Wetsartikelen 1 tot en met 3
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:
de departementale begrotingsstaat voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII);
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
Door middel van het onderhavige wetsvoorstel wordt voorgesteld de uitgaven van de begroting 2016 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) te verhogen met EUR 188,5 miljoen en de ontvangsten te verhogen met EUR 9,5 miljoen.
In de toelichting worden de wijzigingen welke zijn opgetreden in de omvang van de HGIS en de belangrijkste mutaties op de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegelicht. Ten slotte volgt per artikel de nieuwe stand en een toelichting op de opmerkelijke verschillen.
Per artikel is een tabel opgenomen met de mutaties. De toelichting per beleidsartikel heeft betrekking op de kolom mutaties suppletoire begroting. Het aantal financiële instrumenten is aanzienlijk. Dat betekent dat er in sommige gevallen geen uitputtende opsomming is van de financiële instrumenten per artikelonderdeel.
Conform de Rijksbegrotingsvoorschriften en de Comptabiliteitswet van 2001 dienen de opmerkelijke verschillen tussen de oorspronkelijke en huidige raming te worden toegelicht. Daarbij wordt vanaf 2016 gebruik gemaakt van het financiële instrument. Ook is omschreven welke ondergrens gehanteerd moet worden, waarboven een uitgavenmutatie moet worden toegelicht. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige en technische mutaties. Op verplichtingenniveau worden mutaties groter dan 10% ten opzichte van de vorige stand, op artikelniveau toegelicht.
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Het voorstel is om de uitgaven voor 2016 per saldo te verhogen met EUR 188,5 miljoen. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door een saldo van mutaties op de beleidsartikelen 1, 3, 4 en 5. Zie hieronder.
De raming van de instroom van asielzoekers in Nederland wordt ten opzichte van de Eerste Suppletoire Begroting 2016 aangepast van 58.000 naar 32.000 voor 2016 (zie ook de brief van 8 november «Ontwikkelingen asielinstroom in relatie tot opvang en huisvesting» aan Uw Kamer). De aangepaste raming heeft gevolgen voor de toerekening aan ODA voor de eerstejaarsopvang van vluchtelingen uit DAC-landen. Deze wordt verlaagd met in totaal EUR 460 miljoen, verdeeld over 2016 (EUR 290 miljoen) en 2017 (EUR 170 miljoen). Dit bedrag blijft onderdeel uitmaken van het ODA-budget. Het wordt overgeboekt van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en wordt ingezet ten behoeve van het nog in te vullen meerjarige tekort op artikel 5.2/5.4 «nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen». Dit tekort is gemiddeld EUR 372 miljoen per jaar in de periode 2017 tot en met 2020.
Verder wordt bij Najaarsnota de ODA toerekening van de kosten voor eerstejaarsopvang asiel 2015 en 2016 gecorrigeerd met EUR 31 miljoen, vanwege een administratieve narekening waarbij bleek dat te veel aan ODA is toegerekend. Het bedrag wordt overgeboekt naar de BHOS begroting en komt ten goede aan het Noodhulpfonds. Middelen van het Noodhulpfonds kunnen flexibel worden ingezet over de jaren 2014–2017. De correctie vanaf 2017 bedraagt naar verwachting EUR 17 miljoen en wordt bij Voorjaarsnota verwerkt, waarmee de totale intensivering van het Noodhulpfonds op EUR 48 miljoen komt, waarvan EUR 45 miljoen voor de Dutch Relief Alliance.
In aanvulling op het bovenstaande vindt u hieronder een overzicht van de meest in het oog springende wijzigingen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2016 van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII):
Artikel |
Mutatie |
|
---|---|---|
1.2 |
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid |
– 20,6 |
1.4 |
Dutch Good Growth Fund |
– 34,0 |
3.3 |
Versterkt maatschappelijk middenveld |
– 65,3 |
4.4 |
Noodhulpfonds |
+ 31,0 |
5.2 |
Overig armoedebeleid |
+ 268,0 |
Toelichting
Artikel 1
De daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere liquiditeitsbehoefte bij uitvoerder RVO op diverse programma’s voor internationaal ondernemen. De bevoorschotting is neerwaarts bijgesteld. Zo is bij het programma Partners for International Business (PIB) de liquiditeitsprognose neerwaarts bijgesteld en zo ook de kasverwachting voor DTIF i.v.m. de vertraagde opstart ervan. Daarentegen wordt het budget voor RVO verhoogd met EUR 2,4 miljoen voor aanvullende deelopdrachten.
