Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is voorzieningen te treffen ter implementatie van Richtlijn (EU) 2016/881 van de Raad van 25 mei 2016 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied (PbEU 2016, L 146);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 6d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister verstrekt op grond van Richtlijn 2011/16/EU automatisch het door een rapporterende entiteit die fiscaal inwoner is van Nederland aan de inspecteur verstrekte landenrapport, bedoeld in artikel 29e van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, aan de bevoegde autoriteit van elke lidstaat waarvan, blijkens de informatie in het landenrapport, een of meer groepsentiteiten van de multinationale groep van de rapporterende entiteit fiscaal inwoner zijn of waarin deze aan belasting zijn onderworpen met betrekking tot de activiteiten die via een vaste inrichting worden uitgeoefend.
2. Onze Minister verstrekt het landenrapport, bedoeld in het eerste lid, binnen vijftien maanden na de laatste dag van het verslagjaar van de multinationale groep waarop het landenrapport betrekking heeft.
3. Onze Minister stelt elke lidstaat in kennis van een bericht als bedoeld in artikel 29d, derde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
4. Voor de toepassing van dit artikel worden de begrippen groepsentiteit, multinationale groep, rapporterende entiteit en verslagjaar opgevat in de zin van artikel 29b van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.
B
In artikel 14, vijfde lid, wordt «6c en 6d» vervangen door: 6c, 6d en 6e.
C
In artikel 19, derde lid, wordt «6c en 6d» vervangen door: 6c, 6d en 6e.
In afwijking van artikel 6e, tweede lid, van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen verstrekt Onze Minister van Financiën automatisch het landenrapport dat betrekking heeft op het eerste verslagjaar van de multinationale groep dat begint op of na 1 januari 2016 binnen achttien maanden na de laatste dag van dat verslagjaar.
De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 29c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid, eerste volzin, wordt «Nederland» vervangen door: een lidstaat van de Europese Unie.
2. Het derde lid, tweede volzin, wordt vervangen door: Een groepsentiteit kan niet worden aangewezen als groepsentiteit als bedoeld in de eerste volzin indien deze niet alle nodige informatie heeft ontvangen of verkregen om aan de verplichting, bedoeld in artikel 29d, derde lid, eerste volzin, te kunnen voldoen. De aangewezen groepsentiteit die fiscaal inwoner is van Nederland bericht de inspecteur dat de verstrekking van het landenrapport geschiedt om te voldoen aan de verplichtingen die gelden voor alle groepsentiteiten van die multinationale groep die fiscaal inwoner van een lidstaat van de Europese Unie zijn.
3. Het vierde lid, aanhef, komt te luiden:
Een groepsentiteit als bedoeld in het tweede of derde lid is niet verplicht de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan zij een groepsentiteit is een landenrapport als bedoeld in artikel 29e te verstrekken indien die multinationale groep binnen die termijn een zodanig landenrapport beschikbaar stelt via een surrogaatmoederentiteit die dit rapport verstrekt aan de belastingautoriteiten van de staat waarvan zij fiscaal inwoner is. Indien de surrogaatmoederentiteit haar fiscale vestigingsplaats buiten de Europese Unie heeft, vindt de eerste volzin slechts toepassing indien:
4. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vorm en de inhoud van het bericht, bedoeld in het derde lid.
B
Artikel 29d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «uiteindelijkemoederentiteit of de surrogaatmoederentiteit» vervangen door: uiteindelijkemoederentiteit, de surrogaatmoederentiteit of de aangewezen groepsentiteit, bedoeld in artikel 29c, derde lid,.
2. In het tweede lid wordt «surrogaatmoederentiteit» vervangen door: surrogaatmoederentiteit, noch de aangewezen groepsentiteit, bedoeld in artikel 29c, derde lid,.
3. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
3. Een groepsentiteit die fiscaal inwoner is van Nederland en op basis van artikel 29c, tweede lid, verplicht is de inspecteur binnen twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar van de multinationale groep waarvan zij een groepsentiteit is een landenrapport als bedoeld in artikel 29e te verstrekken dat betrekking heeft op dat verslagjaar, verzoekt haar uiteindelijkemoederentiteit om haar alle nodige informatie te verstrekken om te kunnen voldoen aan deze verplichting. Indien die groepsentiteit niet alle nodige informatie heeft ontvangen of verkregen om aan de in de vorige volzin bedoelde verplichting te kunnen voldoen, bericht die groepsentiteit de inspecteur hierover en verstrekt deze de inspecteur een landenrapport met alle informatie in haar bezit uiterlijk twaalf maanden na de laatste dag van een verslagjaar ten aanzien waarvan de uiteindelijkemoederentiteit niet alle nodige informatie ter beschikking heeft gesteld.
4. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de vorm en de inhoud van het bericht, bedoeld in het eerste tot en met derde lid.
C
Artikel 29e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «opgestelde» vervangen door: geaggregeerde.
2. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.
D
In artikel 29h, eerste en derde lid, wordt «artikel 29c» vervangen door: de artikelen 29c en 29d.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,