit dan geraamd:
• Dit betreft € 34,2 miljoen minder relevante aanvullende beurs-uitgaven. Net als bij de basisbeurs zijn ook de aanvullende beursuitgaven aan bolstudenten niveau 1 en 2 lager. Daarnaast waren voor alle onderwijsniveaus de omzettingen in 2016 iets lager dan aanvankelijk geraamd, wat heeft geleid tot een lichte neerwaartse bijstelling van de omzettingen in 2017.
• De niet-relevante uitgaven aanvullende beurs stijgen in 2017 met € 17,0 miljoen. Net als bij de basisbeurs komt dit voornamelijk door hogere aantallen geraamde studenten in de referentieraming voor het jaar 2017.
– De uitgaven voor de reisvoorziening stijgen in 2017 met € 35,5 miljoen. Dit is het gevolg van de volgende boekingen:
• Een verlaging van de bijdrage aan de vervoersbedrijven van € 20,1 miljoen. Dit wordt ten eerste veroorzaakt door lagere gemiddelde prijzen omdat studenten gemiddeld minder kilometer met de voorziening reizen. Ten tweede viel de afrekening over 2016, die in 2017 plaats vindt, mee.
• Een verlaging van de reisvoorziening gift met € 1,3 miljoen die vooral wordt veroorzaakt door een gedaalde prijs van de reisvoorziening voor buitenlandstuderenden.
• Een verhoging van de prestatiebeursuitgaven met € 56,9 miljoen. Voor een deel is dit de tegenhanger van de verlaagde bijdrage aan vervoersbedrijven. De prestatiebeurssystematiek heeft als gevolg dat per saldo uitgaven met betrekking tot de reisvoorziening pas relevant worden uitgegeven als een prestatiebeursstudent is afgestudeerd en daarmee de voorziening een gift wordt. Door deze systematiek is deze post reisvoorziening prestatiebeurs negatief. Een tweede oorzaak van de hogere uitgaven op deze post betreft een verlaging van het normbedrag. Het gemiddelde normbedrag is lager als gevolg van de nieuwe doelgroep minderjarige bolstudenten waarvoor een lagere prijs aan vervoerders wordt betaald.
– De overige uitgaven vallen in 2017 € 49,3 miljoen lager uit dan geraamd:
• De relevante overige uitgaven stijgen met € 167,1 miljoen. Dit heeft voor het grootste deel te maken met een verschuiving van ruim € 120 miljoen van overige niet-relevante uitgaven naar overige relevante uitgaven. Deze verschuiving is het gevolg van een verbeterde boekingsmethode van de reisvoorziening als gevolg van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering. Waar voorheen iedere prestatiebeursstudent die de reisvoorziening niet activeerde, toch elke maand een vordering kreeg opgeboekt, zal dit voortaan niet meer het geval zijn. De extra uitgaven betreffen de kwijtscheldingen van de onterecht geboekte vorderingen in de afgelopen jaren van studenten die nog actief zijn (voorheen werden de onterechte vorderingen altijd kwijtgescholden als de student stopte met studeren of was afgestudeerd). Het resterende deel van de hogere uitgaven heeft te maken met een verschuiving van het boeken van achterstallig lager recht van diverse posten naar deze post en van een verschuiving van kwijtscheldingen die geraamd waren voor december 2016, maar plaatsvonden in januari 2017.
• De uitgaven aan studiefinanciering op Caribisch Nederland is € 0,6 miljoen gestegen als gevolg van een hogere realisatie in 2016.
• De niet-relevante overige uitgaven vallen € 217,1 miljoen lager uit. Het betreft voornamelijk de niet-relevante tegenhanger van de relevante overige uitgaven en de relevante uitgaven aan de prestatiebeurs reisvoorziening.
Leningen
Er wordt per saldo naar verwachting € 76,7 miljoen meer uitgegeven aan leningen dan geraamd:
– De uitgaven aan rentedragende leningen stijgen met € 33,6 miljoen. Dit is vooral het gevolg van een groter bedrag aan prestatiebeursuitgaven die worden omgezet in een lening. De omzettingen van prestatiebeursuitgaven in leningen fluctueren van jaar op jaar, waardoor deze lastig te ramen zijn.
– Het collegegeldkrediet wordt met € 43,1 miljoen omhoog bijgesteld, omdat meer studenten hiervan gebruik zijn gaan maken. Ook is het gemiddelde bedrag iets hoger geworden.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) wordt per saldo met € 11,3 miljoen verhoogd.
Hiervan is € 11,7 miljoen het gevolg van meerkosten PVS in de eindfase van het programma.
Ontvangsten
De ontvangstenraming wordt per saldo verlaagd met € 14,3 miljoen:
– Op basis van de realisatiecijfers over 2016 en de lage rente worden de relevante rente-ontvangsten met € 16,2 miljoen naar beneden bijgesteld. De post relevante ontvangsten hoofdsom wordt met € 0,6 miljoen naar beneden bijgesteld.
