Gepubliceerd: 29 november 2016
Indiener(s): Melanie Schultz van Haegen (minister infrastructuur en waterstaat) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiƫn
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34620-XII-2.html
ID: 34620-XII-2

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikelen 1 en 2, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:

  • 1. De departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

  • 2. De begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie.

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1.

Leeswijzer

2

     

2.

Het beleid

3

2.1

Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties

3

2.2

De beleidsartikelen

4

2.3

De niet-beleidsartikelen

20

2.4

De agentschappen

22

1. Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de Rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2016 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

Model 2.25 Rijksbegrotingsvoorschriften 2016

Omvang begrotingsartikel

(stand ontwerpbegroting)

in € miljoen

Beleidsmatige mutaties

(ondergrens in € miljoen)

Technische mutaties

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. De Tweede suppletoire is als volgt opgebouwd:

  • 1. In de begroting(wet)staten zijn de wijzigingen op de begrotingsstaten van het jaar 2016 voor de departementale begroting van Infrastructuur en Milieu (XII) en inzake de agentschappen opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.

  • 2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijzing van de begroting. Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.

  • 3. In de artikelgewijze toelichting (paragraaf 2.2 beleidsartikelen en paragraaf 2.3 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2017 (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 XII, nr. 2) toegelicht. De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel en/of beleidsmatig relevant. De gepresenteerde budgetflexibiliteit (juridisch verplicht) bij Tweede suppletoire is de stand per 31 oktober 2016.

  • 4. In de paragraaf agentschappen (zie paragraaf 2.4) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen, waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

2. Het beleid

2.1 Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangsten mutaties

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de Miljoenennota 2017. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 2.2 (de beleidsartikelen) en 2.3 (de niet-beleidsartikelen).

Suppletoire mutaties 2016 (Tweede suppletoire begroting) (in € mln.)
   

Artikel

Uitgaven

Ontvangsten

Stand ontwerpbegroting 2016

 

8.176,0

212,5

Stand vastgestelde begroting 2016

 

8.176,0

212,5

Stand 1e suppletoire begroting 2016

 

8.118,2

241,4

         

– Mutaties Miljoenennota 2017 (uitkomst 2016)

 

– 88,0

10,5

         

– Belangrijkste mutaties Najaarsnota 2016

     
         

1.

Regeringsvliegtuig

97

– 40,0

 

2.

Hydrologische maatregelen

13

– 12,8

10,0

3.

Eenvoudig Beter

div.

11,0

 

4.

Bijstelling ETS-ontvangsten

19

 

– 54,0

5.

Governmental Planning Compensation Levy-ontvangsten

17

 

– 2,0

6.

Overige interdepartementale overboekingen

     
 

– waarvan uit het Infrastructuurfonds

26

– 37,0

 
 

– waarvan uit het Deltafonds

26

– 20,5

 
 

– waarvan uit Hoofdstuk XII

div.

– 17,9

 
 

Diversen

 

– 2,6

0,7

Stand 2e suppletoire begroting 2016

 

7.910,3

206,6

1. Regeringsvliegtuig

In de brief (Kamerstukken II 2015–2016 33 400, nr. 79) van 8 juli 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanschaf van een vervangend Regeringsvliegtuig. Ter dekking heeft het kabinet bij de Miljoenennota 2017 als eerste stap € 40,0 miljoen toegevoegd aan de begroting van IenM. Deze uitgaven zullen naar verwachting niet meer in 2016 plaatsvinden. Als gevolg hiervan worden de betreffende middelen overgeheveld naar 2017.

2. Hydrologische maatregelen

Vanaf 2016 zal in totaal € 30,0 miljoen aan opbrengsten uit grondverkoop worden overgeboekt naar het Provinciefonds voor hydrologische maatregelen uitgevoerd door provincies. In navolging van de overheveling van € 5,0 miljoen bij de Eerste suppletoire 2016 wordt bij deze Tweede suppletoire 2016 in totaal € 12,8 miljoen overgemaakt naar het Provinciefonds. De dekking komt met name uit de opbrengsten van grondverkopen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de beëindiging van de rekening-courantfaciliteit van het Groenfonds.

3. Eenvoudig Beter

Dit betreft de bijdrage aan het programma Eenvoudig Beter voor de implementatie van de Omgevingswet.

4. Bijstelling ETS-ontvangsten

De ETS-ontvangsten vallen in 2016 naar verwachting € 54,0 miljoen lager uit dan begroot. De neerwaartse bijstelling van de ETS-ontvangsten komt doordat de veilingopbrengst per emissierecht afneemt.

5. Governmental Planning Compensation Levy-ontvangsten

De zogenaamde «Governmental Planning Compensation Levy» (hoofdzakelijk het Schadeschap Luchthaven Schiphol) is in 2016 stopgezet. De totale kosten zoals die door het Rijk zijn voorgefinancierd, zijn inmiddels terugbetaald door de luchtvaartmaatschappijen middels deze heffing. Dit leidt tot een verlaging van het ontvangstenbudget.

6. Overige interdepartementale overboekingen

Dit betreft diverse interdepartementale overboekingen en overboekingen naar het Provincie, Gemeente-, het Btw-compensatiefonds. De meest vermeldenswaardige overboekingen zijn onder andere OV-SAAL middellange termijn (€ 11,3 miljoen), het programma Beter Benutten (€ 7,0 miljoen), A12/A20 Parallelstructuur Gouwe (€ 6,6 miljoen) en Vleuten-Geldermalsen (€ 5,0 miljoen) vanuit het Infrastructuurfonds. Verder vindt er een overboeking plaats naar het Provinciefonds voor de uitvoering en planuitwerking van de gebiedsontwikkeling van het project Ooijen-Wanssum vanuit het Deltafonds (€ 20,6 miljoen). En wordt er vanuit Hoofdstuk XII een bijdrage geleverd aan het Gemeente- en Provinciefonds voor de bodemsanering van het Olasfa-terrein te Olst en de saneringsopgave van Rotterdamse Gasfabrieken, respectievelijk € 6,9 miljoen en € 4,7 miljoen.

2.2 De beleidsartikelen

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid zijn de mutaties in de Tweede suppletoire begroting uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de, aan uw Kamer voorgelegde, Ontwerpbegroting 2017 (Kamerstukken II, 2016–2017, 34 550 XII, nr. 2) toegelicht. De najaarsnotamutaties worden onder de tabellen op het niveau van het artikelonderdeel toegelicht. Dit rekening houdend met de normering zoals in de leeswijzer opgenomen.

Artikel 11 Integraal waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

11

Integraal waterbeleid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

41.900

44.660

5.271

747

50.678

Uitgaven:

45.973

46.813

541

579

47.933

Waarvan juridisch verplicht:

 

68%

   

99%

11.01

Algemeen waterbeleid

33.872

34.907

262

144

35.313

11.01.01

Opdrachten

3.932

6.775

– 144

44

6.675

11.01.02

Subsidies

10.360

10.441

0

0

10.441

 

– Partners voor Water (HGIS)

10.360

10.391

0

0

10.391

 

– Overige subsidies

0

50

0

0

50

11.01.03

Bijdrage aan agentschappen

17.545

16.919

406

0

17.325

 

– waarvan bijdrage aan RWS

17.144

16.404

397

0

16.801

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

401

515

9

0

524

11.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

2.035

772

0

100

872

11.02

Waterveiligheid

2.802

2.669

24

309

3.002

11.02.01

Opdrachten

2.802

2.669

24

309

3.002

11.03

Grote oppervlaktewateren

2.008

2.053

– 50

626

2.629

11.03.01

Opdrachten

2.008

2.053

– 50

626

2.629

11.03.05

Bijdrage aan internationale organisaties

0

0

0

0

0

11.04

Waterkwaliteit

7.291

7.184

305

– 500

6.989

11.04.01

Opdrachten

3.993

3.826

– 53

403

4.176

11.04.02

Subsidies

0

60

19

400

479

11.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

1.531

1.531

111

– 992

650

11.04.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.767

1.767

228

– 311

1.684

Ontvangsten

0

0

0

0

0

11.04 Waterkwaliteit

Er wordt subsidie verstrekt aan het International Groundwater Resources Assessment Centre (IGRAC). De uitvoering van de te verstrekken subsidie verloopt via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en wordt verantwoord vanaf het subsidiebudget.

