Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet te wijzigen om de energietransitie verder te ondersteunen en enkele knelpunten voor de huidige praktijk weg te nemen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel aq, komt te luiden:
een net waarvoor op grond van artikel 15 ontheffing is verleend;.
2. Onder vernummering van het vierde en vijfde lid naar het vijfde en zesde lid, wordt een lid ingevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken die zich bevinden in een bouwwerk met:
a. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet,
b. een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid en
c. gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex,
beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken indien een eigenaar hierom verzoekt bij de netbeheerder. Een verzoek kan slechts worden ingetrokken ingeval van ingrijpende renovatie van het bouwwerk.
B
In artikel 5b, onderdeel a, vervalt «tweede lid,».
C
Artikel 7a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:
1. Onze Minister kan met inachtneming van bindende besluiten van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie bij wege van experiment een ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze wet, voor zover:
a. het een experiment betreft op het gebied van hernieuwbare energie, energiebesparing, reductie van CO2 uitstoot of efficiënt gebruik van een net of
b. een experiment ten doel heeft het opdoen van praktijkkennis over marktmodellen of tariefreguleringssystematieken.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. welke afwijkingen van het bepaalde bij of krachtens de wet zijn toegestaan,
b. de groep afnemers waarvoor de afwijkingen gelden,
c. de ten hoogste toegestane tijdsduur van die afwijkingen en het moment en de wijze waarop wordt besloten of de voortzetting van een afwijking, anders dan als experiment, wenselijk is,
d. welke situaties of het aantal situaties waarin een afwijking is toegestaan,
e. de aanvraagprocedure en de termijn waarbinnen op een aanvraag wordt beslist,
f. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de ontheffing en wijziging of intrekking van de ontheffing en
g. de verslaglegging van een experiment door de houder van de ontheffing.
2. Het derde lid vervalt.
3. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt «eerste lid» vervangen door: tweede lid.
D
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «en die als zodanig worden bedreven» ingevoegd: , met uitzondering van het net op zee,.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
11. Degene aan wie een net toebehoort, handelt als beheerder van dat net, indien daarvoor geen beheerder is aangewezen krachtens deze wet. De bij of krachtens deze wet aan een netbeheerder opgelegde verplichtingen zijn van overeenkomstige toepassing.
E
Artikel 11a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde, vijfde en zesde lid tot tweede, derde en vierde lid.
2. In het vierde lid (nieuw) wordt «vijfde lid» vervangen door: derde lid.
F
Artikel 12, tweede lid, komt te luiden:
2. De aanwijzing behoeft de instemming van Onze Minister. Onze Minister onthoudt zijn instemming of kan voorschriften verbinden aan de instemming, indien niet is voldaan aan de artikelen 10a, 10b, 11, 11a of 11b of indien de aangewezen netbeheerder in onvoldoende mate in staat zal zijn aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 17b, 18a of 78 te voldoen, een taak als bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, of 17a uit te voeren dan wel een verbod als bedoeld in artikel 17 of 17b na te leven.
G
Artikel 13, tweede lid, komt te luiden:
2. Indien Onze Minister vaststelt dat niet meer voldaan wordt aan de artikelen 10a, 10b, 11, 11a of 11b of dat een netbeheerder in onvoldoende mate in staat is of zal zijn om aan een verplichting als bedoeld in de artikelen 17b, 18a of 78 te voldoen, om een taak als bedoeld in artikel 16, eerste of tweede lid, of 17a uit te voeren of indien hij artikel 17 of 17b niet naleeft, kan hij de desbetreffende netbeheerder opdragen door hem noodzakelijk geachte voorzieningen te treffen.
H
Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Autoriteit Consument en Markt kan op diens aanvraag ontheffing verlenen aan een eigenaar van een net, niet zijnde het landelijk hoogspanningsnet, van het gebod van artikel 10, negende lid, indien:
a. het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van het net om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is of het net primair elektriciteit distribueert voor de eigenaar van dat net of de daarmee verwante ondernemingen,
b. de aanvrager geen netbeheerder is en niet in een groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met een netbeheerder verbonden is,
c. het net binnen een geografisch afgebakende industriële locatie, commerciële locatie of locatie met gedeelde diensten ligt en dat net technisch, organisatorisch of functioneel verbonden is,
d. op het net minder dan 500 afnemers zijn aangesloten,
e. het net geen huishoudelijke eindafnemers van elektriciteit voorziet, tenzij er sprake is van incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke eindafnemers dat werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van het net en
f. de veiligheid en betrouwbaarheid van het net voldoende is gewaarborgd.
2. In het zesde lid, onderdeel c wordt «de artikelen 7 en 78» vervangen door: artikel 78.
3. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
7. De Autoriteit Consument en Markt kan op aanvraag van degene die voornemens is een gesloten distributiesysteem aan te leggen en die beschikt over de daarvoor benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen, ontheffing verlenen van het gebod van artikel 10, negende lid. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
4. In het negende lid (nieuw) wordt «zevende» vervangen door «achtste» en wordt «raad van bestuur» telkens vervangen door «Autoriteit consument en markt».
5. In het tiende lid (nieuw) wordt «zevende» vervangen door «achtste» en wordt «raad van bestuur» vervangen door: Autoriteit Consument en Markt.
I
In artikel 15a, tweede lid, wordt «en 19c» vervangen door: , 19c, 93a en 94.
J
Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt onderdeel p, onder verlettering van onderdeel q naar onderdeel p.
2. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.
3. Het zesde tot en met zestiende lid wordt vernummerd tot vierde tot en met veertiende lid.
4. Er worden twee leden toegevoegd, luidende:
15. Een net met een spanningsniveau van 110 kV of hoger, met uitzondering van het net op zee, is zodanig ontworpen en in werking dat het transport van elektriciteit ook verzekerd is indien zich een enkelvoudige storing voordoet ten tijde van onderhoud, behoudens bepaalde onderdelen van het net of bepaalde situaties.
16. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over onderdelen van het net of situaties, bedoeld in het vijftiende lid.
K
Artikel 16Aa vervalt.
