Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel uitmaken van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2016 wijzigingen aan te brengen in:
– de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
– de begrotingsstaat van het agentschap Dienst Uitvoering Onderwijs.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker
1. |
Leeswijzer |
2 |
2. |
Het beleid |
3 |
2.1. |
Overzicht belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties |
3 |
2.2. |
Beleidsartikelen |
5 |
2.3. |
Niet beleidsartikelen |
27 |
2.4. |
Agentschap |
30 |
Allereerst is de begrotingsstaat voor de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten voor de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap opgenomen. Hierin wordt inzicht gegeven in de financiële wijzigingen die op (beleids)artikelniveau worden voorgesteld in de begroting voor het jaar 2016.
In paragraaf 2 «Het beleid» wordt een toelichting gegeven op de belangrijkste begrotingsmutaties uit dit wetsvoorstel (paragraaf 2.1). Vervolgens wordt inzicht gegeven in de begrotingsmutaties op artikelniveau voor de beleidsartikelen en de niet-beleidsartikelen (paragraaf 2.2 en 2.3). Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:
Omvang begrotingsartikel (stand ontwerpbegroting) in € miljoen |
Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € miljoen) |
Technische mutaties (ondergrens in € miljoen) |
---|---|---|
< 50 |
1 |
2 |
=> 50 en < 200 |
2 |
4 |
=> 200 < 1000 |
5 |
10 |
=> 1000 |
10 |
20 |
De toelichtingen op de uitgaven gelden ook voor de verplichtingen. Alleen indien er sprake is van een groot verschil van de verplichtingenmutaties ten opzichte van de uitgavenmutaties, wordt dit verschil apart toegelicht. Deze verschillen ontstaan bijvoorbeeld doordat er verplichtingen zijn aangegaan die niet tot een uitgavenmutatie leiden (zoals het aangaan van garantieverplichtingen in het kader van schatkistbankieren) of door regelingen waarvoor de verplichtingen dit jaar worden aangegaan terwijl de uitgaven pas volgend jaar (of in de jaren daarna) plaatsvinden.
Met ingang van deze 2de suppletoire begroting zijn twee wijzigingen doorgevoerd in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid (in paragraaf 2.2 en 2.3):
– De mutaties 2de suppletoire begroting zijn uitgesplitst in mutaties die reeds in de Miljoenennota / ontwerpbegroting t+1 zijn gemeld en overige mutaties tweede suppletoire begroting.
– Daarnaast is een wijziging opgetreden in de presentatie van de garantieverplichtingen die voortkomen uit het schatkistbankieren. Vanaf nu wordt het saldo vermeld van de verleende en vervallen garantieverplichtingen. Voorheen werd hier alleen het bedrag vermeld van de verleende garanties. Door deze gewijzigde systematiek kunnen ook negatieve bedragen voorkomen, hetgeen betekent dat er meer garantieverplichtingen zijn vervallen dan verleend. Deze nieuwe presentatie is een uitvloeisel van de ingebruikname van het financiële systeem SAP 3F en zorgt voor overeenstemming met de andere departementen die ook het systeem SAP 3F gebruiken (SZW, VWS en Financiën). De gewijzigde presentatie is verder niet van invloed op de hoogte van de garanties en is afgestemd met de Auditdienst Rijk.
In de tweede suppletoire begroting van OCW wordt een verdere uitwerking gegeven aan de besluiten van het kabinet over de Najaarsnota voor het begrotingshoofdstuk van OCW (VIII). Als gevolg hiervan wordt in de OCW-begroting in 2016 een uitgavenpeil van € 38,7 miljard geraamd. Het geraamde ontvangstenniveau is € 1,3 miljard.
In tabel 1 en 2 wordt de aansluiting getoond van respectievelijk de uitgaven en ontvangsten tussen de eerste suppletoire begroting 2016 en de tweede suppletoire begroting 2016. Een deel hiervan is al gepresenteerd in de Miljoenennota 2017 en de hiermee samenhangende OCW-begroting 2017.