Op artikel 1.4 is bij het Dutch Good Growth Fund in 2016 sprake van lagere uitgaven (EUR 34 miljoen). De totale vraag op het onderdeel «export financiering en verzekering» (onderdeel 3) binnen het DGGF valt in 2016 lager uit. In latere jaren wordt het budget voor DGGF verhoogd waardoor de totale meerjarige omvang van DGGF gelijk blijft.
Artikel 3
Bij Maatschappelijk middenveld is het budget met EUR 65 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de raming voor de eindafrekening MFS-II te hoog is gebleken en door de latere start van het Voice Programma en het Accountability Fund.
Artikel 4
In het kader van de toerekening aan ODA van de eerstejaarskosten van de opvang van asielzoekers is een aantal correcties doorgevoerd. Het hiermee gemoeide bedrag voor 2016 is vastgesteld op EUR 31 miljoen en wordt toegevoegd aan de BHOS begroting. Dit bedrag van EUR 31 miljoen komt ten goede aan het Noodhulpfonds op artikel 4.4.
Artikel 5
De uitgaven op dit artikel nemen toe met EUR 272 miljoen. Het budget is verhoogd vanwege de nieuwe raming van toerekening aan ODA van de eerstejaarsopvangkosten asielzoekers in 2016. De raming van de instroom is t.o.v. de eerste Suppletoire Begroting 2016 aangepast van 58.000 naar 32.000 in 2016.
Beleidsartikel 1
Stand ontwerpbegroting 2016 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2016 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
325.230 |
362.137 |
115.893 |
478.030 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
582.187 |
514.429 |
– 45.601 |
468.828 |
||
waarvan juridisch verplicht |
99% |
|||||
1.1 |
Versterkt internationaal handelssysteem, met aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen |
15.695 |
15.645 |
– 814 |
14.831 |
|
Opdrachten |
||||||
Beleidsondersteuning internationaal ondernemen |
2.719 |
2.719 |
1.117 |
3.836 |
||
Bijdrage (inter)nationale organisaties |
||||||
Contributies internationaal ondernemen |
5.670 |
5.670 |
330 |
6.000 |
||
Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
7.306 |
7.256 |
– 2.261 |
4.995 |
||
1.2 |
Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie en economische naamsbekendheid |
70.599 |
83.679 |
– 20.625 |
63.054 |
|
Subsidies |
||||||
Starters International Business (SIB)/ Programma Strategische Beurzen |
5.940 |
5.940 |
0 |
5.940 |
||
Partners for International Business (PIB) |
11.732 |
11.732 |
– 4.000 |
7.732 |
||
Financieringsfaciliteit/Demontratieprojecten, haalbaarheidsstudies en investeringsstudies (DHI) |
15.000 |
10.000 |
– 4.525 |
5.475 |
||
Package4growth non-ODA |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Overig Programmatische Aanpak |
2.500 |
1.780 |
0 |
1.780 |
||
PSO/2g@there |
2.500 |
2.500 |
0 |
2.500 |
||
Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) |
0 |
18.800 |
– 13.800 |
5.000 |
||
Leningen |
||||||
Finance for International Business (FIB) |
1.000 |
1.000 |
– 700 |
300 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
||||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
26.000 |
26.000 |
2.400 |
28.400 |
||
Versterking economische functie (NBSO’s via RVO) |
5.927 |
5.927 |
0 |
5.927 |
||
1.3 |
Versterkte private sector en een verbeterd investeringsklimaat in ontwikkelingslanden |
345.893 |
295.605 |
9.838 |
305.443 |
|