L
In artikel 16a vervalt het eerste lid en worden het tweede en derde lid vernummerd tot eerste en tweede lid.
M
In artikel 16e, derde lid, wordt «het document, bedoeld in artikel 21, tweede lid,» vervangen door: het investeringsplan, bedoeld in artikel 21.
N
Artikel 17 komt te luiden:
1. Een netbeheerder verricht geen andere werkzaamheden dan die nodig zijn voor een goede uitvoering van de bij of krachtens de wet aan hem toegekende taken.
2. In afwijking van het eerste lid mag een netbeheerder in opdracht van een andere netbeheerder de aan die netbeheerder toegekende taken uitvoeren.
3. Een netbeheerder besteedt geen werkzaamheden bij een afnemer uit aan een onderneming waar een leverancier onderdeel van uitmaakt.
4. Ingeval van uitbesteding van werkzaamheden behoudt de netbeheerder de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van deze werkzaamheden.
O
Artikel 17a komt te luiden:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen één of meer andere taken dan de op grond van deze wet toegekende taken voor de duur van ten hoogste vijf jaren per taak worden toegestaan aan een netbeheerder voor zover:
a. deze taken verband houden met de op grond van deze wet toegekende taken,
b. deze taken van belang zijn voor het toekomstig beheer van het net en
c. marktpartijen niet of in beperkte mate in de uitvoering van de taken voorzien.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de voortzetting of beëindiging van een toegestane taak.
3. De voordracht voor een krachtens het eerste en tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
P
Na artikel 17a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
1. Een netbeheerder bevoordeelt niet een met hem verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek boven een andere onderneming waarmee die groepsmaatschappij in concurrentie treedt en kent aan die groepsmaatschappij geen voordelen toe die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over handelingen die voordelen genereren die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
1. Een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar een netbeheerder deel van uitmaakt, verricht in hoofdzaak handelingen en activiteiten die betrekking hebben op het beheer van netten.
2. Een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek beperkt zich in Nederland tot infrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten of voor wat betreft handelingen en activiteiten die gerelateerd zijn aan het beheer van netten of gastransportnetten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel d, van de Gaswet, tot handelingen en activiteiten die betrekking hebben op:
a. aanleg en beheer van landgrensoverschrijdende netten,
b. aanleg en beheer van kabels en leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen,
c. aanleg van antenne-opstelpunten ten behoeve van ethercommunicatie,
d. aanleg en beheer van infrastructuur voor het op- of ontladen van elektrische voertuigen,
e. aanleg, onderhoud en het ter beschikking stellen van installaties,
f. meetdiensten en meetinrichtingen,
g. certificering van hernieuwbare energie en
h. energiebeurzen.
3. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere aan energie-infrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten worden aangewezen die de groepsmaatschappij, bedoeld in het tweede lid, voor een in deze algemene maatregel van bestuur vastgelegde duur kan verrichten.
4. Indien handelingen of activiteiten worden aangewezen op grond van het vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de voortzetting of beëindiging van die handelingen of activiteiten.
5. De voordracht voor een krachtens het derde en vierde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Q
Artikel 18 komt te luiden:
Het is een ander dan een netbeheerder verboden de op grond van deze wet aan een netbeheerder toegekende taken uit te voeren, met uitzondering van:
a. de werkzaamheden die een netbeheerder aan een ander uitbesteedt;
b. de aanleg, de wijziging, het onderhoud of de verwijdering van een aansluiting met een aansluitwaarde groter dan 10 MVA op een net, niet zijnde een net op zee;
c. de aanleg, de wijziging, het onderhoud of de verwijdering van een aansluiting van een organisatorische eenheid als bedoeld in artikel 1, tweede lid;
d. het ter beschikking stellen en beheren van een meetinrichting voor een afnemer, niet zijnde een afnemer als bedoeld in artikel 95a;
e. de aanleg van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen.
R
Na artikel 18a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een netbeheerder:
a. hanteert een doeltreffend kwaliteitsborgingssysteem voor de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken en
b. beschikt over een document waarin is aangegeven op welke wijze hij uitvoering geeft aan onderdeel a.
2. Onder een doeltreffend kwaliteitsborgingssysteem wordt verstaan het geheel van samenhangende plannen, processen en procedures dat een netbeheerder in staat stelt de kwaliteit van zijn net en de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken te registreren, te monitoren en waar nodig bij te sturen.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld, die kunnen verschillen voor verschillende netten, verschillende delen van netten met een verschillend spanningsniveau en verschillende netbeheerders, over:
a. het kwaliteitsborgingsysteem;
b. de onderwerpen die in het document, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, ten minste moeten zijn opgenomen;
c. het verstrekken van gegevens en inlichtingen over het kwaliteitsborgingssysteem of het verstrekken van het document bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, aan de Autoriteit Consument en Markt of aan Onze Minister;
d. het bewaren en openbaar maken van gegevens over het kwaliteitsborgingssysteem of van het document bedoeld in het eerste lid;
e. evaluatie van het kwaliteitsborgingssysteem.
S
Artikel 19a vervalt.
T
Artikel 20e vervalt.
U
Artikel 21 komt te luiden:
1. Een netbeheerder stelt periodiek een investeringsplan op waarin alle noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen worden beschreven en onderbouwd.
2. In een investeringsplan worden ten minste de investeringen opgenomen die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van windparken, die zijn opgenomen in een structuurvisie als bedoeld in artikel 2.3 van de Wet ruimtelijke ordening.
3. Een netbeheerder legt een ontwerpinvesteringsplan achtereenvolgens voor:
a. aan een ieder ter consultatie en verwerkt de gegeven reacties op de ingediende zienswijzen in het plan,
b. aan de Autoriteit Consument en Markt en, voor zover het een ontwerpinvesteringsplan voor het landelijk hoogspanningsnet betreft, aan Onze Minister.
4. De Autoriteit Consument en Markt toetst of een netbeheerder in redelijkheid tot het ontwerpinvesteringsplan heeft kunnen komen.
5. Onze Minister toetst of de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet zich in voldoende mate rekenschap heeft gegeven van ontwikkelingen in de energiemarkt.