De overige wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 13 Ruimtelijke Ontwikkeling

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

13

Ruimtelijke ontwikkeling

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

111.358

101.243

6.051

21.248

128.542

Uitgaven:

112.233

104.559

13.706

– 1.245

117.020

Waarvan juridisch verplicht:

 

82%

   

95%

13.01

Ruimtelijk instrumentarium

6.849

6.684

3.591

– 273

10.002

13.01.01

Opdrachten

4.672

5.718

3.326

– 273

8.771

 

– Wabo

1.463

55

0

224

279

 

– Architectonisch beleid

1.728

2.128

0

138

2.266

 

– Overige opdrachten

1.481

3.535

3.326

– 635

6.226

13.01.02

Subsidies

966

966

50

0

1.016

13.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.211

0

0

0

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.211

0

0

0

0

13.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

215

0

215

13.02

Geo-informatie

38.806

41.696

1.504

3.958

47.158

13.02.01

Opdrachten

4.788

3.637

750

– 1.125

3.262

13.02.02

Subsidies

1.999

7.199

– 500

3.842

10.541

 

– Basisregistraties

1.999

7.199

– 500

3.842

10.541

13.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

32.019

30.860

1.254

1.241

33.355

 

– Kadaster

32.019

30.860

1.254

1.241

33.355

13.03

Gebiedsontwikkeling

8.069

7.890

1.928

– 2.135

7.683

13.03.01

Opdrachten

1.111

162

3.128

– 2.135

1.155

13.03.02

Subsidies

90

60

0

0

60

13.03.04

Bijdrage aan medeoverheden

6.868

7.668

– 1.200

0

6.468

 

– Projecten BIRK

4.318

5.118

– 1.200

0

3.918

 

– Projecten Bestaand Rotterdams Gebied

2.550

2.550

0

0

2.550

13.04

Ruimtegebruik bodem

43.748

36.691

3.292

– 13.716

26.267

13.04.01

Opdrachten

3.350

6.251

7

322

6.580

13.04.02

Subsidies

12.000

12.000

0

858

12.858

 

– Bedrijvenregeling

10.000

10.000

0

– 3.500

6.500

 

– Caribisch Nederland

0

0

0

4.358

4.358

 

– Overige subsidies

2.000

2.000

0

0

2.000

13.04.03

Bijdrage aan agentschappen

7.523

6.826

117

– 117

6.826

 

– waarvan bijdrage aan RWS

7.523

6.826

117

– 117

6.826

13.04.04

Bijdrage aan medeoverheden

20.875

11.614

3.168

– 14.779

3

 

– Meerjarenprogramma Bodem

20.225

10.964

– 684

– 10.277

3

 

– Programma Gebiedsgericht instrumentarium

650

650

3.852

– 4.502

0

13.05

Eenvoudig Beter

14.761

11.598

3.391

10.921

25.910

13.05.01

Opdrachten

8.281

5.510

737

5.100

11.347

 

– Eenvoudig Beter

8.281

5.510

737

5.100

11.347

13.05.03

Bijdrage aan agentschappen

6.480

6.088

2.654

5.821

14.563

 

– waarvan bijdrage aan RWS

6.480

6.088

2.654

5.821

14.563

Ontvangsten

934

8.824

165

13.842

22.831

Verplichtingen

De hogere verplichtingen hebben met name te maken met de vermelde mutaties bij artikelonderdeel 13.05 Eenvoudig Beter. Aanvullend hierop wordt ten behoeve van het programma Eenvoudig Beter € 13,0 miljoen verplichtingenbudget vanuit het Infrastructuurfonds (artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet) overgeheveld naar Hoofdstuk XII. Voor een aantal uitgaven dient in het jaar voorafgaand de kasuitgaven de bijbehorende verplichtingen te worden aangegaan.

13.02 Geo-informatie

Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT)

De hogere uitgaven in 2016 houden verband met vernieuwde subsidieverstrekkingen in het kader van de voorbereidende werkzaamheden van de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Per 1 januari 2016 is de wet BGT in werking getreden. Ter voorbereiding hierop loopt bij de bronhouders een transitietraject welke nog niet is afgerond. Ten behoeve van de voltooiing van de transitie wordt hierdoor in 2016 wederom een subsidie verstrekt aan de bronhouders.

13.03 Gebiedsontwikkeling

Hydrologische maatregelen door provincies

Vanaf 2016 zal in totaal € 30,0 miljoen aan opbrengsten uit grondverkoop worden overgeboekt naar het Provinciefonds voor hydrologische maatregelen uitgevoerd door provincies. In navolging van de overheveling van € 5,0 miljoen bij de Eerste suppletoire 2016 wordt bij de Tweede suppletoire in totaal € 12,8 miljoen overgemaakt naar het Provinciefonds. De dekking komt met name uit de opbrengsten van grondverkopen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en de beëindiging van de rekening-courantfaciliteit van het Groenfonds.

13.04 Ruimtegebruik Bodem

Overboeking Gemeente- en Provinciefonds en overboeking EZ

In het kader van de bijdrage door IenM aan de bodemsanering op het Olasfa-terrein te Olst vindt een overboeking van € 6,9 miljoen plaats naar het Provinciefonds. Daarnaast draagt IenM via het Gemeentefonds € 4,7 miljoen bij aan de bodemsaneringsopgave van Rotterdamse Gasfabrieken. Verder vindt er een interdepartementale overboeking plaats naar EZ voor de bijdrage van IenM (€ 2,0 miljoen) aan het Data en Informatie van de Nederlandse Ondergrond (DINO)-programma welke voor EZ wordt uitgevoerd door TNO.

Op 13.04 wordt ten slotte een aantal subsidies met betrekking tot Caribisch Nederland verantwoordt. Deze subsidies worden verstrekt ten bate van de transportkosten drinkwater op de BES-eilanden van € 1,5 miljoen, een subsidie op de exploitatiekosten van de rioolwaterzuiveringsinstallatie op Bonaire van € 2,2 miljoen en een subsidie voor de verbetering van de drinkwatervoorziening op Saba van € 0,7 miljoen.

13.05 Eenvoudig beter

Eenvoudig Beter

Bij de Ontwerpbegroting 2017 zijn op het Infrastructuurfonds en Deltafonds middelen vrijgemaakt voor Eenvoudig Beter. De vrijgemaakte middelen staan gereserveerd op artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds en worden tranchegewijs naar begroting Hoofdstuk XII overgeheveld waar de uitgaven voor de stelselherziening van het omgevingsrecht worden verantwoord.

De reservering op het Infrastructuurfonds is in de periode vanaf 2017 getroffen. In 2016 is echter nog ongeveer € 11,0 miljoen op begroting Hoofdstuk XII benodigd voor het programma Eenvoudig Beter. Op de begroting Hoofdstuk XII vinden diverse overboekingen plaats om te waarborgen dat in 2016 voldoende kasbudget voor het programma beschikbaar is. In 2017 vinden de terugboekingen plaats. Het restant wordt middels een overboeking op het Infrastructuurfonds overgeboekt uit het artikelonderdeel 18.16 Reservering Omgevingswet van het Infrastructuurfonds.

Voorts vallen de uitgaven van de beschikbare apparaatsbudgetten van Eenvoudig Beter op artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement lager uit. Een deel van de geraamde uitgaven voor externe inhuur wordt pas in 2018 gerealiseerd in plaats van 2016.

De bovenstaande boekingen wijzigen het totaal beschikbare budget voor Eenvoudig Beter niet.

Ontvangsten

De verhoging van de ontvangsten houdt verband met de opbrengsten uit grondverkopen door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (€ 5,0 miljoen) en de beëindiging van de rekening-courantfaciliteit van het Groenfonds (€ 5,0 miljoen), welke conform bestuurlijke afspraken worden ingezet voor hydrologische maatregelen door provincies. Daarnaast wordt € 3,8 miljoen ontvangen van de bronhouders bij de Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT). Deze middelen zijn noodzakelijk voor de transitie BGT en komen via een subsidieverstrekking wederom ter beschikking van de bronhouders.