– Bij de kortlopende vorderingen worden € 10,9 miljoen minder ontvangsten verwacht. Er is minder achterstallig lager recht geconstateerd wat leidt tot minder kortlopende vorderingen.
– Op basis van de realisaties 2016 worden de verwachte niet-relevante ontvangsten met € 13,4 miljoen verhoogd. Dit betreft ontvangsten van direct verstrekte rentedragende studieleningen en in langlopende leningen omgezette prestatiebeurs-uitgaven.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
89.241 |
0 |
89.241 |
368 |
89.609 |
747 |
844 |
1.189 |
2.034 |
||
Uitgaven |
89.241 |
0 |
89.241 |
368 |
89.609 |
747 |
844 |
1.189 |
2.034 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||||||
Inkomensoverdrachten |
73.304 |
0 |
73.304 |
274 |
73.578 |
636 |
732 |
1.071 |
1.903 |
||
• |
TS 17- |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
• |
TS 18+ |
5.506 |
0 |
5.506 |
– 115 |
5.391 |
– 115 |
– 115 |
– 115 |
– 114 |
|
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
3.634 |
3.634 |
– 307 |
3.327 |
– 307 |
– 307 |
– 307 |
– 307 |
||
– |
Deeltijd vo (R) |
1.872 |
1.872 |
193 |
2.065 |
193 |
193 |
193 |
193 |
||
• |
VO 18+ |
67.798 |
0 |
67.798 |
388 |
68.186 |
750 |
846 |
1.185 |
2.017 |
|
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
6.003 |
6.003 |
– 2 |
6.001 |
– 19 |
1 |
28 |
100 |
||
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
56.214 |
56.214 |
985 |
57.199 |
1.418 |
1.479 |
1.752 |
2.471 |
||
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.700 |
4.700 |
– 210 |
4.490 |
– 264 |
– 249 |
– 210 |
– 169 |
||
– |
STOEB/ALR (NR) |
881 |
881 |
– 385 |
496 |
– 385 |
– 385 |
– 385 |
– 385 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
15.937 |
0 |
15.937 |
94 |
16.031 |
111 |
112 |
118 |
131 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
15.937 |
15.937 |
94 |
16.031 |
111 |
112 |
118 |
131 |
||
Ontvangsten |
3.066 |
0 |
3.066 |
– 663 |
2.403 |
– 650 |
– 643 |
– 613 |
– 567 |
||
– |
TS 17- (R) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
TS 18+ (R) |
75 |
75 |
10 |
85 |
10 |
10 |
10 |
10 |
||
– |
VO 18+ (R) |
2.991 |
2.991 |
– 673 |
2.318 |
– 660 |
– 653 |
– 623 |
– 577 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
– De raming wordt per saldo met € 0,3 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget wordt met € 0,1 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
– De ontvangstenraming wordt met € 0,7 miljoen verlaagd.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
6.748 |
6.748 |
38 |
6.786 |
38 |
32 |
32 |
30 |
|||
Uitgaven |
6.748 |
0 |
6.748 |
38 |
6.786 |
38 |
32 |
32 |
30 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100,0% |
100% |
|||||||||
Bijdrage aan agentschappen |
6.748 |
0 |
6.748 |
38 |
6.786 |
38 |
32 |
32 |
30 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
6.748 |
6.748 |
38 |
6.786 |
38 |
32 |
32 |
30 |
||
Ontvangsten |
246.267 |
246.267 |
– 3.789 |
242.478 |
– 9.949 |
– 11.739 |
– 12.629 |
– 13.471 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget wordt met € 0,04 miljoen verhoogd.