6. Een netbeheerder stelt het investeringsplan vast en verantwoordt daarbij hoe de resultaten van consultatie en toetsing zijn verwerkt.
7. Een netbeheerder voert de in het investeringsplan opgenomen investeringen uit.
8. Een netbeheerder legt wijzigingen, niet zijnde significante wijzigingen, voor aan de Autoriteit Consument en Markt. Het derde tot en met zevende lid zijn van overeenkomstige toepassing bij een significante wijziging.
9. De in het investeringsplan opgenomen investeringen worden noodzakelijk geacht voor de uitvoering van de op grond van deze wet aan een netbeheerder toegekende taken.
10. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. de termijn waarvoor het investeringsplan geldt,
b. de nadere inhoud en het aggregatieniveau van een investeringsplan,
c. de procedure waarlangs een investeringsplan tot stand komt,
d. de wijze waarop de noodzaak van investeringen wordt aangetoond,
e. het tijdstip en de frequentie waarmee een investeringsplan dan wel onderdelen daarvan, wordt opgesteld of aangepast,
f. de wijze waarop en bij wie een ontwerpinvesteringsplan wordt geconsulteerd,
g. de wijze waarop bekendheid wordt gegeven aan een investeringsplan.
11. De regels, bedoeld in het negende lid, kunnen verschillen voor verschillende soorten netten, verschillende delen van netten met een verschillend spanningsniveau en verschillende netbeheerders.
12. Onze Minister kan een bindende gedragslijn opleggen in het kader van de verplichting om rekenschap te geven van ontwikkelingen in de energiemarkt, bedoeld in het vijfde lid.
V
In artikel 22 wordt «uit de overzichten, bedoeld in artikel 19b of uit het document, bedoeld in artikel 21» vervangen door: uit het document, bedoeld in artikel 19, de overzichten, bedoeld in artikel 19b, of uit het investeringsplan, bedoeld in artikel 21.
W
In hoofdstuk 3 wordt na paragraaf 3 een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Een netbeheerder verplaatst op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten bovengrondse delen van netten die bestemd zijn voor transport van elektriciteit op een spanningsniveau van 50 kV of hoger of vervangt deze door ondergrondse delen voor zover:
a. dat deel
1°. ten minste 1.000 meter lang is, tenzij het een net betreft met een spanningsniveau van 50 kV of
2°. ten minste 500 meter lang is, voor zover het een deel betreft dat direct is verbonden met een transformator-, schakel-, verdeel- of onderstation, voor zover het een te vervangen deel betreft en
b. deze delen door Onze Minister zijn aangewezen.
2. Krachtens het eerste lid, onderdeel b, worden slechts delen aangewezen waarvoor vervanging of verplaatsing kostenefficiënt is. Bij de aanwijzing kan worden bepaald dat een deel wordt aangewezen voor verplaatsing of voor vervanging.
3. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt bekend gemaakt in de Staatscourant.
4. Een netbeheerder onderzoekt op verzoek van een college van burgemeester en wethouders of van gedeputeerde staten of verplaatsen of vervangen van een deel van het net technisch en financieel haalbaar is.
5. Onze Minister kan op aanvraag van een netbeheerder ontheffing verlenen van de verplichting op grond van het eerste lid, aanhef, voor een in die ontheffing aangewezen deel van het net indien het vervangen of verplaatsen van dat deel technisch of ruimtelijk niet haalbaar is of strijdig is met het belang van leveringszekerheid.
6. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over het deel van de kosten die een netbeheerder maakt voor de uitvoering van een verzoek als bedoeld in het eerste of vierde lid dat wordt betaald door de verzoeker en de bestanddelen waaruit die kosten bestaan, de volgorde waarin het vervangen of verplaatsen plaatsvindt, en de procedure voor het aanvragen van een ontheffing als bedoeld in het vijfde lid.
7. De voordracht voor een krachtens het zesde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
X
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het negende lid, onderdeel b, wordt «artikel 16a, tweede lid» vervangen door: artikel 16a, eerste lid.
2. In het negende lid, onderdeel c, wordt artikel 16a, derde lid» vervangen door: artikel 16a, tweede lid.
3. Het twaalfde lid komt te luiden:
12. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, kan worden vastgelegd op welke wijze netbeheerders uitvoering geven aan de regels over de storingsreserve, bedoeld in artikel 16, vijftiende en zestiende lid.
4. Het dertiende lid vervalt.
5. Het veertiende en vijftiende lid worden vernummerd tot dertiende en veertiende lid.
Y
Artikel 39 komt te luiden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de uitvoering van onderdelen van verordeningen en besluiten als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, vastgesteld krachtens de richtlijn en de verordeningen, bedoeld in artikel 5, eerste lid.
Z
In artikel 40 wordt «artikel 16, eerste en tweede lid, met uitzondering van onderdeel p» vervangen door: artikelen 16 en 22a.
AA
Artikel 41 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt «artikel 16, eerste lid» vervangen door: artikelen 16, eerste lid, en 22a.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. Bij de vaststelling van het efficiëntieniveau ten behoeve van de vaststelling van de korting ter bevordering van de doelmatige bedrijfsvoering van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet laat de Autoriteit Consument en Markt de kosten die betrekking hebben op landspecifieke kenmerken, waaronder de kwaliteit van het net, buiten beschouwing.
AB
Artikel 41b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid in de aanhef wordt «de taken genoemd in artikel 16, eerste lid, met uitzondering van onderdeel p» vervangen door: de taken genoemd in artikel 16, eerste lid, en de taken, bedoeld in artikelen 7a, 17a en 22a.
2. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt «of 20e, tweede of derde lid».
3. Onder vernummering van het vierde naar het vijfde lid wordt na het derde lid een lid ingevoegd, luidende:
4. Voor zover in een besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid, en 41a, eerste lid, geen rekening is gehouden met taken, bedoeld in artikelen 7a of 17a, en de efficiënte kosten daarvan niet op grond van artikel 41c, tweede lid, onderdelen d of f, bij de vaststelling van de tarieven betrokken kunnen worden, doet de netbeheerder een voorstel voor de tarieven die hij voor deze taken in rekening brengt.
