Nr. 4 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DIJKGRAAF EN BRUINS

Bedrijvigheid en werkgelegenheid in de provincie Zeeland zijn de afgelopen jaren onder druk komen te staan door vertrek van en ontslagen bij enkele grote Zeeuwse bedrijven. Als gevolg van de zogenaamde splitsingswet wankelt ook de positie van energiebedrijf Delta, een belangrijke werkgever in Zeeland. Nu zien de economische cijfers er nog redelijk uit, maar verschillende seinen voor de toekomstige economische ontwikkeling staan op rood.

Op aandringen van de Kamer kwam er de commissie Structuurversterking en werkgelegenheid Zeeland. Deze commissie presenteerde het actieprogramma «Zeeland in stroomversnelling». Een belangrijke aanbeveling is een investeringsfonds voor projecten die de Zeeuwse economie versterken. Naast bijdragen van provincie en private partijen is ook een bijdrage van het Rijk nodig. De Kamer heeft enkele moties aangenomen vanuit de Kamer (o.a. motie Bisschop c.s., Kamerstuk 29 697, nr. 27). De regering weigert deze moties uit te voeren.

De indieners stellen daarom voor in het kader van het Toekomstfonds (begrotingsartikel 3) eenmalig budget te reserveren voor het «Zeelandfonds». Provincie en private partijen zijn aan zet om de in het actieprogramma genoemde projecten verder uit te werken en concreet te maken. Alleen dan kunnen die voor steun vanuit het «Zeelandfonds» in aanmerking komen. Een van de initiatieven die in aanmerking zouden kunnen komen voor het «Zeelandfonds» is het samenwerkingsverband Smart Delta Resources, waarin energie intensieve bedrijven de handen ineen hebben geslagen voor verduurzaming en energiebesparing. Indien het «Zeelandfonds» onvoldoende van de grond komt en sprake is van onderbenutting vallen die middelen vrij en kunnen ze elders in het kader van het Toekomstfonds ingezet worden.

Dekking voor het «Zeelandfonds» wordt gevonden in het amendement dat in verband hiermee rust op de suppletoire begroting van Wonen en Rijksdienst (34 620 XVIII).