Kamerstuk 34725-XVIII-5

Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden

Dossier: Jaarverslag en slotwet Wonen en Rijksdienst 2016

Gepubliceerd: 7 juni 2017
Indiener(s): Jaco Geurts (CDA)
Onderwerpen: bestuur huisvesting organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34725-XVIII-5.html
ID: 34725-XVIII-5

Nr. 5 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 7 juni 2017

De algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 24 mei 2017 voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij brief van 6 juni 2017 zijn ze door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Geurts

De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx

1

Hoeveel verhuurdersheffing is er in 2016 geïnd? Is er een verschil tussen de daadwerkelijke en de begrote inning? Zo ja: hoe groot is dit verschil en hoe is dat ontstaan?

Antwoord:

Bij de wetgeving van de verhuurderheffing in 2014 is het tarief voor het jaar 2016 zodanig vastgesteld dat in de ramingen een opbrengst van € 1,520 mrd. werd gerealiseerd. In de bijlagen bij het Financieel Jaarverslag Rijk over het jaar 2016 (TK 34 725, nr. 2) is in tabel 4.2. de gerealiseerde opbrengst over het jaar 2016 opgenomen en vergeleken met de raming ten tijde van de Miljoenennota 2016. De gerealiseerde opbrengst over het jaar 2016 bedraagt € 1,474 mrd., de raming ten tijde van de Miljoenennota 2016 bedroeg € 1,592 mrd. De gerealiseerde opbrengsten liggen lager dan in de Miljoenennota 2016 geraamd, met name doordat een kleiner aantal woningen dan geraamd onder de heffing vielen, daarnaast viel de WOZ-waarde-ontwikkeling lager uit dan geraamd.

2

Waarom is na de overheveling van het budget van het beleidsprogramma Energiebesparing naar het beleidsprogramma Woningbouw zo weinig gebruik gemaakt van het extra budget?

Antwoord:

In 2016 is geen budget overgeheveld van het beleidsprogramma Energiebesparing naar het beleidsprogramma Woningbouw.

Zoals in de Slotwet 2016 vermeld, is bij beleidsartikel 2 «Woonomgeving en bouw» in totaal € 106,8 mln. minder uitgegeven en is er voor € 80 mln. minder verplichtingen aangegaan, vergeleken met de stand 2e suppletoire begroting 2016. Zoals toegelicht in de Slotwet, is sprake geweest van onderbestedingen bij het Fonds Duurzaam Funderingsherstel, het Fonds energiebesparing huursector en de Subsidieregeling energiebesparing eigen huis.

3

Hoeveel aanvragen zijn er bij het Fonds Energiebesparing Huursector 2016 gehonoreerd? Hoeveel aanvragen werden verwacht gehonoreerd te worden?

Antwoord:

In 2016 zijn er geen aanvragen gehonoreerd. Het aantal aanvragen was bescheiden (minder dan 10). Hoewel er geen kwantitatieve doelstelling was opgesteld voor het aantal aanvragen, werd er rekening mee gehouden dat het aantal aanvragen mogelijk zou toenemen na de invoering van de Energiepresatatievergoeding (EPV). Dat is niet gebeurd.

4

Waarom vallen de uitgaven aan de huurtoeslag afgerond € 92 mln. hoger uit dan geraamd bij Voorjaarsnota toen ook bekend was dat er meer geld nodig zou zijn?

Antwoord:

De uitgaven huurtoeslag vielen € 92 mln. hoger uit in 2016 door de versnelling van het definitief toekennen over de jaren 2014 en 2015 en door de verhoging van de huurtoeslag met € 10,50 per huishouden per maand met ingang van 1 januari 2017.

In 2016 is definitief toekennen voor de toeslagjaren 2014 en 2015 versneld uitgevoerd door de Belastingdienst waardoor er meer nabetalingen en terugvorderingen zijn gerealiseerd dan verwacht. De hogere nabetalingen en de ontvangsten uit de hogere terugvorderingen waren nagenoeg aan elkaar gelijk waardoor de versnelling geen effect heeft gehad op de netto overschrijding 2016 huurtoeslag 2016.

De verhoging van de huurtoeslag met € 10,50 per huishouden per maand met ingang van 1 januari 2017 is onderdeel van het koopkrachtpakket 2017 om tot een evenwichtig koopkrachtbeeld te komen. De uitgaven voor de huurtoeslag zijn daarbij met € 150 mln. verhoogd. De bijdrage van januari 2017 is in december 2016 als voorschot uitbetaald. Met deze verhoging was nog geen rekening gehouden in het budget huurtoeslag 2016.

Duidelijkheid over het snellere verloop van definitief toekennen in 2016 was pas in de tweede helft van 2016 beschikbaar en het besluit om het budget van de huurtoeslag te verhogen viel ook in de tweede helft van 2016 bij de besluitvorming over de koopkrachtenveloppe.

5

Hoeveel nareizigers waren er en hoe vaak heeft gezinshereniging plaats gevonden in 2016?

Antwoord:

Het aantal nareizigers voor 2016 is volgens de gegevens van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) 11.815 personen. Het aantal gezinsherenigingen over dat jaar is bij het CBS nog niet bekend.

6

Hoeveel huizen voor gezinshereniging waren nodig in 2016 en hoe is de prognose voor 2017?

Antwoord:

Deze gegevens zijn niet beschikbaar. Gemeenten krijgen een taakstelling in aantallen te huisvesten vergunninghouders (inclusief nareizigers).

7

Waarom heeft de oprichting van het fonds voor duurzaam funderingsherstel meer tijd gekost?

Antwoord:

De voorbereiding van de oprichting van het Fonds voor Duurzaam Funderingsherstel heeft plaatsgevonden in een breed samengestelde werkgroep waarin banken, gemeenten, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), het Verbond van Verzekeraars, de NHG, het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF), de fondsbeheerder Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVN) en diverse ministeries vertegenwoordigd waren. Het Fonds kent een unieke structuur en de juridische, financiële en bestuurlijke uitwerking en besluitvorming door alle betrokken partijen heeft daardoor meer tijd gevraagd dan oorspronkelijk was voorzien.

8

Wat is er gedaan om te zorgen dat er meer aanspraak wordt gemaakt op de subsidieregeling energiebesparing eigen huis?

Antwoord:

In 2016 is de subsidieregeling energiebesparing eigen huis later inwerking getreden dan gepland. Hierdoor is er minder tot besteding gekomen dan geraamd. Deze onderuitputting is meegenomen naar 2017. Inmiddels loopt de regeling zo goed dat het budget voor eigenaar-bewoners is uitgeput en dat er alleen nog budget is voor Verenigingen van Eigenaars (VvE’s). Om de subsidie beter te laten lopen is in de voorlichtingscampagne «Energiebesparen doe je nu», die eigenaar-bewoners en VvE’s oproept de stap te zetten naar energiebesparing, veel bekendheid gegeven aan de subsidieregeling. In de communicatie over de subsidieregeling is ook steeds aangegeven dat de subsidie gecombineerd kan worden met een goedkope lening van het Nationaal Energiebespaarfonds.