AC
Artikel 41c wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor te leveren diensten, terwijl netbeheerders meer efficiënte kosten hebben gemaakt voor diensten in jaar t, of een gedeelte van jaar t, als gevolg van toegekende taken op grond van artikelen 7a of 17a, of andere wettelijke taken, waarmee bij de vaststelling van een besluit als bedoeld in artikel 41, eerste lid en 41a, eerste lid, nog geen rekening is gehouden.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
9. De Autoriteit Consument en Markt toetst bij het vaststellen van de tarieven of de tarieven bedoeld in artikel 41b, vierde lid, objectief, transparant en niet-discriminatoir zijn en of deze gebaseerd zijn op werkelijke kosten.
AD
In artikel 42a, tweede lid, wordt «artikel 16, zestiende lid» vervangen door: artikel 16, veertiende lid.
AE
In artikel 42b, eerste lid, wordt «artikel 16, zestiende lid, vervangen door: artikel 16, veertiende lid.
AF
In artikel 42d, eerste lid, aanhef, wordt «artikel 16, zestiende lid, vervangen door: artikel 16, veertiende lid.
AG
In artikel 43, eerste lid, vervalt «en 16a» en wordt «artikel 17 of 17a» vervangen door: artikel 7a of 17a.
AH
Artikel 77i wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a vervalt «11a, tweede lid,».
2. In onderdeel a wordt «15, achtste lid» vervangen door «15, negende lid» en wordt «16Aa, derde en vierde lid, 16a, 17, vierde lid, 17a, derde en vierde lid, 18, derde lid» vervangen door «16a, 17, vierde lid, 18» en wordt «21, negende lid, tweede volzin» vervangen door: 21, achtste lid.
3. In onderdeel b wordt «16Aa, eerste en tweede lid, 17, eerste en tweede lid, 17a, eerste en tweede lid, 18, eerste lid, 18a, 19a» vervangen door «17, eerste tot en met derde lid, 17a, 17b, 17c, eerste tot en met vierde lid, 18a, 19,» en «79» door: 79, eerste en tweede lid.
AI
Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een netbeheerder die bij de uitvoering van zijn taak de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, draagt er zorg voor dat die gegevens niet ter beschikking komen of kunnen komen van derden, tenzij enig wettelijk voorschrift anders bepaalt.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een netbeheerder maakt alle informatie openbaar die bijdraagt aan een doeltreffende mededinging en een efficiënte werking van de markt, voor zover deze redelijkerwijs te genereren is uit de informatie waarover hij beschikt op basis van de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken.
AJ
Na artikel 93a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. In afwijking van artikel 93a kunnen aandelen in de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet direct of indirect berusten bij een buitenlandse instelling die op grond van nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van de richtlijn, of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse instelling, voor zover:
a. ten minste 75 procent van de aandelen in de netbeheerder en de overwegende zeggenschap over de netbeheerder direct of indirect bij de staat blijft,
b. de samenwerking tussen de netbeheerder en een buitenlandse instelling wordt bevorderd,
c. er sprake is van een aandelenruil die de betrouwbaarheid, betaalbaarheid of duurzaamheid van het net ten goede komt en
d. de aandelen in de netbeheerder of de groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar die netbeheerder deel van uitmaakt, komen te berusten bij een instelling die de beheerder is van een net dat een directe verbinding heeft met het landelijke hoogspanningsnet in Nederland of dat door middel van een landsgrensoverschrijdend net met het landelijke hoogspanningsnet is verbonden.
2. Het voornemen de aandelen in de netbeheerder direct of indirect te laten berusten bij een buitenlandse instelling of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse instelling behoeft instemming van beide kamers der Staten-Generaal.
3. Onze Minister van Financiën treedt niet eerder in onderhandeling dan dertig dagen nadat hij schriftelijk mededeling heeft gedaan aan de Staten-Generaal van het voornemen, bedoeld in het tweede lid.
AK
In artikel 95n wordt «95m, tweede, derde en achtste tot en met twaalfde lid» vervangen door: 95m, eerste, tweede en vijfde tot en met negende lid.
AL
Na artikel 95o wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Gaswet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid, onderdeel aa, vervalt.
2. Het eerste lid, onderdeel am, komt te luiden:
een net waarvoor op grond van artikel 2a ontheffing is verleend;.
3. Na het derde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden meerdere onroerende zaken als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken die zich bevinden in een bouwwerk met:
a. een woonfunctie bestemd voor bewoners die zijn ingeschreven aan een instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs of aan een universiteit of hogeschool als bedoeld in artikel 1.2, onderdelen a en b, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of die zich voorbereiden op een promotie als bedoeld in artikel 7.18 van laatstgenoemde wet,
b. een woonoppervlak van maximaal 50 vierkante meter per wooneenheid en
c. gemeenschappelijke ruimtes die een meeromvattende functie hebben dan de reguliere functie van gemeenschappelijke ruimten in een appartementencomplex,
beschouwd als één onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken indien een eigenaar hierom verzoekt bij de netbeheerder. Een verzoek kan slechts worden ingetrokken ingeval van ingrijpende renovatie van het bouwwerk.
B
In artikel 1a, eerste lid, wordt «met uitzondering van artikel 8, tenzij het gaat om investeringen, genoemd in artikel 8, tweede lid, onderdeel f tot en met i, en met uitzondering van de artikelen 8a, 35a en 54 tot en met 57» vervangen door: met uitzondering van de artikelen en onderwerpen, bedoeld in artikel 1c, eerste en tweede lid.
C
In artikel 1b wordt na «het bepaalde bij of krachtens de wet,» ingevoegd: met uitzondering van de artikelen en onderwerpen, bedoeld in artikel 1c, eerste en tweede lid, en in verband met.
D
Artikel 1c komt te luiden:
1. Onze Minister is belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikelen 5a, 8a, 11, 35a, 51 en 54 tot en met 56, alsmede met onderwerpen die samenhangen met de kwaliteit van het transport van gas met als doel het voorkomen van ongevallen, voorvallen en schade.
