Vastgesteld 26 juni 2017
De vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 14 juni 2017 voorgelegd aan de Minister van Infrastructuur en Milieu. Bij brief van 23 juni 2017 zijn ze door de Minister van Infrastructuur en Milieu beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Van Veldhoven
De griffier van de commissie, Tijdink
Vraag 1
In hoeverre past de overboeking ten behoeve van een investering in de Basisregistratie Ondergrond (BRO) in de doelstellingen van waterveiligheid dan wel waterkwaliteit?
Antwoord 1
De Basisregistratie Ondergrond (BRO) zorgt voor een betere kennis van de ondergrond. Dit levert op termijn kostenvoordelen op bij de uitvoering van projecten in het ruimtelijke domein, omdat bij deze projecten effectiever rekening kan worden gehouden met de risico’s die de ondergrond met zich meebrengt voor de realisatie van het project. Het is de verwachting dat deze voordelen zich ook zullen voordoen bij de projecten op het Deltafonds (denk hierbij bijvoorbeeld aan projecten ter bevordering van de waterveiligheid). Om deze reden heb ik ervoor gekozen om de implementatiefase van de BRO deels te dekken uit de middelen op het Deltafonds. De middelen worden overgeheveld naar Hoofdstuk XII, waar op artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling de verantwoording geschiedt.
Vraag 2
Wat is de oorzaak van het feit dat voor IJsseldelta fase II een tekort van circa 50 miljoen euro wordt geraamd? Wat betekent dit voor de uitvoering van het project IJsseldelta Kampen in zijn geheel?
Antwoord 2
Het betreft hier het perceel Reevesluis, een van de vier percelen van project IJsseldelta Fase 2. Afgelopen jaar is in het kader van de voorbereiding op de voorgenomen planuitwerking het toen voorliggende ontwerp voor de Reevesluis nader getoetst. Aanleiding hiervoor was het op te stellen integratieplan, waarbij de reeds in realisatie zijnde werkzaamheden van fase 1 en de toekomstige werkzaamheden van fase 2 goed op elkaar dienen te worden aangesloten. Uit de nadere toetsing bleek dat het ontwerp uit 2012 niet voldeed aan de huidige gebruikseisen ten aanzien van onder andere scheepvaart en vigerende wet- en regelgeving. Het ontwerp is daarop aangepast, en daaruit volgt ook een (grote) verwachte financiële tegenvaller.
De aanleiding voor het tekort heeft geen gevolgen voor de uitvoering van het project IJsseldelta Fase 2 als geheel. De oplevering van het project en daarmee ook het halen van de volledige hoogwaterdoelstelling van – 41 cm, zoals die onder de PKB Ruimte voor de Rivier is vastgelegd, is voorzien in 2022.