Subsidies |
||||||
Transitiefaciliteit |
500 |
2.050 |
– 375 |
1.675 |
||
Marktontwikkeling in het kader van private sector development |
53.890 |
67.890 |
– 7.148 |
60.742 |
||
Wet en regelgeving |
9.070 |
7.000 |
– 3.000 |
4.000 |
||
Financiele sectorontwikkeling |
27.961 |
24.100 |
– 4.100 |
20.000 |
||
Versterking privaat ondernemerschap |
67.284 |
46.910 |
12.590 |
59.500 |
||
Infrastructuurontwikkeling |
94.803 |
50.000 |
12.863 |
62.863 |
||
Samenwerking bedrijfsleven en PPP’s |
7.400 |
8.700 |
6.500 |
15.200 |
||
Versterking privaat ondernemerschap non-ODA |
6.382 |
4.625 |
– 2.265 |
2.360 |
||
Technische assistentie DGGF |
11.900 |
11.900 |
– 5.390 |
6.510 |
||
0 |
||||||
Bijdragen aan agentschappen |
0 |
|||||
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
35.000 |
42.355 |
0 |
42.355 |
||
0 |
||||||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
0 |
|||||
International Labour Organization |
5.217 |
5.217 |
504 |
5.721 |
||
Partnershipprogramma ILO |
5.000 |
5.500 |
0 |
5.500 |
||
International Finance Corporation |
2.628 |
0 |
0 |
0 |
||
Landenprogramma’s ondernemingsklimaat |
13.700 |
14.200 |
520 |
14.720 |
||
Bedrijfsmatige technische bijstand |
1.709 |
1.709 |
0 |
1.709 |
||
1.4 |
Dutch Good Growth Fund: intensivering van ontwikkelingsrelevante investeringen in en handel met ontwikkelingslanden door het Nederlandse en het lokale bedrijfsleven, met de focus op het MKB en bij uitzondering en onder condities grootbedrijf |
150.000 |
119.500 |
– 34.000 |
85.500 |
|
Subsidies/Leningen/Garanties |
||||||
programma’s Dutch Good Growth Fund |
150.000 |
119.500 |
– 34 000 |
85.500 |
||
Ontvangsten |
23.463 |
93.032 |
500 |
93.532 |
||
1.10 |
Ontvangsten duurzame handel en investeringen |
23.463 |
92.532 |
0 |
92.532 |
|
1.40 |
Ontvangsten DGGF |
500 |
500 |
1.000 |
Verplichtingen
Op het verplichtingenbudget is er een stijging te zien van EUR 115 miljoen. Dit hangt met name samen met programma’s in het kader van Private Sector Development (PSD). Zo is het budget verhoogd ten behoeve van nieuwe meerjarige verplichtingen voor PUM (Programma Uitvoering Managers van het VNO-NCW) en het Vakbond Medefinanciering Programma (VMP) ter versterking van het privaat ondernemerschap. Verder is er een nieuwe verplichting aangegaan met Solidaridad van EUR 44 miljoen voor de periode 2016–2020.
Uitgaven
Artikel 1.2
De daling wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een lagere liquiditeitsbehoefte bij uitvoerder RVO op diverse programma’s voor internationaal ondernemen. De bevoorschotting is neerwaarts bijgesteld. Zo is bij het programma Partners for International Business (PIB) de liquiditeitsprognose neerwaarts bijgesteld en zo ook de kasverwachting voor DTIF i.v.m. de vertraagde opstart ervan. Daarentegen wordt het budget voor RVO verhoogd met EUR 2,4 miljoen voor aanvullende deelopdrachten.
Artikel 1.3
De per saldo stijging van EUR 9 miljoen op dit subartikel hangt samen met aanpassingen in het kasritme van de onderliggende programma’s. Op de deelthema’s «financiële sector ontwikkeling» en «versterking privaat ondernemerschap» is er sprake van een verlaging en op de deelthema’s «marktontwikkeling», «samenwerking met het bedrijfsleven» en «infrastructuurontwikkeling» van een verhoging.