2. Bij ministeriële regeling worden de artikelen of delen hiervan betreffende de kwaliteit van het transport van gas bedoeld in het eerste lid aangewezen.
3. Onze Minister wijst bij besluit de ambtenaren aan die toezicht houden op de naleving van de artikelen bedoeld in het eerste en tweede lid.
4. Onze Minister kan in verband met de naleving van de voorschriften bedoeld in het eerste en tweede lid een bindende aanwijzing geven of een bindende gedragslijn opleggen.
5. Onze Minister kan ter handhaving van de voorschriften bedoeld in het eerste en tweede lid een last onder bestuursdwang opleggen.
E
In artikel 1d, onderdeel a wordt «artikel 8, tweede lid» vervangen door: artikel 8.
F
Het opschrift van paragraaf 1.1.b komt te luiden: Experimenten.
G
Artikel 1i wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste en tweede lid komen te luiden:
1. Onze Minister kan met inachtneming van bindende besluiten van de Raad van de Europese Unie, van het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk of van de Europese Commissie bij wege van experiment een ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens deze wet, voor zover:
a. het een experiment betreft op het gebied van hernieuwbare energie, energiebesparing, reductie van CO2 uitstoot of efficiënt gebruik van een gastransportnet of
b. een experiment ten doel heeft het opdoen van praktijkkennis over marktmodellen of tariefreguleringssystematieken.
2. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. welke afwijkingen van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn toegestaan,
b. de groep afnemers waarvoor de afwijkingen gelden,
c. de ten hoogste toegestane tijdsduur van die afwijkingen en het moment en de wijze waarop wordt besloten of de voortzetting van een afwijking, anders dan als experiment, wenselijk is,
d. welke situaties of het aantal situaties waarin een afwijking is toegestaan,
e. de aanvraagprocedure en de termijn waarbinnen op een aanvraag wordt beslist,
f. het verbinden van voorschriften en beperkingen aan de ontheffing en wijziging of intrekking van de ontheffing en
g. de verslaglegging van een experiment door de houder van de ontheffing.
2. Het derde lid vervalt.
3. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot derde en vierde lid.
H
Aan artikel 2 wordt na het negende lid een lid toegevoegd, luidende:
10. Degene aan wie een gastransportnet toebehoort handelt als beheerder van dat net, indien daarvoor geen beheerder is aangewezen krachtens deze wet. De bij of krachtens deze wet aan een netbeheerder opgelegde verplichtingen zijn van overeenkomstige toepassing.
I
Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Autoriteit Consument en Markt kan op diens aanvraag ontheffing verlenen aan een eigenaar van een gastransportnet, niet zijnde het landelijk gastransportnet, van het gebod van artikel 2, achtste lid, indien:
a. het bedrijfs- of productieproces van de gebruikers van een gastransportnet om specifieke technische of veiligheidsredenen geïntegreerd is of het gastransportnet primair gas distribueert voor de eigenaar van dat net of de daarmee verwante ondernemingen,
b. de aanvrager geen netbeheerder is en niet in een groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met een netbeheerder verbonden is,
c. het gastransportnet binnen een geografisch afgebakende industriële locatie, commerciële locatie of locatie met gedeelde diensten ligt en dat net technisch, organisatorisch of functioneel verbonden is,
d. op het gastransportnet minder dan 500 afnemers zijn aangesloten,
e. het gastransportnet geen huishoudelijke eindafnemers van gas voorziet, tenzij er sprake is van incidenteel gebruik door een klein aantal huishoudelijke eindafnemers dat werkzaam is bij of vergelijkbare betrekkingen heeft met de eigenaar van het gastransportnet en
f. de veiligheid en betrouwbaarheid van het gastransportnet voldoende is gewaarborgd.
2. In het zesde lid, onderdeel c, wordt «de artikelen 1g en 1h» vervangen door: artikel 1h.
3. Na het zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
7. De Autoriteit Consument en Markt kan op aanvraag van degene die voornemens is een gastransportnet aan te leggen en die beschikt over de daarvoor benodigde vergunningen, ontheffingen en toestemmingen, ontheffing verlenen van het gebod van artikel 2, achtste lid. Het eerste tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.
4. Het zevende tot en met negende lid wordt vernummerd tot achtste tot en met tiende lid.
5. In het negende lid (nieuw) wordt «zevende lid» vervangen door: achtste lid.
J
Artikel 7a komt te luiden:
1. Een netbeheerder stelt periodiek een investeringsplan op waarin alle noodzakelijke uitbreidingsinvesteringen en vervangingsinvesteringen worden beschreven en onderbouwd.
2. Een netbeheerder legt een ontwerpinvesteringsplan achtereenvolgens voor:
a. aan een ieder ter consultatie en verwerkt de gegeven reacties op de ingediende zienswijzen in het plan,
b. aan de Autoriteit Consument en Markt en, voor zover het een ontwerpinvesteringsplan voor het landelijk gastransportnet betreft, aan Onze Minister.
3. De Autoriteit Consument en Markt toetst of een netbeheerder in redelijkheid tot het ontwerpinvesteringsplan heeft kunnen komen.
4. Onze Minister toetst of de netbeheerder van het landelijk gastransportnet zich in voldoende mate rekenschap heeft gegeven van ontwikkelingen in de energiemarkt.
5. Een netbeheerder stelt het investeringsplan vast en verantwoordt daarbij hoe de resultaten van consultatie en toetsing zijn verwerkt.
6. Een netbeheerder voert de in het investeringsplan opgenomen investeringen uit.
7. Een netbeheerder legt wijzigingen, niet zijnde significante wijzigingen, voor aan de Autoriteit Consument en Markt. Het tweede tot en met zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing bij een significante wijziging.
8. In het investeringsplan opgenomen investeringen worden noodzakelijk geacht voor de uitvoering van de op grond van deze wet aan de netbeheerder toegekende taken.
9. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a. de termijn waarvoor het investeringsplan geldt,
b. de nadere inhoud en het aggregatieniveau van een investeringsplan,
c. de procedure waarlangs een investeringsplan tot stand komt,
d. de wijze waarop de noodzaak van investeringen wordt aangetoond,
e. het tijdstip en de frequentie waarmee een investeringsplan dan wel onderdelen daarvan, wordt opgesteld dan wel aangepast,
f. de wijze waarop en bij wie een ontwerpinvesteringsplan wordt geconsulteerd,
g. de wijze waarop bekendheid wordt gegeven aan een investeringsplan.