Artikelnr. |
Uitgaven |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2016 |
36.863.389 |
||
Stand eerste suppletoire begroting 2016 |
38.380.842 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Autonome raming studiefinanciering |
11 |
– 18.000 |
2) |
Mee- en tegenvallers |
diverse |
– 47.848 |
3) |
Meerjarige kasschuiven |
diverse |
176.748 |
4) |
Overlopende verplichtingen |
diverse |
– 3.671 |
5) |
Niet kaderrelevante mutaties |
11 |
215.000 |
6) |
Overige mutaties |
diverse |
21.676 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
38.724.747 |
Toelichting op de belangrijkste uitgavenmutaties:
1) Autonome raming studiefinanciering
De uitgaven aan de basisbeurs gift zijn neerwaarts bijgesteld. Met name bij het mbo laten de reeds bekende realisaties iets lagere uitgaven zien dan aanvankelijk geraamd. Ook zijn de uitgaven aan de aanvullende beurs gift naar beneden bijgesteld op basis van de reeds bekende realisatiecijfers.
2) Mee- en tegenvallers
Dit betreft het saldo van diverse mee- en tegenvallers. Zo is er sprake van een tegenvallers in het voortgezet onderwijs omdat de realisatie van het aantal leerlingen hoger is dan de raming (+ € 12,8 miljoen) en door de doorwerking van de instroom van nieuwkomers in het onderwijs (+ € 23,4 miljoen). Daartegenover staan meevallers in het primair onderwijs op de subsidies (– € 21,0 miljoen) en op de bekostiging omdat er tijdelijke regelingen zijn afgelopen die pas per 2017 worden verlengd (– € 14,0 miljoen). Ook is er sprake van onderuitputting op de regeling voortijdig schoolverlaten (– € 19,0 miljoen).
3) Meerjarige kasschuiven
De hoogte van de kasschuiven wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een kasschuif op de OV-kaart van € 200,0 miljoen van 2017 naar 2016. Dit bedrag wordt in 2016 vooruitbetaald aan de vervoerders. Daarnaast wordt er op het centrale apparaatsartikel een bedrag van € 16,9 miljoen in 2016 doorgeschoven naar de jaren 2017–2021. Hierbij wordt onder andere de onverwachte teruggave van het OCW aandeel in de surplus op het Eigen Vermogen van FMHaaglanden en voormalig RGD doorverdeeld.
4) Overlopende verplichtingen
Op diverse artikelen zijn er verplichtingen die niet meer in 2016 tot uitgaven zullen leiden maar wel in 2017.
5) Niet kaderrelevante uitgaven
De niet-kaderrelevante uitgaven voor studiefinanciering zijn hoger dan geraamd. Dit is het gevolg van een toename in zowel het aantal studenten dat leent, als de gemiddeld geleende bedragen.
6) Overige mutaties
Het betreft overboekingen met andere departementen en desalderingen van uitgaven met ontvangsten.
Artikelnr. |
Ontvangsten |
||
---|---|---|---|
Stand oorspronkelijk vastgesteld begroting 2016 |
1.337.192 |
||
Stand 1e suppletoire begroting 2016 |
1.312.311 |
||
Belangrijkste suppletoire mutaties: |
|||
1) |
Meerontvangsten |
1 |
1.800 |
2) |
Autonome raming studiefinanciering |
11 |
– 10.000 |
3) |
Rente studiefinanciering |
11 |
– 3.000 |
4) |
Niet kaderrelevante mutaties |
11 |
– 15.000 |
5) |
Overige mutaties |
1,14,25 |
11.969 |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
1.298.080 |
Toelichting op de belangrijkste ontvangstenmutaties:
1) Meerontvangsten
Dit betreft meerontvangsten als gevolg van de afhandeling van verschillende jaarrekeningen en subsidies in het primair onderwijs.
