Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is regels te stellen over een verplichting tot het verwijderen van voorhanden toepassingen van asbest en asbestproducten en van verontreiniging als gevolg van dergelijke toepassingen, die kunnen leiden tot blootstelling van mensen aan asbestvezels, alsmede enkele technische wijzigingen aan te brengen in de Wet milieubeheer;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
a. De volgende begrippen met de daarbij behorende begripsomschrijving wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:
stoffen die een of meer van de volgende vezelachtige silicaten bevatten:
1°. actinoliet (CAS-nummer 77536–66–4);
2°. amosiet (CAS-nummer 12172–73–5);
3°. anthofylliet (CAS-nummer 77536–67–5);
4°. chrysotiel (CAS-nummer 12001–29–5);
5°. tremoliet (CAS-nummer 77536–68–6);
6°. crocidoliet (CAS-nummer 12001–28–4);
product waarin asbest voorkomt;
b. In de begripsomschrijving van «afvalstoffen» wordt «preparaten» vervangen door: mengsels.
B
Artikel 9.2.2.1 eerste lid, komt te luiden:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het vervaardigen, in Nederland invoeren, toepassen, bewerken, verwerken, voorhanden hebben, aan een ander ter beschikking stellen, vervoeren, uitvoeren en zich ontdoen van stoffen, mengsels of genetisch gemodificeerde organismen, indien een redelijk vermoeden is gerezen dat daardoor ongewenste effecten voor de gezondheid van de mens of voor het milieu zullen ontstaan.
C
Na artikel 9.2.2.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De regels, bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, kunnen met betrekking tot het voorhanden hebben van asbest of een asbesthoudend product waardoor mensen het risico lopen aan asbestvezels te worden blootgesteld, tevens inhouden de verplichting om in de daarbij aan te wijzen gevallen, binnen de daarbij gestelde termijn en op de daarbij bepaalde wijze:
a. de toepassing van het asbest of asbesthoudende product te beëindigen en het asbest of asbesthoudende product te verwijderen;
b. asbest of een asbesthoudend product dat als afvalstof in het milieu is terechtgekomen, te verwijderen;
c. maatregelen te nemen in het belang van het voorkomen of beperken van ongewenste effecten voor de gezondheid van de mens of voor het milieu;
d. maatregelen te nemen teneinde de verontreiniging die door het voorhanden hebben van asbest of een asbesthoudend product is ontstaan en de gevolgen daarvan te beperken en zoveel mogelijk ongedaan te maken, behoudens voor zover het gevallen van ernstige verontreiniging van de bodem als bedoeld in artikel 1 van de Wet bodembescherming betreft.
2. De regels, bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, kunnen een verplichting inhouden te voldoen aan voorschriften met betrekking tot de maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onder d. Artikel 9.2.2.1, tweede lid, onder i en j, is van overeenkomstige toepassing.
3. In geval de regels, bedoeld in artikel 9.2.2.1, eerste lid, een verplichting inhouden maatregelen te nemen als bedoeld in het eerste lid, onder d, kan daarin tevens worden bepaald dat hoofdstuk IV van de Wet bodembescherming of in die regels genoemde onderdelen daarvan met betrekking tot de desbetreffende verontreiniging buiten toepassing blijven.
D
Aan het slot van artikel 9.4.5, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Onze Minister kan een of meer instanties aanwijzen, die de conformiteitsbeoordeling verrichten.
E
Artikel 10.54a, eerste lid, komt te luiden:
1. Het is verboden gevaarlijke afvalstoffen te mengen, daaronder mede begrepen verdunnen, met andere bij ministeriële regeling aangewezen categorieën gevaarlijke afvalstoffen of met andere afvalstoffen, stoffen of materialen.
F
In artikel 22.1, negende lid, vervalt: de hoofdstuk 3, paragraaf 3, van de Wet dieren,.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,