Artikel 14 Wegen en verkeersveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

14

Wegen en verkeersveiligheid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

28.702

33.727

275

4.558

38.560

Uitgaven:

33.414

35.264

475

– 921

34.818

Waarvan juridisch verplicht:

 

87%

   

100%

14.01

Netwerk

16.033

17.296

– 25

– 1.361

15.910

14.01.01

Opdrachten

12.742

12.994

– 100

– 1.336

11.558

 

– Beter Benutten

6.560

7.946

0

– 432

7.514

 

– BOA wegverkeersbeleid

2.312

1.913

0

– 501

1.412

 

– Wegverkeersbeleid

2.236

2.067

– 100

– 415

1.552

 

– Overige opdrachten

1.634

1.068

0

12

1.080

14.01.02

Subsidies

722

1.147

14

– 25

1.136

14.01.03

Bijdrage aan agentschappen

2.569

3.155

61

0

3.216

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.569

3.155

61

0

3.216

14.02

Veiligheid

17.381

17.968

500

440

18.908

14.02.01

Opdrachten

5.629

6.278

274

640

7.192

14.02.02

Subsidies

8.736

8.457

175

– 425

8.207

 

– VVN

3.660

3.660

86

– 75

3.671

 

– SWOV

3.958

3.848

64

– 125

3.787

 

– Overige subsidies

1.118

949

25

– 225

749

14.02.03

Bijdrage aan agentschappen

389

576

9

0

585

 

– waarvan bijdrage aan RWS

389

576

9

0

585

14.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

0

30

0

0

30

14.02.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

2.627

2.627

42

225

2.894

 

– CBR

2.627

2.627

42

225

2.894

Ontvangsten

6.782

6.782

0

– 715

6.067

Verplichtingen

De hogere verplichtingen hebben met name te maken met het programma Beter Benutten om meerjarig opdrachten te kunnen vastleggen. Daarnaast betreft het vastleggen van diverse opdrachten voor onder andere het programma Aanpak Stikstof (PAS), pilots «Drukte op het fietspad» en de opdracht Geluidsanering SWUNG (Samen Werken aan de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid). Met de kaseffecten van deze meerjarige verplichtingen is in de begroting rekening gehouden.

14.01 Netwerk

Opdrachten

De lagere uitgaven Beter Benutten worden veroorzaakt doordat er sprake was van minder opdrachten dan voorzien. De lagere uitgaven BOA zijn met name veroorzaakt door de opdracht Beperkingengebieden omgevingswet. Deze is later uitbesteed waardoor een groot deel van de betaling doorschuift naar 2017. Door minder aanvragen wijzigingsbesluit luchtkwaliteit vallen de uitgaven van Bureau Sanering Verkeerslawaai lager uit.

Ontvangsten

Op artikel 14 zijn ontvangsten geraamd voor nieuwe gebruikers van de buisleidingenstraat. Naar verwachting komen deze ontvangsten niet binnen bij IenM maar bij de stichting Buisleidingenstraat Zuidwest Nederland. Hieraan ten grondslag liggen bestuurlijke afspraken over het herinvesteren van de inkomsten door de stichting. De geraamde ontvangsten op artikel 14 worden voor een bedrag van € 0,7 miljoen afgeboekt.

Artikel 15 OV-Keten

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

15

OV-keten

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

5.171

6.663

– 646

– 118

5.899

Uitgaven:

6.135

6.376

– 761

– 577

5.038

Waarvan juridisch verplicht:

 

61%

   

100%

15.01

OV-keten

6.135

6.376

– 761

– 577

5.038

15.01.01

Opdrachten

4.652

4.775

– 785

– 533

3.457

15.01.02

Subsidies

485

827

0

– 44

783

15.01.03

Bijdrage aan agentschappen

998

774

24

0

798

 

– waarvan bijdrage aan RWS

998

774

24

0

798

Ontvangsten

0

0

6.195

0

6.195

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 16 Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

16

Spoor

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

4.573

5.283

14.815

8.597

28.695

Uitgaven:

23.996

22.388

4.359

– 1.696

25.051

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

16.01

Spoor

23.996

22.388

4.359

– 1.696

25.051

16.01.01

Opdrachten

2.250

2.233

1.785

– 2.720

1.298

 

– ERTMS

0

47

0

– 47

0

 

– Overige opdrachten

2.250

2.186

1.785

– 2.673

1.298

16.01.02

Subsidies

21.646

20.026

321

1.024

21.371

 

– GSM-R

10.300

8.625

0

– 2.287

6.338

 

– Bodemsanering NS percelen

9.076

9.076

0

0

9.076

 

– Overige subsidies

2.270

2.325

321

3.311

5.957

16.01.03

Bijdrage aan agentschappen

0

44

0

0

44

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

0

44

0

0

44

16.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

2.253

0

2.253

 

– CLU Betuweroute en HSL

0

0

2.253

0

2.253

16.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

100

85

0

0

85

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Aan de NS wordt een eenmalige subsidiebijdrage van € 10,0 miljoen ter beschikking gesteld voor het nemen van extra maatregelen voor sociale veiligheid in de periode 2016 t/m 2018, met name voor de uitbreiding van flexibele veiligheidsteams (zie Kamerstukken II, 2015–2016, 28 642, nr. 72). Daarnaast zal in 2016 een meerjarige opdracht van € 1,9 miljoen worden afgesloten voor het uitbesteden van de nieuwe bevoegd gezagtaken op het gebied van Spoor die voortvloeien uit het nieuwe Hoofdstuk 11 Wet milieubeheer. Hiertoe wordt in 2016 € 11,9 miljoen verplichtingenbudget overgeheveld vanuit het Infrastructuurfonds. Verder wordt het verplichtingenbudget verlaagd door een overheveling van € 1,4 miljoen naar EZ ten behoeve van de Autoriteit Consument en Markt (ACM).

16.01 Spoor

Overige opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget op Spoor wordt voor € 1,4 miljoen veroorzaakt door een budgetoverheveling naar EZ ten behoeve van de toezichtstaken die de ACM uitvoert. De ACM vervult toezichtstaken in het kader van de Spoorwegwet.

Daarnaast zijn er lagere uitgaven op het opdrachtenbudget Spoor door het vervallen van diverse geraamde kleine onderzoeksopdrachten en vertraging van onderzoeksopdrachten voor onder andere de Market Economy Investor Principle (MEIP) toets vervoerconcessie, de marktverkenning vervoersaanbod en de herziening ministeriele remtabellen.

Subsidies GSM-R

Binnen de subsidieregeling Beheersing GSM-R interferentie wordt naar verwachting € 2,3 miljoen minder uitgegeven dan geraamd. Deze subsidie komt tegemoet in de kosten die spoorvervoerders moeten maken voor het vervangen van bestaande radioapparatuur in spoorvoertuigen.

Overige subsidies

De verhoging van het budget wordt met name veroorzaakt door de aan de NS in 2016 te verlenen subsidiebijdrage van € 3,8 miljoen voor het nemen van extra maatregelen voor sociale veiligheid, met name voor de uitbreiding van flexibele veiligheidsteams.

Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

17

Luchtvaart

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

25.355

28.047

3.631

1.446

33.124

Uitgaven:

24.985

25.537

2.599

545

28.681

Waarvan juridisch verplicht:

 

70%

   

71%

17.01

Luchtvaart

24.985

25.537

2.599

545

28.681

17.01.01

Opdrachten

13.916

9.225

204

422

9.851

 

– Opdrachten GIS

3.023

3.023

– 632

1.209

3.600

 

– Leefbaarheidsfonds

5.900

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

4.993

6.202

836

– 787

6.251

17.01.02

Subsidies

910

6.099

2.155

123

8.377

17.01.03

Bijdrage aan agentschappen

8.979

8.828

212

0

9.040

 

– waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland)

8.931

8.744

211

0

8.955

 

– waarvan bijdrage aan RWS

48

70

1

0

71

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

0

14

0

0

14

17.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

1.180

1.285

28

0

1.313

17.01.06

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

0

100

0

0

100

 

– LVNL

0

100

0

0

100

Ontvangsten

9.311

10.312

0

– 1.985

8.327

Verplichtingen

Dit betreft de bijstelling van beroepsprocedures en binnengekomen garantieklachten ten aanzien van het Project Geluidsisolatie Schiphol (GIS). Daarnaast is er sprake van een jaarlijkse bijdrage aan EZ in verband met de toezichtstaken van ACM met betrekking tot de luchtvaartwet. Tot slot heeft een overboeking plaatsgevonden naar artikel 97 Algemeen departement voor de communicatiecampagne ten aanzien van het veilig gebruik van drones.

17.01 Luchtvaart

Opdrachten GIS

Er zijn meer uitgaven dan oorspronkelijk geraamd in de begroting 2016 vanwege de uitkomsten van de gerechtelijke uitspraken van beroepprocedures. Daarnaast is de prognose woningaankopen in het kader van het Luchthavenindelingsbesluit (LIB) Veiligheid en LIB Geluid naar beneden bijgesteld, omdat er minder uitgaven worden verwacht. Dit als gevolg van minder aankopen van woningen in de veiligheid- en geluidszone van Rijkswaterstaat. Tot slot leiden minder binnengekomen garantieklachten tot lagere uitgaven.

Ontvangsten

De zogenaamde «Governmental Planning Compensation Levy» (hoofdzakelijk het Schadeschap Luchthaven Schiphol) is in 2016 stopgezet. De totale kosten zoals die door het Rijk zijn voorgefinancierd, zijn inmiddels terugbetaald door de luchtvaartmaatschappijen middels deze heffing. Dit leidt tot een verlaging van het ontvangstenbudget.