2) Autonome raming studiefinanciering
De post kortlopende vorderingen is naar beneden bijgesteld. Er is minder achterstallig lager recht en daardoor wordt ook minder ontvangen op kortlopende vorderingen.
3) Rente studiefinanciering
Uit de maandelijkse realisatiecijfers blijkt dat oud-studenten minder extra terugbetalingen doen. De ontvangen rente is daarom naar beneden bijgesteld.
4) Niet kaderrelevante mutaties
De niet-kaderrelevante ontvangsten voor studiefinanciering worden naar beneden bijgesteld. Dit betreft een bijstelling van de terugontvangen hoofdsom op studieleningen. In de reeds bekende maandelijkse realisaties is het bedrag aan extra ontvangsten (de ontvangsten buiten de normale termijnbedragen) iets lager dan geraamd.
5) Overige mutaties
Dit betreft desalderingen van uitgaven met ontvangsten.
Artikel 1. Primair onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
9.957.395 |
9.983.831 |
291.884 |
– 51.558 |
10.224.157 |
||
Totale uitgaven |
9.957.395 |
9.983.831 |
291.184 |
– 51.558 |
10.223.457 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,4% |
% |
99,9% |
||||
Bekostiging |
9.413.102 |
9.440.095 |
292.902 |
– 30.900 |
9.702.097 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
9.261.007 |
9.288.000 |
282.658 |
– 37.200 |
9.533.458 |
|
– |
Bekostiging Primair Onderwijs |
9.248.334 |
9.275.150 |
282.584 |
– 39.200 |
9.518.534 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.673 |
12.850 |
74 |
2.000 |
14.924 |
|
• |
Prestatiebox |
151.000 |
151.000 |
5.296 |
156.296 |
||
• |
Aanvullende bekostiging |
1.095 |
1.095 |
4.948 |
6.300 |
12.343 |
|
– |
Conciërgeregeling |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Overig |
1.095 |
1.095 |
4.948 |
6.300 |
12.343 |
|
Subsidies |
119.427 |
124.231 |
– 3.037 |
– 23.813 |
97.381 |
||
– |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten |
23.862 |
23.862 |
– 862 |
23.000 |
||
– |
Nederlands onderwijs buitenland |
13.400 |
13.400 |
86 |
13.486 |
||
– |
Herstart en Op de Rails |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) |
7.080 |
8.884 |
– 242 |
– 1.400 |
7.242 |
|
– |
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs |
10.000 |
10.000 |
130 |
10.130 |
||
– |
Overig |
65.085 |
68.085 |
– 2.149 |
– 22.413 |
43.523 |
|
Opdrachten |
11.413 |
9.915 |
156 |
– 6.673 |
3.398 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
25.082 |
25.082 |
1.076 |
– 172 |
25.986 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
25.082 |
25.082 |
1.076 |
– 172 |
25.986 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
15.698 |
22.734 |
387 |
10.000 |
33.121 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds |
5.371 |
20.371 |
387 |
10.000 |
30.758 |
|
– |
Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheid |
7.964 |
0 |
0 |
|||
– |
UWV |
2.363 |
2.363 |
2.363 |
|||
Bijdragen aan medeoverheden |
361.750 |
361.750 |
– 300 |
0 |
361.450 |
||
– |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid |
261.750 |
261.750 |
261.750 |
|||
– |
Convenant G37 |
95.000 |
95.000 |
95.000 |
|||
– |
Ondersteuning niet G37 |
5.000 |
5.000 |
– 300 |
4.700 |
||
Bijdragen aan sociale fondsen |
10.923 |
24 |
0 |
0 |
24 |
||
– |
Brede Scholen |
10.923 |
24 |
24 |
|||
Ontvangsten |
1.661 |
16.661 |
0 |
11.800 |
28.461 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 240,3 miljoen verhoogd.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 262,0 miljoen verhoogd. De belangrijkste mutaties worden hieronder toegelicht.