Artikel 1.4
Bij het DGGF is sprake van een verlaging van EUR 34 miljoen. De totale vraag op het onderdeel «export financiering en verzekering» (onderdeel 3) binnen het DGGF valt in 2016 lager uit. In latere jaren wordt het budget voor DGGF verhoogd waardoor de totale meerjarige omvang van DGGF gelijk blijft.
Beleidsartikel 2
Stand ontwerpbegroting 2016 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2016 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
430.533 |
736.239 |
45.620 |
781.859 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
623.820 |
643.256 |
– 1.532 |
641.724 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
2.1 |
Toename van voedselzekerheid |
328.795 |
337.295 |
– 568 |
336.727 |
|
Subsidies |
||||||
Internationaal onderwijsprogramma |
32.700 |
2.700 |
– 2.700 |
0 |
||
Duurzame voedselproductie |
73.500 |
3.500 |
– 3.500 |
|||
Marktontwikkeling in het kader van voedselzekerheid |
40.656 |
1.500 |
– 1.500 |
0 |
||
Voeding |
17.000 |
0 |
0 |
|||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
Partnerschapsprogramma FAO |
2.500 |
0 |
0 |
0 |
||
versterking ruraal ondernemersklimaat |
20.596 |
0 |
0 |
0 |
||
Landenprogramma’s voedselzekerheid |
141.843 |
140.343 |
9.242 |
149.585 |
||
Subsidies |
||||||
Realiseren ecologisch houdbare voedselsystemen |
0 |
34.700 |
– 9.700 |
25.000 |
||
Bevorderen inclusieve en duurzame groei in de agrarische sector |
0 |
103.423 |
– 25.171 |
78.252 |
||
Kennis en capaciteitsopbouw t.b.v. voedselzekerheid |
0 |
34.129 |
31.761 |
65.890 |
||
Uitbannen huidige honger en voeding |
0 |
17.000 |
1.000 |
18.000 |
||
2.2 |
Verbeterd waterbeheer, drinkwater en sanitatie |
181.657 |
188.782 |
0 |
188.782 |
|
Subsidies |
||||||
Integraal waterbeheer |
26.623 |
31.623 |
0 |
31 623 |
||
Drinkwater en sanitatie |
37.110 |
42.110 |
2.830 |
44.940 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
Wereldbank |
5.000 |
5.000 |
0 |
5.000 |
||
Landenprogramma’s integraal waterbeheer |
61.233 |
63.399 |
– 2.830 |
60.569 |
||
Landenprogramma’s drinkwater en sanitatie |
51.691 |
46.650 |
0 |
46.650 |
||
2.3 |
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen, tegengaan van klimaatverandering en vergrote weerbaarheid van de bevolking tegen onafwendbare klimaatverandering |
113.368 |
117.179 |
– 964 |
116.215 |
|
Subsidies |
||||||
Hernieuwbare energie |
30.000 |
29.400 |
0 |
29.400 |
||
Duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen en klimaat algemeen |
39.744 |
41.564 |
– 2.100 |
39.464 |
||
Bijdragen (inter) nationale organisaties |
||||||
Klimaat: algemene vrijwillige en verplichte bijdragen |
14.240 |
14.416 |
– 176 |
14.240 |
||
GEF |
20.000 |
20.750 |
0 |
20.750 |
||
UNEP |
5.142 |
5.142 |
0 |
5.142 |
||
Landenprogramma’s klimaatbeleid |
3.885 |
5.550 |
– 528 |
5.022 |
||
Landenprogramma’s milieubeleid; biodiversiteit en bossen |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Landenprogramma’s klimaat, energie en milieutechnologie |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Contributie IZA/IZT |
357 |
357 |
– 31 |
326 |
Verplichtingen
Om de beleidsdoelstellingen te realiseren op het speerpunt «drinkwater en sanitatie» is het verplichtingenbudget verhoogd ten behoeve van diverse waterprojecten. Het betreft hierbij onder meer nieuwe bijdrage aan WASH Alliance (Water, Sanitation and Hygiene) en WSSC UNOPS (Water Supply and Sanitation Collaborative Council).