Artikel 18 Scheepvaart en havens

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

18

Scheepvaart en Havens

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

33.737

37.328

243

– 15.556

22.015

Uitgaven:

24.997

26.142

243

– 3.351

23.034

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

18.01

Scheepvaart en havens

24.997

26.142

243

– 3.351

23.034

18.01.01

Opdrachten

17.966

18.912

210

– 4.418

14.704

 

– Topsector logistiek

16.013

16.013

0

– 4.099

11.914

 

– Overige opdrachten

1.953

2.899

210

– 319

2.790

18.01.02

Subsidies

4.587

4.787

0

1.099

5.886

 

– Topsector logistiek

4.337

4.337

0

800

5.137

 

– Overige subsidies

250

450

0

299

749

18.01.03

Bijdrage aan agentschappen

1.408

1.257

33

0

1.290

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.408

1.257

33

0

1.290

18.01.05

Bijdragen aan internationale organisaties

1.036

1.186

0

– 32

1.154

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De beschikbare middelen van Topsector Logistiek worden dit jaar niet volledig verplicht. De oorzaak ligt in de vertraging van de totstandkoming van projecten. Daarnaast heeft de totstandkoming van de subsidieregeling Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek/Topconsortium Kennis en Innovatie (NWO/TKI) vertraging opgelopen, waardoor de verplichting pas volgend jaar kan worden aangegaan.

18.01 Scheepvaart en havens

Opdrachten Topsector Logistiek

De oorzaak van de lagere uitgaven aan de Topsector Logistiek ligt in de vertraging in de totstandkoming van projecten.

Subsidies

Vanuit de Topsector Logistiek wordt aandacht besteed aan de verduurzaming van de logistieke ketens. Vanwege de aard van de uitgaven vindt een overboeking plaats van opdrachten naar subsidies, voor de regelingen Low Carbon Freight en Innovatieve Duurzame Binnenvaart.

Artikel 19 Klimaat

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

19

Klimaat

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

54.747

70.570

6.132

1.233

77.935

Uitgaven:

57.761

70.900

5.707

– 1.667

74.940

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

19.01

Tegengaan klimaatverandering

14.026

12.826

5.671

– 2.697

15.800

19.01.01

Opdrachten

2.352

1.718

4.743

– 3.280

3.181

19.01.02

Subsidies

102

452

0

650

1.102

19.01.03

Bijdrage aan agentschappen

11.572

10.656

928

– 67

11.517

 

– Waarvan bijdrage aan KNMI

220

809

0

0

809

 

– Waarvan bijdrage aan RWS

4.178

2.691

0

0

2.691

 

– Waarvan bijdrage aan Nea

7.174

7.156

928

– 67

8.017

19.02

Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

43.735

58.074

36

1.030

59.140

19.02.01

Opdrachten

6.649

11.770

36

– 7.729

4.077

 

– Interreg

1.805

215

0

– 100

115

 

– Overige opdrachten

4.844

11.555

36

– 7.629

3.962

19.02.02

Subsidies

500

1.215

0

800

2.015

 

– Interreg

500

1.215

0

0

1.215

 

– Overige subsidies

0

0

0

800

800

19.02.03

Bijdrage aan agentschappen

34.212

42.215

0

1.409

43.624

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

29.802

33.117

– 597

1.409

33.929

 

– waarvan bijdrage aan RWS

354

338

0

0

338

 

– waarvan bijdrage aan RVO

4.056

8.760

597

0

9.357

19.02.05

Bijdrage aan internationale organisaties

2.374

2.874

0

6.550

9.424

Ontvangsten

189.000

194.900

585

– 54.000

141.485

19.01 Tegengaan klimaatverandering

Aanvullende maatregelen tegengaan klimaatverandering

In de Ontwerpbegroting 2017 is vermeld dat het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 19.01 Tegengaan klimaatverandering wordt verhoogd in verband met nadere maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan in het kader van het SER-Energieakkoord. De intensivering van de handhaving van maatregelen voor energiebesparing bij bedrijven verschuift gedeeltelijk naar 2017, waardoor de uitgaven op het opdrachtenbudget van 19.01 Tegengaan klimaatverandering lager uitvallen.

19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Partnership for Market Readiness en Carbon Pricing Leadership Coalition

Bij de Eerste suppletoire begroting 2016 is het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking opgehoogd voor de programma’s Partnership for Market Readiness en Carbon Pricing Leadership Coalition. De programma’s worden echter via een ander financieel instrument gerealiseerd. Hiertoe wordt op € 5,9 miljoen overgeheveld van het opdrachtenbudget naar «bijdrage aan internationale organisaties».

Gecoördineerde opdrachtverlening RIVM

De gecoördineerde opdrachtverlening aan RIVM wordt verantwoord op artikel 19 Klimaat. In het kader hiervan worden vanuit andere artikelen middelen overgeheveld naar de agentschapsbijdrage van artikelonderdeel 19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking.

Duurzaam Doen

Duurzaam Doen is een gezamenlijk initiatief van het Ministerie van IenM, Milieu Centraal en Natuur & Milieu en heeft als doel duurzame keuzes voor de consument eenvoudiger te maken. Een onderdeel van het programma Duurzaam Doen wordt middels een subsidie bewerkstelligd in plaats van een opdracht. Hiertoe wordt € 0,8 miljoen overgeheveld naar het subsidiebudget van artikel 19 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking.

Ontvangsten

De ETS-ontvangsten vallen in 2016 naar verwachting € 54,0 miljoen lager uit dan begroot. De neerwaartse bijstelling van de ETS-ontvangsten komt doordat de veilingopbrengst per emissierecht afneemt.

Artikel 20 Lucht en geluid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

20

Lucht en Geluid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

25.758

30.461

1.070

– 950

30.581

Uitgaven:

30.983

32.607

– 2.530

– 1.450

28.627

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

20.01

Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder

30.983

32.607

– 2.530

– 1.450

28.627

20.01.01

Opdrachten

4.697

8.454

– 2.113

750

7.091

 

– Verkeersemissies

2.038

2.038

– 50

1.000

2.988

 

– Geluid- en luchtsanering

2.659

6.416

– 2.063

– 250

4.103

20.01.02

Subsidies

2.000

2.000

200

– 2.150

50

 

– Euro 6 en Euro-VI

2.000

2.000

– 2.000

0

0

 

– Verkeersemissies

0

0

2.200

– 2.200

0

 

– Overige subsidies

0

0

0

50

50

20.01.03

Bijdrage aan agentschappen

2.127

2.315

50

– 50

2.315

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.127

2.315

50

– 50

2.315

20.01.04

Bijdrage aan medeoverheden

21.285

18.677

– 667

0

18.010

 

– Wegverkeerlawaai

21.285

18.677

– 667

0

18.010

20.01.07

Bekostiging

874

1.161

0

0

1.161

Ontvangsten

0

0

0

0

0

20.01 Gezonde lucht en tegengaan geluidshinder

Compensatieregeling milieuzonering

In afwachting van de uitwerking van de motie Schouten/Groot (Kamerstukken II, 2015–2016, 34 391, nr. 29) is de compensatieregeling milieuzonering niet geïmplementeerd. Hiertoe vallen de uitgaven op het subsidiebudget van artikelonderdeel 20.01 Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder lager uit.

Verkeersemissies

TNO voert in opdracht van het Ministerie van IenM metingen uit naar de emissies van wegvoertuigen. De hogere uitgaven op het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 20.01 Luchtkwaliteit en tegengaan geluidshinder worden veroorzaakt door de opdrachten aan TNO mede naar aanleiding van de dieselfraude.

Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

21

Duurzaamheid

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

21.842

17.629

3.608

– 3.176

18.061

Uitgaven:

23.564

18.995

1.765

– 2.669

18.091

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

21.04

Duurzaamheidsinstrumentarium

1.164

749

– 8

– 35

706

21.04.01

Opdrachten

969

749

– 13

– 30

706

21.04.03

Bijdrage aan agentschappen

195

0

5

– 5

0

 

– waarvan bijdrage aan RWS

195

0

5

– 5

0

21.05

Duurzame Productketens

18.118

15.268

1.727

– 2.064

14.931

21.05.01

Opdrachten

12.418

8.377

1.606

– 2.047

7.936

 

– Uitvoering Duurzame productketens

12.418

8.377

1.606

– 2.047

7.936

21.05.02

Subsidies

582

1.495

0

104

1.599

21.05.03

Bijdrage aan agentschappen

5.118

5.396

121

– 121

5.396

 

– waarvan bijdrage aan RWS

5.118

5.396

121

– 121

5.396

21.06

Natuurlijk kapitaal

4.282

2.978

46

– 570

2.454

21.06.01

Opdrachten

1.975

2.092

0

– 524

1.568

21.06.02

Subsidies

359

72

0

0

72

21.06.03

Bijdrage aan agentschappen

1.948

814

46

– 46

814

 

– waarvan bijdrage aan RWS

1.948

814

46

– 46

814

Ontvangsten

0

0

2.170

0

2.170

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties. Daarnaast worden de werkzaamheden en bijbehorende budgetten op het gebied van biociden overgeheveld van artikel 21 Duurzaamheid naar artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico's. De werkzaamheden worden een jaar voorafgaand de uitgaven verplicht, waardoor in 2016 enkel sprake is van een verplichtingoverheveling van € 0,3 miljoen.

