Vastgesteld 19 juni 2017
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 24 mei 2017 voorgelegd aan de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Bij brief van 16 juni 2017 zijn ze door de Minister en de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De fungerend voorzitter van de commissie, Bosman
De griffier van de commissie, Esmeijer
Vraag 1
Kan de regering nader toelichten wat zij bedoelt met de afwikkeling van vakantiedagenclaims?
Antwoord 1
In september 2015 heeft de Hoge Raad bepaald dat de Staat aansprakelijk is voor schade die werknemers hebben geleden door onjuiste implementatie van de Europese Richtlijn 2003/88/EG, de zogenoemde Arbeidstijdenrichtlijn. Hierdoor bouwden zieke werknemers alleen vakantiedagen op over de laatste zes maanden van hun ziekteperiode en niet over de hele ziekteperiode. Bij beëindiging van het dienstverband kregen deze werknemers volgens het arrest van de Hoge Raad te weinig vakantiedagen uitbetaald. Deze schade kan op de Staat worden verhaald. Het feit dat sprake was van een onjuiste implementatie is eerst gebleken in 2009 na uitspraken van het Hof van Justitie van de EU terzake (zaak C-350/06 en C-520/06).
Bij brief van 22 februari 2016 heeft de Minister de Tweede Kamer erover geïnformeerd dat het Agentschap SZW gaat starten met de behandeling van schadeclaims (Tweede Kamer, 26 447, nr. 57). Ook in de antwoorden op schriftelijke vragen van het lid Tanamal is op de onjuiste implementatie van de Arbeidstijdenrichtlijn en de afwikkeling van schadeclaims door het Agentschap SZW ingegaan (Aanhangsel Handelingen, nr. 2400 en 2728).
Vraag 2
Vallen de uitgaven en verplichtingen voor de onderbesteding bij de sectorplannen nu vrij?
Antwoord 2
Er kunnen geen nieuwe sectorplannen worden ingediend; de aanvraagtermijn is gesloten. Er kunnen daarom ook geen nieuwe subsidies worden verstrekt. De toegezegde subsidie aan sectorplannen die niet tot besteding komt, vloeit terug in de staatskas.
Vraag 3
Hoe verklaart de regering dat er lagere nabetalingen zijn over voorgaande jaren?
Antwoord 3
Met name de nabetalingen kinderopvangtoeslag in 2016 over de toeslagjaren 2014 en 2015 zijn lager dan geraamd. Het grootste deel van het verschil komt voor rekening van het toeslagjaar 2014. Over dat jaar blijken de totale nabetalingen minder groot dan verwacht, waardoor de nabetalingen in 2016 over toeslagjaar 2014 lager uit zijn gevallen. In tegenstelling tot 2014 staat over 2015 het beeld nog niet stil, aangezien nog niet alle beschikkingen definitief zijn vastgesteld. Het is daardoor nog onzeker of de lagere nabetalingen in 2016 over toeslagjaar 2015 gepaard zullen gaan met hogere nabetalingen in de komende jaren of dat het totaal aan nabetalingen over toeslagjaar 2015 lager is dan verwacht.