Uitgaven
Geen toelichting.
Beleidsartikel 3
Stand ontwerpbegroting 2016 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2016 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
580.209 |
950.714 |
27.881 |
978.595 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
855.642 |
854.286 |
– 51.116 |
803.170 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
3.1 |
Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten voor iedereen en een halt aan de verspreiding van HIV/aids |
421.784 |
421.784 |
157 |
421.941 |
|
Subsidies |
||||||
Centrale programma’s SRGR & HIV/aids |
158.864 |
166.739 |
4.100 |
170.839 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
UNICEF |
12.000 |
12.000 |
0 |
12.000 |
||
UNAIDS |
20.000 |
20.000 |
0 |
20.000 |
||
SRGR; Strategische Alliantie Internationale NGO’s |
1.500 |
1.875 |
0 |
1.875 |
||
Global Fund to Fight Aids, Malaria and Tuberculosis |
54.000 |
54.000 |
0 |
54.000 |
||
UNFPA |
60.000 |
65.000 |
– 1.000 |
64.000 |
||
WHO-PAHO |
6.713 |
6.713 |
0 |
6.713 |
||
Partnershipprogramma WHO |
11.683 |
11.683 |
0 |
11.683 |
||
Landenprogramma’s SRGR & HIV/aids |
97.024 |
83.774 |
– 2.943 |
80.831 |
||
3.2 |
Gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
46.417 |
46.339 |
12.584 |
58.923 |
|
Subsidies |
||||||
Vrouwenrechten en gendergelijkheid |
31.939 |
32.358 |
12.550 |
44.908 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
UNWOMEN |
9.000 |
9.000 |
0 |
9.000 |
||
Landenprogramma’s gelijke rechten en kansen voor vrouwen |
5.478 |
4.981 |
34 |
5.015 |
||
3.3 |
Versterkt maatschappelijk middenveld |
335.282 |
335.476 |
– 65.286 |
270.190 |
|
Subsidies |
||||||
Vakbondsmedefinancieringsprogramma |
4.000 |
3.678 |
0 |
3 678 |
||
SNV programma |
7.000 |
7.000 |
– 7.000 |
0 |
||
Versterking maatschappelijk middenveld |
323.000 |
323.000 |
– 58.286 |
264.714 |
||
Twinningsfaciliteit Suriname |
1.282 |
1.798 |
0 |
1.798 |
||
3.4 |
Toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van hoger- en beroepsonderwijsinstellingen en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek |
52.159 |
50.687 |
1.429 |
52.116 |
|
Subsidies |
||||||
Onderzoekprogramma’s |
4.000 |
3.000 |
138 |
3.138 |
||
Onderwijsprogramma’s |
0 |
121 |
960 |
1.081 |
||
Internationale hoger onderwijsprogramma’s |
45.459 |
45.459 |
0 |
45.459 |
||
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Landenprogramma’s hoger onderwijs |
2.000 |
1.150 |
0 |
1.150 |
||
Landenprogramma’s onderwijs algemeen |
700 |
957 |
331 |
1.288 |
||
Internationale onderwijsinstituten |
0 |
0 |
0 |
Uitgaven
Artikel 3.2
Het budget voor gender wordt verhoogd als gevolg van de uitvoering van de motie Van Laar / Van Veldhoven (Kamerstuk 33 625, nr. 207), die verzoekt om gendergelijkheid te prioriteren in het Nederlands ontwikkelingsbeleid. Hierbij wordt blijvend ingezet op de versterking van Zuidelijke vrouwenorganisaties. De budgetverhoging stond aanvankelijk voor 2017 geraamd.
Artikel 3.3
Bij Maatschappelijk middenveld is het budget met EUR 65 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt doordat de raming voor de eindafrekening MFS-II te hoog is gebleken en door de latere start van het Voice Programma en het Accountability Fund.