21.05 Duurzame Productketens

Amendement Cegerek en Dijkstra

De verlaging van het opdrachtenbudget op artikelonderdeel 21.05 Duurzame Productketens betreft voornamelijk de uitvoering van het amendement Cegerek en Dijkstra (Kamerstukken II, 2014–2015, 34 000, nr. 49). Vanuit de IenM-begroting wordt € 1,0 miljoen overgemaakt naar het Provinciefonds voor het opruimen van dumpingen van drugsafval.

Gecoördineerde opdrachtverlening RIVM

De gecoördineerde opdrachtverlening aan RIVM wordt verantwoord op artikel 19 Klimaat. Voor een aanvullende onderzoeksopdracht wordt vanuit artikelonderdeel 21.05 Duurzame Productketens € 0,3 miljoen overgeheveld naar de agentschapsbijdrage van artikelonderdeel 19.02 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking.

Overboekingen EZ en VWS

Vanwege diverse interdepartementale overboekingen valt het opdrachtenbudget op artikelonderdeel 21.05 Duurzame Productketens lager uit. Vanuit de IenM-begroting wordt bijgedragen aan diverse interdepartementale duurzaamheidgerelateerde projecten en programma’s. Er wordt € 0,5 miljoen naar EZ en € 0,1 miljoen naar VWS overgeheveld.

Artikel 22 Omgevingsveiligheid en milieurisico’s

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

22

Omgevingsveiligheid en milieurisico's

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

33.309

29.056

3.825

21.777

54.658

Uitgaven:

34.012

31.674

4.325

– 2.046

33.953

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

94%

22.01

Veiligheid chemische stoffen

7.620

7.614

534

– 2.496

5.652

22.01.01

Opdrachten

4.574

4.112

485

– 1.124

3.473

22.01.02

Subsidies

973

2.172

0

– 1.323

849

 

– NANoREG

698

1.827

0

– 1.323

504

 

– Overige subsidies

275

345

0

0

345

22.01.03

Bijdrage aan agentschappen

2.073

1.330

49

– 49

1.330

 

– waarvan bijdrage aan RWS

2.073

1.330

49

– 49

1.330

22.02

Veiligheid biotechnologie

3.602

3.602

0

– 2.000

1.602

22.02.01

Opdrachten

3.602

3.602

0

– 2.000

1.602

22.03

Veiligheid bedrijven en transport

22.790

20.458

3.791

2.450

26.699

22.03.01

Opdrachten

5.587

4.333

– 186

– 1.000

3.147

 

– Omgevingsveiligheid

1.537

0

0

0

0

 

– Overige opdrachten

4.050

4.333

– 186

– 1.000

3.147

22.03.02

Subsidies

10.490

10.490

3.937

3.450

17.877

 

– Asbest en safety deals

10.000

10.000

275

5.000

15.275

 

– Overige subsidies

490

490

3.662

– 1.550

2.602

22.03.03

Bijdrage aan agentschappen

3.707

2.629

0

0

2.629

 

– waarvan bijdrage aan RWS

3.707

2.629

0

0

2.629

22.03.09

Inkomensoverdracht

3.006

3.006

40

0

3.046

Ontvangsten

928

2.057

0

– 1.757

300

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.Daarnaast worden op de Subsidieregeling verwijderen asbestdaken en de Subsidieregeling versterken omgevingsveiligheid BRZO-sector (Besluit risico's zware ongevallen) de verplichtingen in het jaar voorafgaand aan de uitgaven vastgelegd. Hiertoe wordt verplichtingenbudget van 2017 naar 2016 overgeheveld.

22.01 Veiligheid chemische stoffen

Overboeking naar EZ ten behoeve van Ctgb

Voor de werkzaamheden van de College ter beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) wordt € 0,8 miljoen overgeboekt naar EZ vanuit het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 22.01 Veiligheid chemische stoffen.

NANoREG

De lagere uitgaven op het subsidiebudget van artikelonderdeel 22.01 Veiligheid chemische stoffen komt doordat de uitgaven en bijbehorende ontvangsten van de Europese Commissie ten behoeve van het programma NANoREG grotendeels niet meer in 2016 plaatsvinden, maar doorschuiven naar 2017.

22.02 Veiligheid biotechnologie

Veiligheid biotechnologie

De verlaging van het opdrachtenbudget van artikelonderdeel 22.02 Veiligheid biotechnologie van € 2,0 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door vertraging in de uitvoering van het meerjarig onderzoeksprogramma Modernisering Biotechnologie.

22.03 Veiligheid bedrijven en transport

Subsidieregeling verwijderen asbestdaken

De hogere uitgaven op het subsidiebudget van artikelonderdeel 22.03 worden voornamelijk veroorzaakt doordat in 2016 meer subsidieaanvragen voor het verwijderen van asbestdaken zijn binnengekomen dan verwacht. De hogere uitgaven in 2016 worden in mindering gebracht op het subsidiebudget van de regeling voor het verwijderen van asbestdaken voor het jaar 2020. Het meerjarig subsidieplafond van de subsidieregeling wijzigt hiermee niet.

Ontvangsten

De verlaging van de ontvangsten heeft te maken met de hierboven vermelde vertraging van het EU-programma NANoREG.

Artikel 23 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

23

Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

32.566

32.572

1.416

1.964

35.952

Uitgaven:

33.433

33.597

1.416

1.964

36.977

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

23.01

Meteorologie en seismologie

25.059

25.230

1.366

1.964

28.560

23.01.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

24.192

24.205

1.366

1.964

27.535

 

– Meteorologie

23.726

23.738

1.243

1.664

26.645

 

– Seismologie

466

467

123

300

890

23.01.05

Bijdrage aan internationale organisaties

867

1.025

0

0

1.025

 

– Contributie WMO (HGIS)

867

1.025

0

0

1.025

23.02

Aardobservatie

8.374

8.367

50

0

8.417

23.02.03

Bijdrage aan het agentschap KNMI

8.374

8.367

50

0

8.417

 

– Aardobservatie

8.374

8.367

50

0

8.417

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie

Aan het KNMI zijn aanvullende middelen toegekend vanwege de hogere contributie aan het European Centre for Medium range Weather Forecast (ECMWF) veroorzaakt door koersverschillen (€ 0,3 miljoen). Daarnaast ontvangt het KNMI een bijdrage van € 1,1 miljoen voor hogere kosten met betrekking tot de opleiding van nieuwe meteorologen, de implementatie van de nieuwe neerslagradar en tegenvallende compensatie van kosten voor internationaal onderzoek. Tenslotte ontvangt het KNMI een bijdrage in kosten voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten (€ 0,2 miljoen) en voor de implementatie van een nieuw model voor golfverwachting op Caribisch Nederland.

Artikel 24 Handhaving en toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

24

Handhaving en toezicht

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

110.655

113.984

4.999

– 13

118.970

Uitgaven:

110.655

113.984

4.999

– 13

118.970

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

24.01

Handhaving en toezicht

110.655

113.984

4.999

– 13

118.970

24.01.03

Bijdrage aan het agentschap ILT

110.655

113.984

4.999

– 13

118.970

 

– Afval, Industrie en bedrijven

25.264

25.856

1.713

– 428

27.141

 

– Rail en wegvervoer

23.167

25.611

1.871

415

27.897

 

– Scheepvaart

21.640

21.879

493

0

22.372

 

– Luchtvaart

17.983

18.007

408

0

18.415

 

– Water, producten en stoffen

22.601

22.631

514

0

23.145

Ontvangsten

0

0

0

0

0

De wijzigingen bij Tweede suppletoire binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Artikel 25 Brede doeluitkering (BDU)

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

25

Brede doeluitkering

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

854.242

856.991

31.523

13.020

901.534

Uitgaven:

852.688

881.951

11.985

0

893.936

Waarvan juridisch verplicht:

 

100%

   

100%

25.01

Brede doeluitkering

852.688

881.951

11.985

0

893.936

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Verplichtingen

Dit betreft verplichtingen vanuit het Infrastructuurfonds welke samen met de jaarlijkse BDU in 2017 tot betaling zullen komen ten behoeve van een bijdrage aan de metropoolregio Amsterdam voor het maatregelenpakket Regionet van € 5,5 miljoen en het programma OV SAAL middellange termijn (overweg Diemen) van € 7,5 miljoen.

Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

26

Bijdrage investeringsfondsen

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

6.375.221

6.190.868

– 105.424

– 59.145

6.026.299

Uitgaven:

6.375.221

6.190.868

– 105.424

– 59.145

6.026.299

26.01

Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

5.355.569

5.184.182

– 118.935

– 38.481

5.026.766

26.02

Bijdrage aan het Deltafonds

1.019.652

1.006.686

13.511

– 20.664

999.533

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Voor een specificatie van de mutaties wordt verwezen naar de Tweede suppletoire van de begroting van het Infrastructuurfonds (artikel 19) en het Deltafonds (artikel 6).

2.3 De niet-beleidsartikelen

Artikel 97 Algemeen departement

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

97

Algemeen departement

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

44.730

47.272

56.213

– 41.699

61.786

Uitgaven:

45.738

48.955

54.873

– 41.699

62.129

97.01

IenM-brede programmamiddelen

45.738

48.955

54.873

– 41.699

62.129

97.01.01

Opdrachten

26.667

25.806

47.150

– 41.810

31.146

 

– Onderzoeken ANVS

4.032

3.929

1.069

– 998

4.000

 

– Regeringsvliegtuig

6.644

6.638

42.754

– 40.533

8.859

 

– Overige opdrachten

15.991

15.239

3.327

– 279

18.287

97.01.02

Subsidies

1.250

1.422

408

– 40

1.790

97.01.03

Bijdrage aan agentschappen

12.594

16.500

7.186

151

23.837

 

– waarvan bijdrage aan KNMI

0

2.413

213

46

2.672

 

– waarvan bijdrage aan ILT

11.985

11.976

233

0

12.209

 

– waarvan bijdrage aan RWS

609

2.111

358

105

2.574

 

– waarvan bijdrage aan RIVM

0

0

6.382

0

6.382

97.01.06

Bijdrage aan ZBO en RWT

5.227

5.227

129

0

5.356

 

– StAB

5.227

5.227

129

0

5.356

Ontvangsten

1.994

1.994

0

– 893

1.101

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

97.01 IenM -brede programmamiddelen

Onderzoeken ANVS

De lagere uitgaven voor onderzoeken ANVS worden veroorzaakt doordat in het kader van vergunningverlening, minder gebruik is gemaakt van deskundigheid van het Gesellschaft für Anlagen- und Reaktorsicherheit (GRS) als gevolg van een vertraging bij de aanlevering van documenten door vergunninghouders.

Regeringsvliegtuig

In de brief (Kamerstukken II, 2015–2016 33 400, nr. 79) van 8 juli 2016 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de aanschaf van een vervangend Regeringsvliegtuig. Ter dekking heeft het kabinet bij de miljoenennota 2017 als eerste stap € 40,0 miljoen toegevoegd aan de begroting van IenM. Deze uitgaven zullen naar verwachting niet meer in 2016 plaatsvinden. Als gevolg worden de betreffende middelen overgeheveld naar 2017.

Ontvangsten

In de begroting van IenM is een structurele ontvangstenreeks opgenomen waar geen ontvangsten op binnen komen. Vermoedelijk is dit ontstaan bij conversies tijdens de fusie van VenW en VROM tot IenM. Dit betreft de afboeking van de ontvangsten.

Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

98

Apparaatsuitgaven kerndepartement

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

332.770

337.374

– 4.918

1.013

333.469

Uitgaven:

340.148

349.960

– 8.755

– 6.453

334.752

98.01

Personele uitgaven

218.672

220.698

16.771

– 4.641

232.828

 

– waarvan eigen personeel

192.130

191.287

12.474

– 7.819

195.942

 

– waarvan externe inhuur

15.929

20.408

4.046

3.178

27.632

 

– waarvan overige personele uitgaven

10.613

9.003

251

0

9.254

98.02

Materiele uitgaven

121.476

129.262

– 25.526

– 1.812

101.924

 

– waarvan ICT

23.248

33.542

– 8.008

– 360

25.174

 

– waarvan bijdrage aan SSO's

51.024

45.214

7.147

1.110

53.471

 

– waarvan overige materiële uitgaven

47.204

50.506

– 24.665

– 2.562

23.279

Ontvangsten

3.530

16.546

1.345

183

18.074

98.01 Personele uitgaven

De lagere kosten op personele uitgaven (€ 4,6 miljoen) worden voor een groot deel veroorzaakt door vacatureruimte, onder andere door opgelopen vertragingen bij de vacaturevervulling bij de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Daarnaast wordt bij Eenvoudig Beter een deel van de voorziene capaciteit op een later moment ingevuld. De hogere inhuurkosten zijn het gevolg van correcties, naar aanleiding van de controle ADR. Het betreft een correctie voor ten onrechte op uitbesteding geboekte programmamiddelen die volgens de ADR als inhuur bestempeld dienen te worden. Tot slot betreft het de gevolgen van versnelde realisatie van voorgenomen kostenbeperkingen in verband met taakstelling Rutte II.

98.02 Materiële uitgaven

De hogere bijdrage aan SSO’s wordt met name veroorzaakt door hogere kosten voor kantoorinrichting ten behoeve van het pand in de Rijnstraat en hogere uitgaven voor SGA/De Alliantie. De lagere reguliere materiële uitgaven zijn het gevolg van enerzijds een overboeking van budget naar RWS voor compensatie van gemaakte kosten door in het kader van de Participatiewet en anderzijds de extra bijdrage ten behoeve van Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 99 Nominaal en onvoorzien

Budgettaire gevolgen van beleid: Tweede suppletoire begroting 2016 (Bedragen x € 1.000)

99

Nominaal en onvoorzien

Stand vastgestelde begroting

Stand 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Stand 2e suppletoire begroting

       

Mutaties Miljoenennota

Overige mutaties 2e suppletoire begroting

 
   

(1)

(2)

(3)

(4)

(5)=(2)+(3)+(4)

Verplichtingen

25

77.599

– 77.532

0

67

Uitgaven:

25

77.599

– 77.532

0

67

Nominaal en onvoorzien

25

77.599

– 77.532

0

67

Ontvangsten

0

0

0

0

0

Er hebben geen wijzigingen plaatsgevonden in de Tweede suppletoire op dit artikel.

2.4 De agentschappen

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap Rijkswaterstaat. Tweede suppletoire begroting 2016 (bedragen X € 1.000)

Omschrijving

1

2

3

(4) = (1) + (2) + (3)

Totaal

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

2.250.830

– 8.784

88.619

2.330.665

Omzet nutv werkzaamheden

0

252.495

0

252.495

Omzet overige departementen

24.925

 

3.435

28.360

Omzet derden

147.313

 

25.582

172.895

Rentebaten

800

 

0

800

Vrijval voorziening

       

Bijzondere baten

3.000

 

0

3.000

Totaal baten

2.426.868

243.711

117.636

2.788.215

Lasten

       

Apparaatskosten

973.786

1.308

52.805

1.027.899

– Personele kosten

714.543

1.308

46.318

762.169

* waarvan eigen personeel

663.760

1.308

42.618

707.686

* waarvan externe inhuur

49.283

 

3.700

52.983

* waarvan overige personele kosten

1.500

 

0

1.500

.- Materiële kosten

259.243

0

6.487

265.730

* waarvan apparaat ICT

45.000

 

– 15.000

30.000

* waarvan bijdrage aan SSO's

56.000

 

0

56.000

* waarvan overige materiële kosten

       

* waarvan overige M-kosten

158.243

 

21.487

179.730

Onderhoud

1.395.359

242.403

64.831

1.702.593

Rentelasten

8.748

 

0

8.748

Afschrijvingskosten

39.975

 

0

39.975

– Materieel

38.500

 

0

38.500

* waarvan apparaat ICT

6.000

 

0

6.000

– Immaterieel

1.475

 

0

1.475

Dotatie voorziening

       

Bijzondere lasten

       

Totaal lasten

2.417.868

243.711

117.636

2.779.215

Saldo van baten en lasten

9.000

   

9.000

Dotatie aan reserve Rijksrederij

9.000

   

9.000

Te verdelen resultaat

0

   

0

Rijkswaterstaat

Toelichting

Baten

Omzet IenM

Deze mutatie is veroorzaakt door een loon- en prijsbijstelling van € 22 miljoen en een vergoeding voor het niet volledig kunnen verhalen van schade bij schadevaren en -rijden van € 46 miljoen.