Ontvangsten
– De ontvangstenraming wordt met € 3,8 miljoen verlaagd.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
944.286 |
25.000 |
969.286 |
– 636.350 |
332.936 |
– 506.087 |
– 495.225 |
– 496.245 |
– 614.583 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
629.000 |
629.000 |
– 706.056 |
– 77.056 |
– 629.000 |
– 629.000 |
– 629.000 |
– 629.000 |
|||
Uitgaven |
802.568 |
25.000 |
827.568 |
– 77.695 |
749.873 |
6.032 |
15.694 |
14.674 |
14.417 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
98,8% |
98,5% |
|||||||||
Bekostiging |
705.314 |
15.000 |
720.314 |
– 77.261 |
643.053 |
12.141 |
22.641 |
22.641 |
22.804 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
379.716 |
0 |
379.716 |
25.502 |
405.218 |
25.513 |
25.513 |
25.513 |
25.676 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
226.199 |
226.199 |
16.677 |
242.876 |
16.688 |
16.688 |
16.688 |
16.851 |
|||
Vierjaarlijkse fondsen |
153.517 |
153.517 |
8.825 |
162.342 |
8.825 |
8.825 |
8.825 |
8.825 |
|||
– |
Erfgoedwet |
119.168 |
0 |
119.168 |
0 |
119.168 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Huisvesting |
80.448 |
80.448 |
80.448 |
0 |
|||||||
Beheer en onderhoud collecties |
38.720 |
38.720 |
38.720 |
0 |
|||||||
– |
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen |
43.281 |
0 |
43.281 |
– 43.280 |
1 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen |
21.411 |
21.411 |
– 21.410 |
1 |
0 |
||||||
Digitale openbare bibliotheek |
10.600 |
10.600 |
– 10.600 |
0 |
0 |
||||||
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten |
11.270 |
11.270 |
– 11.270 |
0 |
0 |
||||||
– |
Monumentenzorg |
97.696 |
15.000 |
112.696 |
– 63.115 |
49.581 |
– 704 |
– 704 |
– 704 |
– 704 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
23.971 |
23.971 |
335 |
24.306 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Flankerend beleid huisvesting |
23.623 |
23.623 |
11.156 |
34.779 |
– 1.609 |
– 1.609 |
– 1.609 |
– 1.609 |
||
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
17.500 |
17.500 |
– 7.500 |
10.000 |
– 10.500 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Archeologie |
359 |
359 |
– 359 |
0 |
– 559 |
– 559 |
– 559 |
– 559 |
||
Subsidies |
41.864 |
10.000 |
51.864 |
– 4.539 |
47.325 |
– 6.894 |
– 7.543 |
– 8.543 |
– 8.971 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
7.692 |
7.692 |
1.888 |
9.580 |
899 |
250 |
– 750 |
0 |
||
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
5.757 |
5.757 |
1.248 |
7.005 |
1.248 |
1.248 |
1.248 |
70 |
||
– |
Programma leesbevordering |
3.350 |
3.350 |
3.350 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Creatieve Industrie |
1.885 |
1.885 |
1.885 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Erfgoed en ruimte |
3.500 |
3.500 |
195 |
3.695 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Programma ondernemerschap |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Specifiek cultuurbeleid |
19.680 |
10.000 |
29.680 |
– 7.870 |
21.810 |
– 9.041 |
– 9.041 |
– 9.041 |
– 9.041 |
|
Opdrachten |
13.329 |
0 |
13.329 |
3.273 |
16.602 |
289 |
100 |
100 |
100 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
2.332 |
2.332 |
– 180 |
2.152 |
– 136 |
– 325 |
– 325 |
– 325 |
||
– |
Monumentenzorg |
3.692 |
3.692 |
2.064 |
5.756 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Archeologie |
865 |
865 |
0 |
865 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Erfgoed en Ruimte |
2.500 |
2.500 |
– 570 |
1.930 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Overige opdrachten |
3.940 |
3.940 |
1.959 |
5.899 |
425 |
425 |
425 |
425 |
||
Bijdrage aan agentschappen |
39.313 |
0 |
39.313 |
831 |
40.144 |
518 |
518 |
498 |
506 |
||
– |
Nationaal Archief |
39.313 |
39.313 |
831 |
40.144 |
518 |
518 |
498 |
506 |
||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
2.748 |
0 |
2.748 |
1 |
2.749 |
– 22 |
– 22 |
– 22 |
– 22 |
||
– |
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
2748 |
2.748 |
1 |
2.749 |
– 22 |
– 22 |
– 22 |
– 22 |
||
Ontvangsten |
494 |
0 |
494 |
13.783 |
14.277 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 636,4 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming (verlaging € 706 miljoen) als gevolg van een systeemwijziging bij de garanties (regelingen voor indemniteit en achterborg). De stand die was gebaseerd op de oude systematiek, € 629 miljoen, is volledig afgeboekt. Volgens de nieuwe ramingssystematiek zijn verleningen van garanties bijgeboekt en vervallen garanties afgeboekt, per saldo een verlaging van € 77 miljoen.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het toevoegen van verplichtingen die in het kader van de Erfgoedwet reeds in 2017 worden aangegaan voor uitgaven in 2018 (verhoging € 119,1 miljoen).
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van verplichtingen die in 2017 meerjarig, voor de periode 2017–2020, worden aangegaan voor internationale cultuursubsidies en voor de Regeling impuls muziekonderwijs (verhoging € 28,1 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de culturele basisinfrastructuur wordt per saldo verhoogd met € 25,5 miljoen. De redenen zijn dat er loon- en prijsbijstellingsmiddelen zijn toegevoegd en dat middelen die binnen de OCW-begroting aanvullend beschikbaar waren gemaakt voor de culturele basisinfrastructuur, zoals aangekondigd in de Kamerbrief over de nieuwe basisinfrastructuur, nu naar dit financieel instrument worden overgeboekt.
– Het budget voor de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen wordt per saldo verlaagd met € 43,3 miljoen, doordat middelen voor subsidieverlening aan de Koninklijke Bibliotheek op basis van deze Wet zijn overgeboekt naar begrotingsartikel 16 Onderzoek- en Wetenschapsbeleid.