Beleidsartikel 4
Stand ontwerpbegroting 2016 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2016 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
556.709 |
931.877 |
88.855 |
1.020.732 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
557.571 |
894.080 |
19.048 |
913.128 |
||
waarvan juridisch verplicht |
100% |
|||||
4.1 |
Humanitaire hulp |
218.017 |
243.092 |
0 |
243.092 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
UNHCR |
42.000 |
42.000 |
0 |
42.000 |
||
Wereldvoedselprogramma |
36.000 |
36.000 |
0 |
36.000 |
||
UNRWA |
13.000 |
13.000 |
0 |
13.000 |
||
Noodhulpprogramma’s |
127.017 |
147.092 |
3.908 |
151.000 |
||
4.3 |
Rechtstaatontwikkeling, wederopbouw, vredesopbouw, versterkte legitimiteit van democratische structuren en tegengaan van corruptie |
189.554 |
450.988 |
– 11.952 |
439.036 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
landenprogramma’s legitieme en capabele overheid |
1.085 |
1.272 |
– 115 |
1.157 |
||
Landenprogramma’s functionerende rechtsorde |
98.394 |
71.726 |
9.363 |
81.089 |
||
Midden Amerika programma |
3.760 |
3.760 |
– 3.735 |
25 |
||
Landenprogramma’s inclusieve en politieke processen; vredesdialoog en confilictpreventie |
6.800 |
3.500 |
500 |
4.000 |
||
functionerende rechtsorde |
10.000 |
10.000 |
0 |
10.000 |
||
Inclusieve politieke processen: vredesdialoog en conflictpreventie |
34.645 |
34.645 |
0 |
34.645 |
||
Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen |
46.585 |
46.585 |
– 18.000 |
28.585 |
||
Legitieme en capabele overheid |
19.275 |
19.275 |
35 |
19.310 |
||
Opvang in de regio |
0 |
259.900 |
0 |
259.900 |
||
4.4 |
Noodhulpfonds |
150.000 |
200.000 |
31.000 |
231.000 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
Noodhulpfonds |
150.000 |
200.000 |
31.000 |
231.000 |
Verplichtingen
De verhoging op verplichtingen van EUR 57,8 miljoen hangt met name samen met de Addressing Root Causes Fund tender (ARC) voor de periode 2016–2021. Deze tender wordt aangegaan om de hoofdoorzaken van o.a. gewapende conflicten en instabiliteit aan te pakken in landen als Libanon en Sudan.
Uitgaven
Artikel 4.3
De verlaging met EUR 18 miljoen bij het deelbudget «Vredesdividend: werkgelegenheid en basisvoorzieningen» betreft een overheveling aan de ambassade in Kabul ten behoeve van het Afghanistan Reconstruction Trust Fund. Binnen het onderdeel «landenprogramma functionerende rechtsorde» wordt vervolgens, vanwege vertraging in de lopende programma’s en het niet tijdig starten van nieuwe activiteiten, op een aantal posten vanwege de politieke- en veiligheidssituatie de raming met EUR 9 miljoen verlaagd.
Artikel 4.4
Verder wordt bij Najaarsnota de ODA toerekening van de kosten voor eerstejaarsopvang van asielzoekers in 2015 en 2016 gecorrigeerd met EUR 31 miljoen, vanwege een administratieve narekening waarbij bleek dat te veel aan ODA is toegerekend. Het bedrag wordt overgeboekt naar de BHOS begroting en komt ten goede aan het Noodhulpfonds op artikel 4.4.