Daarnaast is er vanuit DGMI financiering gekomen voor de implementatiekosten Omgevingswet die RWS maakt, hierdoor stijg de post «Personele kosten» met € 13,5 miljoen.

Verder zijn er meer projecten in de voorbereidende fase en is er daarom op verzoek van beleid meer personele inzet voor Beleidsondersteuning en Advies van € 6,5 miljoen. Tot slot is er een aantal kleine mutaties uitkomend op € 5 miljoen. Dit bedrag bevat onder meer extra middelen voor de bekostiging van de Participatiewet, extra middelen voor benodigde inzet bij het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing, een bijdrage vanuit het Ministerie van EZ voor het project «Wind op Zee» en een overboekingen van RWS naar het Ministerie van Defensie voor Kustwacht en het Maritime Operations Center.

Omzet Derden

Deze bijstelling op Omzet Derden bestaat uit verwachte meeropbrengsten van € 6 miljoen vanuit de Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBD) en een bijdrage voor de Rijksrederij van € 3,4 miljoen. Verder zijn er diverse meeropbrengsten voor werken voor derden van € 15 miljoen. De omzet derden wordt geraamd op basis van ervaringscijfers uit het verleden. In praktijk komen er gedurende het uitvoeringsjaar opdrachten bij. Voor 2016 wordt er bijvoorbeeld door de Belgische overheid € 4 miljoen extra beschikbaar gesteld voor vast onderhoud aan de Schelderadarketen. Ook wordt er € 2,5 miljoen meer omzet derden gerealiseerd door de inzet van Search en Rescue helikopters.

Lasten

Apparaatskosten

Dit betreffen de personele uitgaven samenhangend met de eerder genoemde loon- en prijsbijstelling (€ 22 miljoen), extra inzet voor de Omgevingswet (€ 13,5 miljoen.), extra inzet voor Beleidsondersteuning en Advies (€ 6,5 miljoen.). Tevens zijn de lasten met circa € 4 miljoen toegenomen op basis van de nieuwe prognoses inhuurkosten 2016.

Onderhoud

Deze mutatie bestaat uit de uitgaven voor het niet volledig kunnen verhalen van schade bij schadevaren en -rijden van € 46 miljoen, extra planstudie-opdrachten van € 4 miljoen, extra opdrachten voor derden van € 15 miljoen en overige kleine mutaties. Extra opdrachten van derden hangen samen met de hierboven gegeven toelichting bij «Omzet Derden».

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (2) + (3)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening courant RHB 1 januari 2016

195.365

286.430

– 18.850

462.945

2a.

Totale ontvangsten operationele kasstroom (+)

2.426.868

 

108.852

2.535.720

2b.

Totale uitgaven operationele kasstroom (-/-)

2.377.893

252.495

108.852

2.739.240

2.

Totaal operationele kasstroom

48.975

– 252.495

 

– 203.520

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 33.600

4.600

15.000

– 14.000

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

1.500

1.500

3.

Totaal investeringskasstroom

– 33.600

4.600

16.500

– 12.500

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       

4b.

Storting moederdepartement (+)

7.300

8.500

 

15.800

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 31.000

 

7.600

– 23.400

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

32.000

– 4.000

– 17.000

11.000

4.

Totaal financieringskasstroom

8.300

4.500

– 9.400

3.400

5.

Rekening courant RHB 31 december 2016

219.040

43.035

– 11.750

250.325

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2015.

Operationele kasstroom

De uitgaven en ontvangsten binnen de operationele kasstroom liggen hoger dan oorspronkelijk begroot. Dit heeft te maken met een daling van de omzet IenM is vanwege herschikking van programmamiddelen op de «bijdrage agentschappen» aan RWS naar de programmabudgetten van de directoraten-generaal. Daarnaast neemt de omzet IenM af vanwege bijdragen van RWS aan de agentschappen KNMI en ILT, voor dienstverlening samenhangende met het onderhoudsprogramma, zoals het inwinnen van weergegevens en het handhaven van regels omtrent overbelading. Daarnaast zijn de doorgeschoven middelen vanuit de post Nog Uit te voeren Werkzaamheden van invloed op de operationele kas.

Investeringskasstroom

Er wordt minder geïnvesteerd in RWS gebouwen omdat de ruimte slimmer benut wordt door onder andere flexwerken. Tevens wordt er niet meer geïnvesteerd in de aanschaf van auto’s omdat het wagenpark onder gebracht is in een leaseplan.

Financieringskasstroom

Er wordt minder geïnvesteerd in RWS gebouwen omdat de ruimte slimmer benut wordt door onder andere flexwerken. Tevens wordt er niet meer geïnvesteerd in de aanschaf van auto’s omdat het wagenpark onder gebracht is in een leaseplan.

Inspectie Leefomgeving en Transport

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap ILT. Tweede suppletoire begroting 2016 (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

Totaal

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

122.641

3.320

5.219

131.180

Omzet overige departementen

       

Omzet derden

23.523

   

23.523

Rentebaten

50

   

50

Bijzondere baten

       

Totaal baten

146.214

3.320

5.219

154.753

Lasten

       

Apparaatskosten

144.014

3.320

5.219

152.553

– Personele kosten

109.840

2.326

2.437

114.603

* waarvan eigen personeel

100.796

2.326

2.237

105.359

* waarvan externe inhuur

9.044

 

200

9.244

* waarvan overige personele kosten

       

– Materiële kosten

34.175

994

2.782

37.951

* waarvan apparaat ICT

7.158

   

7.158

* waarvan bijdrage aan SSO’s

12.370

694

2.200

15.264

* waarvan overige materiële kosten

14.647

300

585

15.529

Rentelasten

100

   

100

Afschrijvingskosten

2.100

   

2.100

– Materieel

2.100

   

2.100

* waarvan apparaat ICT

       

– Immaterieel

       

Overige lasten

       

– Dotatie voorziening

       

– Bijzondere lasten

       

Totaal lasten

146.214

3.320

5.219

154.753

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De omzet van IenM is toegenomen doordat de ILT is gecompenseerd voor verhuiskosten en nieuwe werkzaamheden op het gebied van het verbod op gratis plastic tassen, de Zwavelrichtlijn en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Daarnaast is de omzet IenM toegenomen vanwege de verwerking van de loon- en prijsbijstelling, het loonruimteakkoord en de premieverhoging van het ABP. Tot slot houdt ILT toezicht op overbelading van wegverkeer. Hiervoor werd de ILT jaarlijks middels facturering door Rijkswaterstaat gecompenseerd. Deze samenwerking is in de Eerste suppletoire begroting van 2016 structureel verwerkt door desbetreffende middelen over te boeken van het Infrastructuurfonds naar de ILT.

Lasten

Personele kosten

De hogere personele kosten worden met name veroorzaakt door de bovengenoemde nieuwe handhavingstaken. Daarnaast liggen de loonontwikkeling, het loonruimteakkoord en de premieverhoging van het ABP ten grondslag aan de hogere personele kosten.

Materiële kosten

De toename van de materiële kosten hangt met name samen met incidentele kosten ten gevolge van de verhuisbewegingen van de ILT.

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)

(4)=(1)+(2)+(3)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of-) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of-) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

31.347

9.415

 

40.762

2a.

Totale ontvangsten operationele kasstroom (+)

 

3.320

5.647

 

2b.

Totale uitgaven operationele kasstroom (-/-)

 

– 3.320

– 5.660

 

2.

Totaal operationele kasstroom

– 4.000

 

– 13

– 4.013

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 2.000

   

– 2.000

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

       

3.

Totaal investeringskasstroom

– 2.000

   

– 2.000

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

 

– 1.689

 

– 1.689

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

       

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

       

4.

Totaal financieringskasstroom

 

– 1.689

 

– 1.689

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016

25.347

7.726

– 13

33.060

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2015.

Operationele kasstroom

De mutaties op de operationele kasstroom hebben te maken met de hogere bijdrage van IenM en de bijbehorende hogere uitgaven vanwege onder meer nieuwe handhavingstaken en de incidentele kosten ten gevolge van de verhuisbewegingen van de ILT.

Financieringskasstroom

De eenmalige uitkering aan het moederdepartement betreft het uitkeren van het surplus van het eigen vermogen aan de eigenaar op basis van de Regeling agentschappen.