– Het budget voor de monumentenzorg wordt per saldo met € 63,1 miljoen verlaagd. De belangrijkste reden hiervoor is uitstel van de afschaffing van de fiscale regeling monumentenzorg (Kamerbrief Wet fiscale maatregelen rijksmonumenten, verlaging € 53,8 miljoen): middelen die in verband met de afschaffing door het Ministerie van Financiën aan het Ministerie van OCW waren overgeboekt, worden geretourneerd voor continuering van de fiscale regeling. Daarnaast zijn enkele overboekingen uitgevoerd: aan het Provinciefonds voor renovatie van de Eusebiuskerk (Kamerbrief monumentenzorg 20 september 2016) en aan andere financiële instrumenten binnen het begrotingsartikel Cultuur in verband met geplande monumentenzorguitgaven aan opdrachten en subsidies.
– Het budget voor flankerend beleid huisvesting wordt per saldo verhoogd met € 11,2 miljoen. Het saldo bestaat grotendeels uit de desaldering van een ontvangst waarmee een schuld aan het Rijksvastgoedbedrijf zal worden voldaan, zie toelichting onder Ontvangsten.
– Het budget voor cultuureducatie met kwaliteit wordt per saldo verlaagd met € 7,5 miljoen, doordat middelen voor de Prestatiebox Cultuureducatie zijn overgeboekt naar begrotingsartikel 1 Primair onderwijs.
Ontvangsten
– Het ontvangstenbudget wordt met € 13,8 miljoen verhoogd. Er zijn extra ontvangsten geraamd als gevolg van de nieuwe huisvestingssystematiek van de rijksmusea, die is ingegaan in 2017. Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) brengt in verband hiermee een egalisatieschuld in rekening bij het Ministerie van OCW. Deze egalisatieschuld is in het verleden ontstaan door de wijze van berekenen van de huur die musea betaalden. Bij de musea waren, op verzoek van het Ministerie van OCW, bestemmingsfondsen gevormd om deze schuld te kunnen voldoen. Het ministerie vordert de middelen uit deze bestemmingsfondsen van de musea, om daarmee de egalisatieschuld te kunnen voldoen aan het RVB.
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
969.699 |
0 |
969.699 |
13.738 |
983.437 |
12.865 |
14.980 |
13.840 |
11.583 |
||
Uitgaven |
962.699 |
0 |
962.699 |
13.738 |
976.437 |
12.865 |
14.980 |
13.840 |
11.583 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
100% |
|||||||||
Bekostiging |
956.817 |
0 |
956.817 |
13.658 |
970.475 |
12.787 |
14.906 |
13.766 |
11.509 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
887.385 |
0 |
887.385 |
0 |
887.385 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Landelijke publieke omroep |
747.489 |
747.489 |
747.489 |
||||||||
Regionale Omroep |
139.896 |
139.896 |
139.896 |
||||||||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
62.113 |
0 |
62.113 |
0 |
62.113 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Stichting Omroep Muziek |
15.752 |
15.752 |
15.752 |
||||||||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
25.577 |
25.577 |
25.577 |
||||||||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
20.784 |
20.784 |
20.784 |
||||||||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
13.220 |
0 |
13.220 |
0 |
13.220 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties (Mediafonds) |
0 |
0 |
0 |
||||||||
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek |
2.119 |
2.119 |
2.119 |
||||||||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
8.065 |
8.065 |
8.065 |
||||||||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.498 |
1.498 |
1.498 |
||||||||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.538 |
1.538 |
1.538 |
||||||||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve |
– 6.584 |
– 6.584 |
13.658 |
7.074 |
12.787 |
14.906 |
13.766 |
11.509 |
||
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
683 |
683 |
683 |
|||||||
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
0 |
0 |
0 |
||||||||
Subsidies |
919 |
0 |
919 |
0 |
919 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Subsidies |
919 |
919 |
919 |
|||||||
Bijdrage aan ZBO's/RWT's |
4.928 |
0 |
4.928 |
80 |
5.008 |
78 |
74 |
74 |
74 |
||
– |
Commissariaat voor de Media |
4.928 |
4.928 |
80 |
5.008 |
78 |
74 |
74 |
74 |
||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
0 |
35 |
0 |
35 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
35 |
|||||||
Ontvangsten |
199.500 |
0 |
199.500 |
199.500 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 13,7 miljoen verhoogd. Er is geen verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor Dotatie/onttrekking Algemene mediareserve wordt met € 13,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de volgende mutaties;
• Een verhoging met € 4,1 miljoen door de prijsbijstelling tranche 2017. Bij Miljoenennota zal dit bedrag worden doorverdeeld naar de andere budgetten binnen dit instrument.