– Dit betreft voor een groot deel de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling van het loonakkoord voor 2016 (waarvan de loonbijstelling € 258,5 miljoen bedraagt, en de prijsbijstelling € 9,1 miljoen). Voor de herstelopslag van het ABP is er eenmalig € 26,4 miljoen toegevoegd.
– Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van schone scholen,
– € 5,0 miljoen is hiervoor overgeboekt naar het Restauratiefonds. Vanwege dalende kosten voor onderwijs als gevolg van minder plaatsen in justitiële inrichtingen, is er € 7,2 miljoen teruggeboekt naar DJI. Voor het 1ste jaar maatwerk asiel zijn de juridische verplichtingen en de daarmee samenhangende betalingen (€ 5,0 miljoen) van 2016 doorgeschoven naar 2017. Doordat er onder andere tijdelijke regelingen zijn afgelopen die pas per 2017 worden verlengd is er een incidentele meevaller van € 20,0 miljoen op de bekostiging ontstaan.
– Tot slot zijn vanuit het budget voor opdrachten de beschikbare middelen voor de regeling procesbegeleiders krimp (€ 1,8 miljoen) en de regeling lerarenontwikkelfonds (€ 4,5 miljoen) toegevoegd aan de aanvullende bekostiging.
Daarnaast heeft er een interne overboeking vanuit het budget voor de hoofdbekostiging naar het budget voor de aanvullende bekostiging plaatsgevonden (€ 4,9 miljoen).
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 26,9 miljoen verlaagd. Dit betreft voor een groot deel (€ 21,0 miljoen) het incidenteel niet besteden van middelen uit het sectorakkoord (o.a. Lerarenbeurs en Goed worden goed blijven). Ook is voor een aantal kleine projecten de juridische verplichting en de daarmee samenhangende betaling (€ 2,0 miljoen) van 2016 doorgeschoven naar 2017. Tot slot hebben er enkele interne overboekingen (€ 3,1 miljoen) naar artikel 3 en 9 plaatsgevonden voor de lerarenbeurs en het Steunpunt Passend Onderwijs.
Opdrachten
– Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 6,5 miljoen verlaagd. Dit betreft voor een groot deel een overboeking naar de aanvullende bekostiging van de beschikbare middelen voor de regeling procesbegeleiders krimp (€ 1,8 miljoen) en de regeling lerarenontwikkelfonds (€ 4,5 miljoen).
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
– Het budget voor de bijdrage aan ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 10,4 miljoen verhoogd. Dit betreft grotendeels middelen die zijn teruggevorderd bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten, en vervolgens zijn teruggestort aan het Participatiesfonds (PF).
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget wordt met € 11,8 miljoen verhoogd. Dit betreft de terugvorderingen bij scholen als gevolg van onterechte declaraties van wachtgeldkosten aan het PF (€ 10,0 miljoen) en de meer ontvangsten bij het afhandelen van verschillende jaarrekeningen en subsidies (€ 1,8 miljoen).