10. De regels, bedoeld in het achtste lid, kunnen verschillen voor verschillende soorten gastransportnetten, verschillende delen van gastransportnetten met een verschillend drukniveau en verschillende netbeheerders.
11. Onze Minister kan een bindende gedragslijn opleggen in het kader van de verplichting om rekenschap te geven van ontwikkelingen in de energiemarkt, bedoeld in het vierde lid.
K
Artikel 8 komt te luiden:
1. Een netbeheerder:
a. hanteert een doeltreffend kwaliteitsborgingssysteem voor de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken en
b. beschikt over een document waarin is aangegeven op welke wijze hij uitvoering geeft aan onderdeel a.
2. Onder een doeltreffend kwaliteitsborgingssysteem wordt verstaan het geheel van samenhangende plannen, processen en procedures dat een netbeheerder in staat stelt de kwaliteit van zijn gastransportnet en de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken te registreren, te monitoren en waar nodig bij te sturen.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld, die kunnen verschillen voor verschillende gastransportnetten, verschillende delen van gastransportnetten met een verschillend drukniveau en verschillende netbeheerders, over:
a. het kwaliteitsborgingsysteem;
b. de onderwerpen die in het document, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, ten minste moeten zijn opgenomen;
c. het verstrekken van gegevens en inlichtingen over het kwaliteitsborgingssysteem of het verstrekken van het document bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, aan de Autoriteit Consument en Markt of aan Onze Minister;
d. het bewaren en openbaar maken van gegevens over het kwaliteitsborgingssysteem of van het document bedoeld in het eerste lid;
e. evaluatie van het kwaliteitsborgingssysteem.
L
In artikel 8a vervalt het tweede lid onder vernummering van het derde lid tot tweede lid.
M
In artikel 9, eerste lid, wordt «uit het document, bedoeld in artikel 8, of uit de overzichten, bedoeld in artikel 35b» vervangen door: uit het investeringsplan, bedoeld in artikel 7a, het document, bedoeld in artikel 8, of uit de overzichten, bedoeld in artikel 35b.
N
Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het derde lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. netverliezen in te kopen.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. Een netbeheerder heeft, in aanvulling op de in het eerste, derde en vijfde lid genoemde taken, in het voor hem krachtens artikel 12f vastgestelde gebied tevens tot taak om:
a. een ieder die verzoekt om een aansluiting die een doorlaatwaarde heeft van ten hoogste 40 m3(n) per uur of van groter dan 40 m3(n) per uur te voorzien van deze aansluiting;
b. aansluitingen te beheren en onderhouden;
c. aansluitingen te wijzigen of verwijderen, indien de aangeslotene hierom verzoekt.
3. Het zevende lid vervalt.
4. Het achtste tot en met elfde lid wordt vernummerd tot zevende tot en met tiende lid.
O
Na artikel 10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Een netbeheerder verricht geen andere werkzaamheden dan die nodig zijn voor een goede uitvoering van de bij of krachtens de wet aan hem toegekende taken.
2. In afwijking van het eerste lid mag een netbeheerder in opdracht van een andere netbeheerder de aan die netbeheerder toegekende taken uitvoeren.
3. Een netbeheerder besteedt geen werkzaamheden bij een afnemer uit aan een onderneming waar een leverancier onderdeel van uitmaakt.
4. Ingeval van uitbesteding van werkzaamheden behoudt de netbeheerder de verantwoordelijkheid voor de onafhankelijke uitvoering van deze werkzaamheden.
P
In artikel 10a, eerste lid, vervalt onderdeel d, onder verlettering van onderdelen e tot en met p naar onderdelen d tot en met o.
Q
Artikel 10b komt te luiden:
1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen één of meer andere taken dan de op grond van deze wet toegekende taken voor de duur van ten hoogste vijf jaren per taak worden toegestaan aan een netbeheerder voor zover:
a. deze taken verband houden met de op grond van deze wet aan hem toegekende taken,
b. deze taken van belang zijn voor het toekomstig beheer van het gastransportnet en
c. marktpartijen niet of in beperkte mate in de uitvoering van de taken voorzien.
2. Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de voortzetting of beëindiging van een toegestane taak.
3. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
R
Artikel 10c komt te luiden:
1. Een netbeheerder bevoordeelt niet een met hem verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek boven een andere onderneming waarmee die groepsmaatschappij in concurrentie treedt en kent aan die groepsmaatschappij geen voordelen toe die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over handelingen die voordelen genereren die verder gaan dan in het normale handelsverkeer gebruikelijk is.
S
Artikel 10d komt te luiden:
1. Een groep als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar een netbeheerder deel van uitmaakt, verricht in hoofdzaak handelingen en activiteiten die betrekking hebben op het beheer van gastransportnetten.
2. Een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek beperkt zich in Nederland tot infrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten of voor wat betreft handelingen en activiteiten die gerelateerd zijn aan het beheer van gastransportnetten of netten als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, van de Elektriciteitswet 1998, tot handelingen en activiteiten die betrekking hebben op:
a. aanleg en beheer van landgrensoverschrijdende gastransportnetten,
b. aanleg en beheer van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen,
c. aanleg, onderhoud en het ter beschikking stellen van installaties,
d. meetdiensten en meetinrichtingen,
e. certificering van hernieuwbare energie en
f. energiebeurzen.
3. Een met de landelijke netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek mag in aanvulling op het tweede lid handelingen en activiteiten verrichten met betrekking tot aanleg en beheer van LNG- en gasopslaginstallaties en gasinfrastructuur, voor zover deze activiteiten niet tot gevolg hebben dat niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor aanwijzing als netbeheerder van het landelijk gastransportnet, bedoeld in artikel 2, eerste lid.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere aan energie-infrastructuur gerelateerde handelingen of activiteiten worden aangewezen die de groepsmaatschappij, bedoeld in het tweede lid, voor een in deze algemene maatregel van bestuur vastgelegde duur kan verrichten.