• Een verhoging met € 9,5 miljoen ter dekking van het tekort op de wettelijke prijsindexatie, opgelopen in de jaren 2015 en 2016.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
967.006 |
0 |
967.006 |
98.114 |
1.065.120 |
32.003 |
21.492 |
20.116 |
20.901 |
||
waarvan garantieverplichting |
|||||||||||
Uitgaven |
950.780 |
0 |
950.780 |
77.942 |
1.028.722 |
33.348 |
21.520 |
20.143 |
20.086 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,49% |
99,9% |
|||||||||
Bekostiging |
835.211 |
0 |
835.211 |
68.119 |
903.330 |
21.815 |
20.206 |
18.829 |
18.772 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
586.167 |
0 |
586.167 |
63.739 |
649.906 |
19.687 |
18.857 |
18.829 |
18.772 |
|
NWO-wet en WHW |
|||||||||||
– |
NWO |
453.831 |
0 |
453.831 |
16.109 |
469.940 |
15.244 |
14.602 |
14.580 |
14.530 |
|
– |
KNAW |
86.788 |
0 |
86.788 |
2.849 |
89.637 |
2.910 |
2.786 |
2.782 |
2.778 |
|
– |
KB |
45.548 |
0 |
45.548 |
44.781 |
90.329 |
1.533 |
1.469 |
1.467 |
1.464 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
249.044 |
0 |
249.044 |
4.380 |
253.424 |
2.128 |
1.349 |
0 |
0 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
161.246 |
0 |
161.246 |
0 |
161.246 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
8.000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
55.382 |
0 |
55.382 |
0 |
55.382 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nationaal RG onderwijsonderzoek |
18.769 |
0 |
18.769 |
4.380 |
23.149 |
2.128 |
1.349 |
0 |
0 |
|
– |
Poolonderzoek |
3.147 |
0 |
3.147 |
0 |
3.147 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Caribisch Nederland |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
26.101 |
0 |
26.101 |
– 1.468 |
24.633 |
415 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
NCB/Nationaal Herbarium |
6.265 |
0 |
6.265 |
0 |
6.265 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
BPRC |
8.358 |
0 |
8.358 |
0 |
8.358 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCWT/NEMO |
3.366 |
0 |
3.366 |
0 |
3.366 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
STT |
221 |
0 |
221 |
0 |
221 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Stichting AAP |
1.032 |
0 |
1.032 |
0 |
1.032 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Nationale coördinatie |
5.609 |
0 |
5.609 |
– 1.468 |
4.141 |
415 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
1.250 |
0 |
1.250 |
0 |
1.250 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Opdrachten |
300 |
0 |
300 |
4 |
304 |
4 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Opdrachten |
300 |
0 |
300 |
4 |
304 |
4 |
||||
Bijdrage aan agentschappen |
763 |
0 |
763 |
12 |
775 |
12 |
12 |
12 |
12 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
272 |
0 |
272 |
12 |
284 |
12 |
12 |
12 |
12 |
|
– |
Nationaal conactpunt Kaderprogramma |
491 |
0 |
491 |
0 |
491 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdrage aan medeoverheden |
0 |
0 |
0 |
173 |
173 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
0 |
0 |
173 |
173 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties |
88.405 |
0 |
88.405 |
11.102 |
99.507 |
11.102 |
1.302 |
1.302 |
1.302 |
||
– |
EMBC |
812 |
0 |
812 |
41 |
853 |
41 |
41 |
41 |
41 |
|
– |
EMBL |
4.851 |
0 |
4.851 |
347 |
5.198 |
347 |
347 |
347 |
347 |
|
– |
ESA |
31.065 |
0 |
31.065 |
0 |
31.065 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
CERN |
40.000 |
0 |
40.000 |
9.800 |
49.800 |
9.800 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
ESO |
9.105 |
0 |
9.105 |
914 |
10.019 |
914 |
914 |
914 |
914 |
|
– |
NTU/INL |
2.572 |
0 |
2.572 |
0 |
2.572 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
101 |
0 |
101 |
101 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 98,1 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming doordat uitgavenmutaties voor het jaar 2018 – overeenkomstig de bekostigingsregelgeving – in het jaar 2017 worden verplicht.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 68,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt onder andere veroorzaakt door:
• de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2017 die het budget per saldo verhogen met 19,3 miljoen (zie het algemeen deel);
• overboeking van het budget ad € 43,3 miljoen voor de WSOB van artikel 14 (Cultuur) ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek.
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 1,5 miljoen verlaagd.
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
– Het budget voor (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 11,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt onder andere veroorzaakt door:
• een verhoging van € 9,8 miljoen van de contributie aan CERN als gevolg van het vrijgeven van de minimum wisselkoers door de Zwitserse nationale Bank in 2015.