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap KNMI. Tweede suppletoire begroting 2016 (bedragen x € 1.000)
 

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (2) + (3)

Totaal

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

36.031

649

3.439

40.119

Omzet IenM – nutv werkzaamheden

1.217

 

8.664

9.881

Omzet overige departementen

2.062

 

– 162

1.900

Omzet derden

21.898

 

– 1.475

20.423

Rentebaten

   

Bijzondere baten

   

Totaal baten

61.208

649

10.466

72.323

Lasten

       

Apparaatskosten

50.788

656

1.582

53.026

– Personele kosten

28.744

500

3.071

32.315

* waarvan eigen personeel

27.914

500

1.710

30.124

* waarvan externe inhuur

830

1.361

2.191

* waarvan overige personele kosten

 

   

.-Materiële kosten

22.044

156

– 1.489

20.711

* waarvan apparaat ICT

6.564

 

– 2.722

3.842

* waarvan bijdrage aan SSO’s

4.966

 

4.966

* waarvan overige materiele kosten

10.514

156

1.233

11.903

Aardobservatie

8.374

– 7

9.079

17.446

Rentelasten

242

 

– 242

Afschrijvingskosten

1.804

 

47

1.851

– materieel

1.804

 

1.804

* waarvan apparaat ICT

992

 

992

– immaterieel

   

Overige lasten

   

– dotatie voorziening

   

– bijzondere lasten

   

Totaal lasten

61.208

649

10.466

72.323

Saldo van baten en lasten

Toelichting

Baten

Omzet IenM

De omzet IenM neemt toe als gevolg van toekenning van middelen met betrekking tot aanvullende dienstverlening Wet taken Meteorologie en Seismologie (WtMS), loon- en prijsbijstelling, compensatie voor hogere contributie aan het European Centre for Mediumrange Weather Forecast (ECMWF) en incidentele compensatie van tegenvallende opbrengsten voor maatwerk. Daarnaast neemt de omzet nog uit te voeren werkzaamheden toe (€ 9,0 miljoen) ter dekking van de contributie aan EUMETSAT. Zie de toelichting onder de lasten.

Omzet overige departementen

De verwachtte omzet is vooral lager dan begroot door vertraging in de dienstverlening seismologie aan het Ministerie van Economische Zaken met betrekking tot bevingen in Groningen.

Omzet derden

Er is sprake van tegenvallende opbrengsten op het gebied van maatwerk als gevolg van het uitblijven van opdrachten en tegenvallende opbrengsten met betrekking tot facilitaire dienstverlening die het KNMI aan het Shared Service Center Campus doorberekent.

Lasten

Personele kosten

De kosten voor eigen personeel stijgen als gevolg van reguliere loonontwikkelingen. Daarnaast zijn er vijf extra meteorologen aangetrokken ter voorbereiding op de pensionering van een aantal meteorologen volgend jaar. Ook de reiskosten buitenland zijn hoger dan begroot. Voor de reiskosten buitenland is dekking vanuit projecten. Vooral door uitloop van het Deltaplan naar 2016 zijn de kosten inhuur hoger dan begroot.

Materiële kosten

De materiele kosten zijn vooral lager dan begroot door vertraging op een aantal subsidieprojecten (OMI, Sesar: € 1,4 miljoen) en door lagere (project)kosten voor de luchtvaart (€ 0,8 miljoen).

Aardobservatie

De stijging wordt veroorzaakt doordat de kosten voor de Najaarsnota zijn gebaseerd op de werkelijk te realiseren kosten EUMETSAT. De bedragen tot en met de Miljoenennota waren nog gebaseerd op de vanuit het beleidsartikel te ontvangen bedragen.

Rentelasten

Door het ontbreken van openstaande leningen zijn de rentekosten nihil.

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (2) + (3)

 

Omschrijving

Vastgestelde begroting

Mutaties 1e suppletoire begroting

Mutaties 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

17.052

5.281

22.333

 

Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+)

       
 

Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-)

       

2.

Totaal operationele kasstroom

– 10.636

 

– 1.305

– 11.941

3a.

Totaal investeringen (-/-)

– 3.970

991

1.979

– 1.000

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

   

3.

Totaal investeringskasstroom

– 3.970

991

1.979

– 1.000

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

   

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

   

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 260

260

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

3.970

– 991

– 1.979

1.000

4.

Totaal financieringskasstroom

3.710

– 731

– 1.979

1.000

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016 (=1+2+3+4)

6.156

5.541

– 1.305

10.392

Toelichting

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

De stand is aangepast conform de jaarrekening 2015.

Operationele kasstroom

De daling wordt vooral veroorzaakt doordat de factuur van het Shared Service Center Campus voor ICT-dienstverlening uit 2015 pas in 2016 is betaald.

Investeringen en financieringskasstroom

De geplande investeringen zijn voor een groot deel doorgeschoven naar 2017.

Nederlandse Emissieautoriteit

Exploitatieoverzicht Baten-lastenagentschap NEa. Tweede suppletoire begroting 2016 (bedragen X € 1.000)

Omschrijving

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (2) + (3)

Totaal

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

Totaal geraamd

Baten

       

Omzet IenM

7.174

– 18

861

8.017

Omzet overige departementen

       

Omzet derden

55

   

55

Rentebaten

       

Bijzondere baten

       

Totaal baten

7.229

– 18

861

8.072

Lasten

       

Apparaatskosten

6.491

– 18

861

7.334

– Personele kosten

5.301

– 18

357

5.640

* waarvan eigen personeel

4.416

– 18

259

4.657

* waarvan externe inhuur

600

 

98

698

* waarvan overige personele kosten

285

   

285

– Materiële kosten

1.190

 

504

1.694

* waarvan apparaat ICT

880

   

880

* waarvan bijdrage aan SSO’s

       

* waarvan overige materiële kosten

310

 

504

814

Rentelasten

16

   

16

Afschrijvingskosten

722

   

722

– materieel

       

*waarvan apparaat ICT

       

– immaterieel

722

   

722

Overige lasten

       

– dotatie voorziening

       

– bijzondere lasten

       

Totaal lasten

7.229

– 18

861

8.072

Saldo van baten en lasten

0

0

0

0

Baten

Omzet IenM

De hogere omzet van IenM wordt met name veroorzaakt door de verhuizing en de daaraan gerelateerde digitalisering- en organisatieontwikkelslag, samengebracht in het programma NEa 2017. Dit programma is erop gericht dat de NEa ook na de verhuizing alle opgedragen werkzaamheden adequaat kan uitvoeren en om noodzakelijke aanpassingen te borgen. Daarnaast is de omzet IenM toegenomen vanwege de verwerking van de loon- en prijsbijstelling en het loonruimteakkoord XII. De omzet van IenM is gedaald in verband met een overdracht vanuit het Agentschap NEa vanwege de centralisatie van de inkoopfuncties binnen IenM.

Lasten

Personele kosten

De hogere personele kosten worden in grote mate veroorzaakt door de bovengenoemde verhuizing en het daarmee samenhangende programma NEa 2017. Daarnaast liggen de loonontwikkeling en het loonruimteakkoord ten grondslag aan de hogere personele kosten.

Materiële kosten

De toename van de materiële kosten hangt met name samen met de uitbesteding van het doorontwikkelen van een nieuw informatiesysteem.

Kasstroomoverzicht (bedragen x € 1.000)
   

(1)

(2)

(3)

(4) = (1) + (2) + (3)

 

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Mutaties (+of–) 1e suppletoire begroting

Mutaties (+of–) 2e suppletoire begroting

stand 2e suppletoire begroting

1.

Rekening-courant RHB 1 januari 2016

601

   

601

2a.

Totale ontvangsten operationele kasstroom (+)

8.129

 

861

8.990

2b.

Totale uitgaven operationele kasstroom (-/-)

– 7.407

 

– 861

– 8.268

2.

Totaal operationele kasstroom

722

   

722

3a.

Totaal investeringen (-/-)

       

3b.

Totaal boekwaarde desinvesteringen (+)

       

3.

Totaal investeringskasstroom

       

4a.

Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-)

       

4b.

Eenmalige storting door het moederdepartement (+)

       

4c.

Aflossingen op leningen (-/-)

– 680

   

– 680

4d.

Beroep op leenfaciliteit (+)

 

750

 

750

4.

Totaal financieringskasstroom

– 680

750

 

70

5.

Rekening-courant RHB 31 december 2016

643

750

 

1.393

Toelichting

Operationele kasstroom

De mutaties op de operationele kasstroom hebben te maken met de hogere bijdrage van IenM en de bijbehorende hogere uitgaven vanwege voornamelijk de digitalisering- en organisatieontwikkelslag.