5. Indien handelingen of activiteiten worden aangewezen op grond van het vierde lid, worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld over de voortzetting of beëindiging van die handelingen of activiteiten.
6. De voordracht voor een krachtens het vierde en vijfde lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
T
Na artikel 10d wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Het is een ander dan een netbeheerder verboden de op grond van deze wet aan een netbeheerder toegekende taken, anders dan tijdelijke taken als bedoeld in artikel 10b, uit te voeren, met uitzondering van:
a. de werkzaamheden die een netbeheerder aan een ander uitbesteedt;
b. de aanleg van leidingen en daarmee verbonden hulpmiddelen.
U
In artikel 12a, onderdeel c, wordt «een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onder a, een aansluitpunt als bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel b» vervangen door: een aansluiting als bedoeld in artikel 10, zesde lid.
V
Artikel 35a komt te luiden:
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de uitvoering van onderdelen van verordeningen en besluiten als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, vastgesteld krachtens de richtlijn en de verordeningen, bedoeld in artikel 1a, eerste lid.
W
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Een netbeheerder, een gasopslagbedrijf of een LNG-bedrijf dat bij de uitvoering van zijn taak de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, draagt er zorg voor dat die gegevens niet ter beschikking komen of kunnen komen van derden, tenzij enig wettelijk voorschrift anders bepaalt.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. Een netbeheerder, een gasopslagbedrijf of een LNG-bedrijf maakt alle informatie openbaar die bijdraagt aan een doeltreffende mededinging en een efficiënte werking van de markt, voor zover deze redelijkerwijs te genereren is uit de informatie waarover hij beschikt op basis van de uitvoering van de op grond van deze wet aan hem toegekende taken.
X
Artikel 39f vervalt.
Y
In artikel 52c wordt «52b, tweede, derde en achtste tot en met twaalfde lid» vervangen door: 52b, eerste, tweede en vijfde tot en met negende lid.
Z
Artikel 55 vervalt.
AA
Artikel 56 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «, en artikel 55».
2. In het tweede lid vervalt «, en artikel 55, derde lid».
AB
Artikel 57 vervalt.
AC
Artikel 60ac komt te luiden:
De Autoriteit Consument en Markt kan een last onder bestuursdwang opleggen in geval van overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze wet met uitzondering van de artikelen bedoeld in artikel 1c, eerste en tweede lid, dan wel van overtreding van het bepaalde bij of krachtens verordening 715/2009, verordening 994/2010 en verordening 1227/2011.
AD
Artikel 60ad wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt «2a, achtste lid» vervangen door «2a, negende lid» en «7a, derde en vierde lid, 10, tweede lid en derde lid, onderdeel b, 10b, vierde lid, 10c, derde en vierde lid, 10d, derde lid,» door: 7a, 10, tweede lid en derde lid, onderdeel b, 10Aa, vierde lid, 10Ee,.
2. In onderdeel b vervalt «7a, eerste en tweede lid,».
3. In onderdeel b wordt «10b, eerste en tweede lid, 10c, eerste en tweede lid, 10d, eerste lid, 10e» vervangen door «10Aa, eerste tot en met derde lid, 10b, 10c, 10d, eerste tot en met vijfde lid, 10e,» en «37» door: 37, eerste tot en met derde lid».
AE
In artikel 66f, tweede lid, vervalt «of een aansluitpunt».
AF
In artikel 66i, tweede lid, wordt «handelaar of afnemer» vervangen door: handelaar, afnemer of de Nederlandse emissieautoriteit, bedoeld in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer,.
AG
Artikel 80 komt te luiden:
De tarieven voor het transport van gas en voor de dat transport ondersteunende diensten, de tarieven voor het verzorgen van een aansluiting, alsmede de tarieven voor experimenten en tijdelijke taken als bedoeld in artikelen 1i en 10b, worden vastgesteld overeenkomstig de artikelen 81 tot en met 81c.
AH
Artikel 81b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, onderdeel e, vervalt «of 39f, tweede lid».
2. Onder vernummering van het tweede naar het derde lid wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
2. Voor zover in een besluit als bedoeld in artikel 81, eerste lid, en 81a, eerste lid, geen rekening is gehouden met taken, bedoeld in artikelen 1i of 10b, en de efficiënte kosten daarvan niet op grond van artikel 81c, tweede lid, onderdelen d of e, bij de vaststelling van de tarieven betrokken kunnen worden, doet de netbeheerder een voorstel voor de tarieven die hij voor deze taken in rekening brengt.
AI
Artikel 81c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt «en aansluitplicht».
2. Aan het tweede lid wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. zijn vastgesteld met gebruikmaking van gegevens omtrent kosten voor te leveren diensten, terwijl netbeheerders meer efficiënte kosten hebben gemaakt voor diensten in jaar t, of een gedeelte van jaar t, als gevolg van toegekende taken op grond van artikelen 1i of 10b, of andere wettelijke taken, waarmee bij de vaststelling van een besluit als bedoeld in artikel 81, eerste lid en 81a, eerste lid, nog geen rekening is gehouden.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
6. De Autoriteit Consument en Markt toetst bij het vaststellen van de tarieven of de tarieven bedoeld in artikel 81b, tweede lid, objectief, transparant en niet-discriminatoir zijn en of deze gebaseerd zijn op werkelijke kosten.
AJ
In artikel 82, derde lid, vervalt «39f, derde lid,».
AK
Artikel 85a komt te luiden:
AL
Na artikel 85a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De aandelen in de netbeheerder van het landelijk gastransportnet kunnen direct of indirect berusten bij een buitenlandse instelling die op grond van nationale wettelijke regels is belast met het beheer van een transmissiesysteem als bedoeld in artikel 2, onderdeel 4, van de richtlijn, of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse instelling, voor zover:
a. ten minste 75 procent van de aandelen in de netbeheerder en de overwegende zeggenschap over de netbeheerder direct of indirect bij de staat blijft,
b. de samenwerking tussen de netbeheerder en een buitenlandse instelling wordt bevorderd,
c. er sprake is van een aandelenruil die de betrouwbaarheid, betaalbaarheid of duurzaamheid van het gastransportnet ten goede komt en
d. de aandelen in de netbeheerder of de groep, bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek waar die netbeheerder deel van uitmaakt, komen te berusten bij een instelling die de beheerder is van een net dat een directe verbinding heeft met het landelijke gastransportnet in Nederland of dat door middel van een landsgrensoverschrijdend net met het landelijke gastransportnet is verbonden.