Artikel 3. Voortgezet onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
7.579.547 |
7.825.584 |
479.681 |
33.153 |
8.338.418 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
3.324 |
29.800 |
6.332 |
39.456 |
|||
Totale uitgaven |
7.574.452 |
7.705.316 |
216.369 |
26.821 |
7.948.506 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
99,9% |
||||
Bekostiging |
7.445.589 |
7.543.264 |
218.796 |
36.280 |
7.798.340 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
7.084.338 |
7.131.013 |
217.570 |
16.480 |
7.365.063 |
|
– |
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum |
6.473.351 |
6.519.083 |
196.924 |
16.480 |
6.732.487 |
|
– |
Bekostiging lichte ondersteuning |
598.566 |
598.566 |
18.496 |
617.062 |
||
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
12.421 |
13.364 |
2.150 |
15.514 |
||
• |
Prestatiebox |
201.295 |
201.295 |
0 |
0 |
201.295 |
|
– |
Regeling prestatiebox voortgezet onderwijs |
201.295 |
201.295 |
0 |
201.295 |
||
• |
Aanvullende bekosting |
159.956 |
210.956 |
1.226 |
19.800 |
231.982 |
|
– |
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) |
3.200 |
3.200 |
340 |
3.540 |
||
– |
Regeling leerplusarrangement, nieuwkomers en eerste opvang vreemdelingen |
78.020 |
129.020 |
886 |
23.400 |
153.306 |
|
– |
Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo |
250 |
250 |
0 |
250 |
||
– |
Regeling functiemix VO Randstadregio's |
61.386 |
61.386 |
0 |
61.386 |
||
– |
Resultaatafhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters VO |
17.100 |
17.100 |
0 |
– 3.600 |
13.500 |
|
Subsidies |
54.590 |
59.234 |
– 1.140 |
– 1.533 |
56.561 |
||
– |
Stichting Kennisnet (basissubsidie) PO, VO, BE |
12.000 |
12.000 |
0 |
12.000 |
||
– |
ICT-projecten |
0 |
0 |
2.513 |
259 |
2.772 |
|
– |
Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) |
3.000 |
1.196 |
– 82 |
1.114 |
||
– |
Onderwijs Bewijs |
474 |
474 |
0 |
474 |
||
– |
Pilots zomerscholen |
9.000 |
9.000 |
– 105 |
8.895 |
||
– |
Overige projecten |
30.116 |
36.564 |
– 3.466 |
– 1.792 |
31.306 |
|
Opdrachten |
1.788 |
1.894 |
– 119 |
30 |
1.805 |
||
– |
In- en uitbesteding |
1.788 |
1.894 |
– 119 |
30 |
1.805 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
27.241 |
29.664 |
773 |
– 201 |
30.236 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
27.241 |
29.664 |
773 |
– 201 |
30.236 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
45.006 |
60.022 |
1.057 |
245 |
61.324 |
||
– |
ZBO: College voor Toetsen en Examens |
5.084 |
9.134 |
– 442 |
2.245 |
10.937 |
|
– |
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen PO/VO/BVE (incl. examens) |
39.922 |
50.888 |
1.499 |
– 2.000 |
50.387 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
0 |
11.000 |
– 3.000 |
– 8.000 |
0 |
||
– |
Uitwerkingsakkoord VNG |
0 |
11.000 |
– 3.000 |
– 8.000 |
0 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
238 |
238 |
2 |
0 |
240 |
||
– |
GRAZ (ECML) en PISA |
238 |
238 |
2 |
240 |
||
Ontvangsten |
4.661 |
10.213 |
0 |
0 |
10.213 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 527,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 284,3 miljoen) wordt veroorzaakt door enerzijds het verschil als gevolg van het in 2016 verplichten van een deel van de uitgavenmutaties voor 2017 (€ 248,2 miljoen) en anderzijds het saldo van de in 2016 verleende en vervallen garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen (€ 36,1 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met € 255,1 miljoen verhoogd. De belangrijkste mutaties hebben betrekking op:
– Dit betreft voor een groot deel de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling van het loonakkoord voor 2016 (waarvan de loonbijstelling € 209,4 miljoen bedraagt en de prijsbijstelling € 7,9 miljoen). Voor de herstelopslag van het ABP is er eenmalig € 19,5 miljoen toegevoegd.
– Een verhoging met € 12,8 miljoen omdat de realisatie van het aantal leerlingen hoger is dan de raming.
– Een verhoging van € 23,4 miljoen als gevolg van de doorwerking van de hogere instroom van nieuwkomers.
– Als gevolg van een gewijzigd kasritme in de regeling resultaatafhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters VO zijn er in 2016 minder uitgaven (€ 3,6 miljoen).