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
7.186 |
0 |
7.186 |
– 1.350 |
5.836 |
81 |
40 |
133 |
133 |
||
Uitgaven |
14.172 |
0 |
14.172 |
– 861 |
13.311 |
275 |
133 |
133 |
133 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
54,0% |
68,2% |
|||||||||
Bekostiging |
4.198 |
0 |
4.198 |
79 |
4.277 |
79 |
79 |
79 |
79 |
||
Kennisinfrastructuur |
4.198 |
0 |
4.198 |
79 |
4.277 |
79 |
79 |
79 |
79 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.948 |
2.948 |
79 |
3.027 |
79 |
79 |
79 |
79 |
||
– |
LHBT |
1.250 |
1.250 |
1.250 |
|||||||
Subsidies |
7.123 |
0 |
7.123 |
105 |
7.228 |
129 |
0 |
0 |
0 |
||
Subsidieregeling emancipatie |
7.123 |
0 |
7.123 |
105 |
7.228 |
129 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
4.827 |
4.827 |
725 |
5.552 |
129 |
|||||
– |
LHBT |
2.296 |
2.296 |
– 620 |
1.676 |
||||||
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
0 |
0 |
||||||||
– |
LHBT |
0 |
0 |
||||||||
Opdrachten |
664 |
0 |
664 |
35 |
699 |
11 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
410 |
410 |
11 |
421 |
11 |
|||||
– |
LHBT |
254 |
254 |
24 |
278 |
||||||
Bijdrage aan agentschappen |
135 |
0 |
135 |
0 |
135 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
135 |
135 |
135 |
|||||||
Bijdrage aan medeoverheden |
2.012 |
0 |
2.012 |
– 1.080 |
932 |
56 |
54 |
54 |
54 |
||
Gemeentefonds BZK |
2.012 |
0 |
2.012 |
– 1.080 |
932 |
56 |
54 |
54 |
54 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
1.953 |
1.953 |
– 1.500 |
453 |
56 |
54 |
54 |
54 |
||
– |
LHBT |
59 |
59 |
420 |
479 |
||||||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
40 |
0 |
40 |
0 |
40 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
LHBT |
40 |
40 |
40 |
|||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 1,4 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Correctie verplichtingenruimte met een bedrag van -/- € 0,5 miljoen voor verplichtingen aangegaan in 2016 voor de jaren vanaf 2017 (voor 2016 gecorrigeerd met de 2e Suppletoire Wet 2016).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bijdragen aan medeoverheden
– Het budget voor wordt per saldo met € 1,1 miljoen verlaagd. Een bedrag van € 0,9 miljoen is overgemaakt naar het Gemeentefonds voor 25 gemeenten om het programma economische zelfstandigheid uit te voeren met als doel om de economische zelfstandigheid van vrouwen te vergroten door het te stimuleren om stappen te zetten richting de arbeidsmarkt. Een bedrag van € 0,2 miljoen is overgemaakt aan het gemeentefonds voor de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht die elk € 0,05 miljoen ontvangen voor het vergroten van de sociale acceptatie van LHBTI in biculturele gemeenschappen.
Artikel 91. Nominaal en Onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
– 150.051 |
0 |
– 150.051 |
150.051 |
0 |
2.154 |
17.282 |
17.455 |
17.403 |
||
Uitgaven |
– 150.051 |
0 |
– 150.051 |
150.051 |
0 |
2.154 |
17.282 |
17.455 |
17.403 |
||
• |
Loonbijstelling |
0 |
0 |
0 |
0 |
13.767 |
13.676 |
13.736 |
|||
– waarvan programma |
0 |
0 |
0 |
13.767 |
13.676 |
13.736 |
|||||
– waarvan apparaat |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||||
• |
Prijsbijstelling |
0 |
0 |
0 |
2.098 |
3.458 |
3.725 |
3.667 |
|||
– waarvan programma |
0 |
0 |
0 |
1.355 |
1.611 |
1.551 |
|||||
– waarvan apparaat |
0 |
0 |
2.098 |
2.103 |
2.114 |
2.116 |
|||||
• |
Onvoorzien |
– 150.051 |
– 150.051 |
150.051 |
0 |
56 |
57 |
54 |
0 |
||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
– Het budget voor 2017 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde loonbijstelling tranche 2017 en de compensatie voor de ABP-pensioenpremiestijging zijn direct structureel verdeeld over de artikelen. De negatieve loonbijstelling op artikel 91 nominaal en onvoorzien (als gevolg van de ramingsbijstelling) wordt gecompenseerd met een deel van de prijsbijstelling. In de onderstaande tabel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen voor 2017.
Art. |
Omschrijving |
2017 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
232.179 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
176.177 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
79.624 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
54.434 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
70.303 |
8 |
Internationaal beleid |
125 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
4.216 |
11 |
Studiefinanciering |
525 |
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
81 |
13 |
Lesgelden |
35 |
14 |
Cultuur |
7.988 |
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
16.128 |
25 |
Emancipatie |
184 |
91 |
Nominaal en onvoorzien |
– 3.158 |
95 |
Apparaatsuitgaven |
7.068 |
Totaal |
645.909 |
Prijsbijstelling
– Het budget voor 2017 blijft per saldo ongewijzigd. De toegevoegde prijsbijstelling tranche 2017 is direct structureel verdeeld over de artikelen. Een deel van de prijsbijstelling is ingezet voor OCW brede problematiek zoals de negatieve loonbijstelling over de ramingsbijstelling op artikel 91. In de onderstaande tabel staat de doorverdeling naar de verschillende artikelen voor 2017.