2. Het voornemen de aandelen in de netbeheerder direct of indirect te laten berusten bij een buitenlandse instelling of bij de middellijk of onmiddellijk aandeelhouder van die buitenlandse instelling behoeft instemming van beide kamers der Staten-Generaal.
3. Onze Minister van Financiën treedt niet eerder in onderhandeling dan dertig dagen nadat hij schriftelijk mededeling heeft gedaan aan de Staten-Generaal van het voornemen, bedoeld in het tweede lid.
Na artikel 31, tweede lid, van de Wet implementatie EU-richtlijnen energie-efficiëntie wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. In afwijking van het tweede lid kan bij algemene maatregel van bestuur het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens artikel 10 worden opgedragen aan de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt.
Een ontheffing voor een experiment op basis van artikel 7a van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, wordt voor de duur van die ontheffing gelijkgesteld met een ontheffing op basis van artikel 7a van de Elektriciteitswet 1998 zoals dat wordt gewijzigd door artikel I, onderdeel C.
1. Een ontheffing aan een eigenaar van een gesloten distributiesysteem op basis van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998 zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel H, wordt gelijkgesteld met een ontheffing op basis van artikel 15 van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat wordt gewijzigd door artikel I, onderdeel H.
2. De artikelen V en VI van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) (Stb. 2012, 334) blijven van toepassing.
1. Indien voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel J, op verzoek een meetinrichting ter beschikking is gesteld aan een afnemer, niet zijnde een afnemer als bedoeld in artikel 95a, eerste lid, blijft de netbeheerder deze meetinrichting op verzoek ter beschikking stellen en wordt deze meetinrichting op verzoek van die afnemer beheerd door de netbeheerder.
2. Indien voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, een transformator ter beschikking is gesteld aan een afnemer, blijft de netbeheerder deze transformator ter beschikking stellen en wordt deze transformator beheerd door de netbeheerder.
In afwijking van artikel 17, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat met artikel I, onderdeel N, komt te luiden, kan een netbeheerder tot een jaar na inwerkingtreding van dat onderdeel werkzaamheden verrichten die de bedrijfsvoering ondersteunen van een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover die werkzaamheden door de netbeheerder werden verricht voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N.
In aanvulling op het met artikel I, onderdeel P, ingevoegde artikel 17c, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, kan een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aandelen houden in een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet, indien deze aandelen op het tijdstip van inwerkingtreding van dat onderdeel werden gehouden.
De Autoriteit Consument en Markt betrekt de kosten van een bijzondere uitbreidingsinvestering voor zover die doelmatig zijn en waarvan voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T, de noodzaak is vastgesteld op grond van artikel 20e, tweede of derde lid, van de Elektriciteitswet 1998, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel I, onderdeel T, bij het vaststellen van de tarieven.
De Autoriteit Consument en Markt betrekt in aanvulling op artikel 41c, zevende lid, van de Elektriciteitswet 1998 de kosten die gemaakt zijn in verband met de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel I, onderdeel W, in de periode tussen 1 januari 2011 en de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel W, bij het vaststellen van de tarieven.
1. Onder een aansluiting wordt in de Gaswet mede verstaan een aansluitpunt, dat bestaat uit een deel van de aansluiting van het gastransportnet tot en met de eerste afsluiter die is aangelegd voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel N.
2. Indien sprake is van een aansluitpunt als bedoeld in de Gaswet zoals die luidde voor inwerkingtreding van deze wet, beperkt de taak, bedoeld in artikel 10, zesde lid, onderdeel b, van de Gaswet, zoals gewijzigd door artikel II, onderdeel N van deze wet, zich tot het beheer en onderhoud van dat aansluitpunt.
Een ontheffing voor een experiment op basis van artikel 1i van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel G, wordt gelijkgesteld met een ontheffing op basis van artikel 1i van de Gaswet zoals dat wordt gewijzigd door artikel II, onderdeel G.
1. Een ontheffing aan een eigenaar van een gesloten distributiesysteem op basis van artikel 2a van de Gaswet zoals dit luidde onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van artikel II, onderdeel H, wordt gelijkgesteld met een ontheffing op basis van artikel 2a van de Gaswet, zoals dat wordt gewijzigd door artikel II, onderdeel I.
2. De artikelen V en VI van de Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) (Stb. 2012, 334) blijven van toepassing.
In afwijking van artikel 10Aa, eerste lid, van de Gaswet zoals dat met artikel II, onderdeel O, komt te luiden, kan een netbeheerder tot een jaar na inwerkingtreding van dat onderdeel werkzaamheden verrichten die de bedrijfsvoering ondersteunen van een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover die werkzaamheden door de netbeheerder werden verricht voor de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel O.
In aanvulling op het met artikel II, onderdeel Q, ingevoegde artikel 10d, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998, kan een met een netbeheerder verbonden groepsmaatschappij als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aandelen houden in een drinkwaterbedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet, indien deze aandelen op het tijdstip van inwerkingtreding van dat onderdeel werden gehouden.
De Autoriteit Consument en Markt betrekt de kosten van een bijzondere uitbreidingsinvestering voor zover die doelmatig zijn en waarvan voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel II, onderdeel X, de noodzaak is vastgesteld op grond van artikel 39f, tweede of derde lid, van de Gaswet, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel II, onderdeel X, bij het vaststellen van de tarieven.
1. Het recht zoals dit gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op bezwaar, beroep, of een voorlopige voorziening tegen een voor dat tijdstip bekendgemaakt besluit op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet.
2. Het recht zoals dit gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op overtredingen van het bepaalde bij of krachtens de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet zoals die luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,