Beleidsartikel 5
Stand ontwerpbegroting 2016 |
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
Mutaties 2e suppletoire begroting 2016 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|||
---|---|---|---|---|---|---|
(1) |
(2) |
(3) |
(4)=(2+3) |
|||
Verplichtingen |
176.071 |
199.859 |
147.862 |
347.721 |
||
Uitgaven: |
||||||
Programma-uitgaven totaal |
67.686 |
68.855 |
267.723 |
336.578 |
||
waarvan juridisch verplicht |
95% |
37% |
||||
5.1 |
Versterkte multilaterale betrokkenheid |
151.852 |
154.480 |
– 315 |
154.165 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
UNDP |
28.000 |
28.000 |
0 |
28.000 |
||
UNICEF |
24.000 |
24.000 |
0 |
24.000 |
||
UNIDO |
1.950 |
1.950 |
– 315 |
1.635 |
||
Middelenaanvullingen fondsen bij regionale ontwikkelingsbanken |
75.828 |
75.828 |
0 |
75.828 |
||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken |
6.301 |
6.528 |
0 |
6.528 |
||
Speciale multilaterale activiteiten |
6.773 |
9.174 |
0 |
9.174 |
||
Assistent-deskundigen programma |
9.000 |
9.000 |
0 |
9.000 |
||
5.2 |
Overig armoedebeleid |
– 93.166 |
– 100.625 |
268.038 |
167.413 |
|
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling |
10.776 |
10.776 |
– 2.859 |
7.917 |
||
Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking |
4.250 |
4.250 |
– 39 |
4.211 |
||
Schuldverlichting |
50.940 |
50.311 |
– 1.000 |
49.311 |
||
Unesco |
4.400 |
4.804 |
– 693 |
4.111 |
||
nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNP en/of toerekeningen |
– 163.532 |
– 170.766 |
272.629 |
101.863 |
||
5.3 |
Bijdrage aan migratie en ontwikkeling |
9.000 |
15.000 |
0 |
15.000 |
|
Subsidies |
||||||
Migratie en ontwikkeling |
3.100 |
3.100 |
0 |
3.100 |
||
Diversen |
||||||
Migratie en ontwikkeling |
5.900 |
11.900 |
0 |
11.900 |
||
Ontvangsten |
164.737 |
164.737 |
9.000 |
173.737 |
||
5.20 |
Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen |
43.561 |
43.561 |
0 |
43.561 |
|
5.21 |
Ontvangsten OS |
121.176 |
121.176 |
0 |
121.176 |
|
5.22 |
Koersverschillen OS |
pm |
pm |
9.000 |
9.000 |
Verplichtingen
De verhoging van het budget wordt voornamelijk ingezet ten behoeve van nieuwe middelenaanvullingen voor multilaterale banken en fondsen. Het betreft hier de African Development Bank (AfDB) en de Asian Development Bank (AsDB).
Uitgaven
Artikel 5.2
De uitgaven op dit artikel nemen per saldo toe met EUR 268 miljoen. Dit is met name het gevolg van de aanpassing van de instroomraming van eerstejaarsopvang van asielzoekers in 2016. De raming van de instroom is t.o.v. de eerste Suppletoire Begroting 2016 aangepast van 58.000 naar 32.000. De aangepaste raming heeft gevolgen voor de toerekening aan ODA voor de eerstejaarsopvang van vluchtelingen uit DAC-landen. Deze wordt verlaagd met in totaal EUR 460 miljoen, verdeeld over 2016 (EUR 290 miljoen) en 2017 (EUR 170 miljoen). Dit bedrag blijft onderdeel uitmaken van het ODA-budget. Het wordt overgeboekt van de begroting van Veiligheid en Justitie naar de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en wordt ingezet ten behoeve van het nog in te vullen meerjarige tekort op artikel 5.2/5.4 «nog te verdelen i.v.m. BNI en/of toerekeningen». Dit tekort is gemiddeld EUR 372 miljoen per jaar in de periode 2017 tot en met 2020.
Ontvangsten
De koerswinst over 2016 op de BHOS-begroting is geraamd op EUR 9 miljoen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ministerie werkt met een vooraf vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de zgn. corporate rate). Deze koers wordt met de presentatie van de begroting vastgesteld en voor het hele jaar gehanteerd. Omdat bij betalingen in buitenlandse valuta gedurende jaar een verschil ontstaat als gevolg van de werkelijk geldende koers, ontstaat een saldo. Voor 2016 wordt rekening gehouden met EUR 9 miljoen.