Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 15 juni 2017
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Openbaar Ministerie en de politie eind 2016 hebben aangegeven behoefte te hebben aan ruim 90.000 sporenonderzoeken, wat neerkomt op bijna anderhalf keer zo veel als de huidige onderzoekscapaciteit van het Nederlands Forensisch Instituut;
constaterende dat de omvang van deze extra behoefte door de Algemene Rekenkamer is bevestigd;
van mening dat het voor een doeltreffende opsporing en vervolging van criminelen van belang is dat het Nederlands Forensisch Instituut zo goed mogelijk tegemoet kan komen aan onderzoekswensen van de politie en het Openbaar Ministerie;
verzoekt de regering, de onderzoekscapaciteit bij het Nederlands Forensisch Instituut zo veel als mogelijk uit te breiden op basis van de reeds bij het Openbaar Ministerie en de politie aanwezige gegevens over de behoefte aan sporenonderzoek,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Nispen
Van Raak