Art. |
Omschrijving |
2017 |
---|---|---|
1 |
Primair onderwijs |
20.599 |
3 |
Voortgezet onderwijs |
17.797 |
4 |
Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie |
16.433 |
6 |
Hoger beroepsonderwijs |
10.246 |
7 |
Wetenschappelijk onderwijs |
20.631 |
8 |
Internationaal beleid |
84 |
9 |
Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid |
231 |
11 |
Studiefinanciering |
16.746 |
12 |
Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten |
1.217 |
13 |
Lesgelden |
15 |
14 |
Cultuur |
7.179 |
15 |
Media |
4.222 |
16 |
Onderzoek en wetenschapsbeleid |
4.968 |
25 |
Emancipatie |
73 |
95 |
Apparaatsuitgaven |
|
Inzet ter dekking |
9.919 |
|
Totaal |
130.360 |
Onvoorzien
– De post «Onvoorzien» wordt per saldo met € 150,1 miljoen verhoogd. Het betreft de invulling van de ramingsbijstelling van € 150 miljoen, onder meer door de inzet van de eindejaarsmarge.
– Daarnaast wordt de negatieve loon- en prijsbijstelling over de ramingsbijstelling verwerkt door inzet van een deel van de prijsbijstelling tranche 2017.
– Ook is de eindejaarsmarge 2016/2017 van € 127,5 miljoen aan dit artikel toegevoegd en vervolgens direct ingezet ter dekking van:
• de ramingsbijstelling op artikel 91 (totaal € 121,3 miljoen);
• overlopende verplichtingen die niet in 2016 tot betaling zijn gekomen, maar pas in 2017 (totaal € 6,7 miljoen).
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Ontwerpbegroting 2017 |
Mutaties via NvW, ISB, motie en amendementen |
Vastgestelde begroting 2017 |
Mutaties 1e suppletoire begroting 2017 |
Stand 1e suppletoire begroting 2017 |
Mutatie 2018 |
Mutatie 2019 |
Mutatie 2020 |
Mutatie 2021 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
242.370 |
0 |
242.370 |
14.363 |
256.733 |
10.839 |
10.101 |
6.275 |
6.271 |
||
Uitgaven |
242.370 |
0 |
242.370 |
14.363 |
256.733 |
10.839 |
10.101 |
6.275 |
6.271 |
||
Personele uitgaven |
177.050 |
0 |
177.050 |
14.459 |
191.509 |
17.475 |
17.086 |
13.624 |
13.788 |
||
Waarvan |
|||||||||||
– |
eigen personeel |
166.863 |
166.863 |
14.856 |
181.719 |
17.939 |
17.583 |
14.169 |
14.320 |
||
– |
externe inhuur |
7.233 |
7.233 |
– 1.259 |
5.974 |
– 1.360 |
– 1.382 |
– 1.416 |
– 1.408 |
||
– |
overige personele uitgaven |
2.954 |
2.954 |
862 |
3.816 |
896 |
885 |
871 |
876 |
||
Materiële uitgaven |
65.320 |
0 |
65.320 |
– 96 |
65.224 |
– 6.636 |
– 6.985 |
– 7.349 |
– 7.517 |
||
Waarvan |
|||||||||||
– |
ICT |
26.672 |
26.672 |
– 842 |
25.830 |
– 6.326 |
– 6.395 |
– 6.412 |
– 6.402 |
||
– |
bijdrage aan SSO's |
22.089 |
22.089 |
– 419 |
21.670 |
– 780 |
– 1.081 |
– 1.004 |
– 975 |
||
– |
overige materiële uitgaven |
16.559 |
16.559 |
1.165 |
17.724 |
470 |
491 |
67 |
– 140 |
||
– |
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
567 |
0 |
567 |
567 |
In de kolom «Mutaties eerste suppletoire begroting 2017» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2017» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 14,5 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– toevoeging van de loonbijstelling tranche 2017 van € 7,1 miljoen;
– teruggave van het aandeel van het surplus van het eigen vermogen van het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) van totaal € 7,3 miljoen, waarvan € 6,0 miljoen ten gunste van het instrument Personeel is geboekt;
– budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van € 5,9 miljoen, waarmee de budgetten per instrument meerjarig worden aangepast aan de actuele verwachtingen, gebaseerd op het departementaal jaarverslag van 2016;
– een verlaging met € 3,2 miljoen als gevolg van het terugdraaien van de kadercorrectie voor de monumentenaftrek in 2017, waarvan € 2,3 miljoen ten laste van het instrument Personeel is geboekt;
– kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 1,3 miljoen. Onder andere als gevolg van een vertraging in de realisatie van het Programma Registers en Beroepsorganisatie (PRB);
– diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 0,7 miljoen.
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 0,1 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 5,3 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
• als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2016 wordt € 2,1 miljoen pas in 2017 uitgegeven;
• een vertraging in de herhuisvesting binnen de Hoftoren. Het hiervoor gereserveerde bedrag van € 1,5 miljoen wordt doorgeschoven naar 2017;
• een budgetneutrale kasschuif ad € 1,5 miljoen van 2018–2022 naar 2017 ten behoeve van de financiering van de projectkosten van de aansluiting bij het Financieel Dienstencentrum(FDC) bij SZW;
• middelen voor het Rijksbrede Programma Kunstvoorziening zijn van alle departementen naar OCW overgeboekt. Een geplande investering in 2016 in een registratiesysteem heeft vertraging opgelopen, deze uitgaven van € 0,2 miljoen komen in 2017.
