Kamerstuk 34661-14

Brief van de leden Nijboer en Alkaya over een reactie op verzoek commissie over de mogelijke impact van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het UBO-register op de Wet centraal aandeelhoudersregister (CAHR)

Dossier: Voorstel van wet van de leden Nijboer en Alkaya tot wijziging van de Registratiewet 1970 in verband met de instelling van een centraal aandeelhoudersregister (Wet centraal aandeelhoudersregister)


Nr. 14 BRIEF VAN DE LEDEN NIJBOER EN ALKAYA

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 februari 2023

Op 28 november 2022 heeft uw commissie verzocht om een schriftelijke reactie over de mogelijke impact van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) over het UBO-register op het initiatiefvoorstelwetsvoorstel van wet van de leden Nijboer en Alkaya tot wijziging van de Registratiewet 1970 in verband met de instelling van een centraal aandeelhoudersregister (Kamerstuk 34 661)(hierna: het initiatiefwetsvoorstel). De initiatiefnemers voldoen hierbij graag aan uw verzoek.

De initiatiefnemers hebben inmiddels kennisgenomen van de reactie Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst van 13 februari jl. op een gelijkluidend aan hem gericht verzoek. De initiatiefnemers zijn van mening dat vanwege het niet-openbare karakter van het CAHR de eerbiediging van het privéleven en bescherming van persoonsgegevens door de invoering van dit register in stand blijft. In navolging van de Staatssecretaris zijn daarom ook zij van mening dat het arrest van het Hof van Justitie over het UBO-register geen directe impact heeft op het in het initiatiefwetsvoorstel genoemde centraal aandeelhoudersregister (CAHR). Kortheidshalve sluiten de initiatiefnemers zich aan bij hetgeen daarover verder in de reactie van de Staatssecretaris is gesteld.

Tenslotte menen de initiatiefnemers dat nu door het arrest en de door het kabinet daaruit getrokken conclusies volgt dat gegevens van aandeelhouders in besloten vennootschappen en niet-beursgenoteerde naamloze vennootschappen niet meer publiek toegankelijk mogen zijn, dat het des te meer van belang is geworden dat er een betrouwbaar systeem komt waarin die gegevens wel komen te staan en waar bevoegde autoriteiten en instellingen toegang toe hebben. Naar de mening van de initiatiefnemers voorziet het CAHR in een dergelijk systeem.

Nijboer Alkaya