– budgetneutrale overboekingen binnen artikel 95 van -/-€ 5,9 miljoen, waarmee de budgetten per instrument meerjarig worden aangepast aan de actuele verwachtingen, gebaseerd op het departementaal jaarverslag van 2016;
– een verlaging met € 3,2 miljoen als gevolg van het terugdraaien van de kadercorrectie voor de monumentenaftrek in 2017, waarvan
– € 0,9 miljoen ten laste van het instrument Materieel is geboekt;
– teruggave van het aandeel van het surplus van het eigen vermogen van het Rijksvastgoedbedrijf VB van totaal € 7,3 miljoen, waarvan € 1,3 miljoen ten gunste van het instrument Materieel is geboekt.
In deze paragraaf is de 1e suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3)=(1)+(2) Totaal geraamd |
---|---|---|---|
Baten |
|||
Omzet moederdepartement |
208.086 |
18.000 |
226.086 |
Omzet overige departementen |
32.850 |
0 |
32.850 |
Omzet derden |
5.045 |
0 |
5.045 |
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
Vrijval voorzienigen |
0 |
0 |
0 |
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
Totaal baten |
245.981 |
18.000 |
263.981 |
Lasten |
|||
Apparaatskosten |
238.981 |
18.000 |
256.981 |
– personele kosten |
151.960 |
56.845 |
208.805 |
– waarvan eigen personeel |
130.660 |
0 |
130.660 |
– waarvan externe inhuur |
14.300 |
56.845 |
71.145 |
– waarvan overige personele kosten |
7.000 |
0 |
7.000 |
– materiele kosten |
87.021 |
– 38.845 |
48.176 |
– waarvan apparaat ICT |
20.000 |
0 |
20.000 |
– waarvan bijdrage aan SSO's |
12.500 |
0 |
12.500 |
– waarvan overige materiële kosten |
54.521 |
– 38.845 |
15.676 |
Rentelasten |
0 |
0 |
0 |
Afschrijvingskosten |
7.000 |
0 |
7.000 |
– materieel |
7.000 |
0 |
7.000 |
– waarvan apparaat ICT |
5.500 |
0 |
5.500 |
– immaterieel |
0 |
0 |
0 |
Overige kosten |
0 |
0 |
0 |
– dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
– bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
245.981 |
18.000 |
263.981 |
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
0 |
Toelichting:
De baten van de eerste suppletoire begroting laten een stijging zien van € 18,0 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2017 (€ 246,0 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is € 18,0 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De stijging heeft betrekking op incidentele financiering (geen onderdeel makend van de begroting), voor de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 11,7 miljoen), doorontwikkeling BRON (€ 6,3 miljoen).
Lasten
Apparaatskosten
De kosten van de eerste suppletoire begroting laten enerzijds een verschuiving in de rubricering zien van € 40,0 miljoen en anderzijds een stijging van 18 miljoen ten opzichte van oorspronkelijk vastgestelde begroting 2017. In samenwerking met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is in 2016 de rubricering van uitgaven in de administratie opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot een aanpassing van de rubricering waardoor kosten, voorheen gerubriceerd als uitbesteed werk en daarmee onderdeel van de materiële kosten (€ 40,0 miljoen), nu onder de definitie van externe inhuur vallen. Dit heeft voor 2017 als consequentie dat de externe inhuur, vallend onder de personele kosten, zal toenemen en de overige materiële kosten gelijkelijk zullen dalen. Daarnaast laten de personele begroting een stijging zien van € 16,8 miljoen en de materiële begroting een stijging zien van € 1,2 miljoen samenhangend met de eerder genoemde uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en doorontwikkeling BRON.
Kasstroomoverzicht
Omschrijving |
(1) Vastgestelde begroting |
(2) Mutaties 1e suppletoire begroting |
(3)=(1)+(2) Stand 1e suppletoire begroting |
|
---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2016 |
46.440 |
0 |
46.440 |
Totaal ontvangen operationele kasstroom (+) |
245.981 |
18.000 |
263.981 |
|
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) |
– 273.981 |
– 18.000 |
– 291.981 |
|
2. |
Totaal operationele kasstroom |
7.000 |
0 |
7.000 |
Totaal investeringen (-/-) |
– 7.000 |
0 |
– 7.000 |
|
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
0 |
0 |
|
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 7.000 |
0 |
– 7.000 |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) |
0 |
0 |
0 |
|
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
0 |
|
Aflossingen op leningen (-/-) |
0 |
0 |
0 |
|
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
0 |
0 |
|
4. |
Totaal financieringskasstroom |
0 |
0 |
0 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4) |
11.440 |
0 |
11.440 |
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting met de eerder genoemde additionele middelen voor het Programma Vernieuwing Studiefinanciering en doorontwikkeling BRON.