Subsidies
Het budget wordt per saldo met € 2,7 miljoen verlaagd. De verlaging is het gevolg van de volgende mutaties:
– Een interne overboeking van € 2,5 miljoen van overige projecten naar ICT-projecten in verband met de inzichtelijkheid.
– Een kasschuif van 2016 naar 2017 ad € 2,1 miljoen in verband met een meerjarige subsidie aan de VO-raad ten behoeve van projecten Onderwijs & ICT en Professionalisering.
– Een verlaging van per saldo € 0,6 miljoen in verband met diverse overboekingen van en naar andere beleidsterreinen en departementen.
Opdrachten
Het budget wordt per saldo met € 0,1 miljoen verlaagd in verband met overboekingen van en naar andere beleidsterreinen.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget wordt per saldo met € 0,6 miljoen verhoogd, voornamelijk als gevolg van de uitdeling van de loon- en prijsbijstelling.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor ZBO’s/RWT’s wordt per saldo met € 1,3 miljoen verhoogd als gevolg van de volgende mutaties:
– Uitdeling van de loon- en prijsbijstelling (€ 0,7 miljoen).
– Bijdragen van andere beleidsterreinen voor het CvTE (€ 2,4 miljoen). De financiering van deze tijdelijke projecten verloopt namelijk via het beleidsterrein van voortgezet onderwijs.
– Een verlaging van per saldo € 1,8 miljoen in verband met diverse overboekingen.
Bijdragen aan medeoverheden
Het als gevolg van het uitwerkingsakkoord VNG beschikbaar gekomen budget ad € 11 miljoen wordt overgeboekt naar BZK.
Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
4.026.058 |
4.021.035 |
202.511 |
183.838 |
4.407.384 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
4.840 |
972 |
– 25.872 |
– 20.060 |
|||
Totale uitgaven |
4.064.713 |
4.049.744 |
87.538 |
– 16.067 |
4.121.215 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
99,9% |
|||||
Bekostiging |
3.618.097 |
3.622.005 |
97.788 |
– 19.097 |
3.700.696 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.173.954 |
3.178.120 |
87.871 |
11.700 |
3.277.691 |
|
– |
Bekostiging roc's/overige regelingen |
3.107.548 |
3.111.718 |
83.954 |
13.722 |
3.209.394 |
|
– |
Bekostiging kbb's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Bekostiging Caribisch Nederland |
6.872 |
6.868 |
2.261 |
– 2.022 |
7.107 |
|
– |
Bekostiging vavo |
59.534 |
59.534 |
1.656 |
0 |
61.190 |
|
• |
Kwaliteitsafspraken |
319.900 |
319.900 |
8.800 |
– 32.300 |
296.400 |
|
– |
Investeringsbudget |
184.000 |
184.000 |
5.100 |
– 9.200 |
179.900 |
|
– |
Resultaatsafhankelijk budget |
135.900 |
135.900 |
3.700 |
– 23.100 |
116.500 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
124.243 |
123.985 |
1.117 |
1.503 |
126.605 |
|
– |
Schoolmaatschappelijk werk in het mbo |
15.000 |
15.000 |
0 |
0 |
15.000 |
|
– |
Regionaal Investeringsfonds |
18.410 |
18.152 |
0 |
– 2.348 |
15.804 |
|
– |
Salarismix Randstadregio's |
41.283 |
41.283 |
1.117 |
– 1.117 |
41.283 |
|
– |
Plusvoorzieningen overbelaste jongeren |
30.400 |
30.400 |
0 |
0 |
30.400 |
|
– |
Programmagelden regio's |
19.150 |
19.150 |
0 |
0 |
19.150 |
|
– |
Tegemoetkoming schoolkosten mbo |
0 |
0 |
0 |
4.968 |
4.968 |
|
– |
Convenanten met RMC-regio's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Taal en Rekenen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Leerlinggebonden financiering (LGF) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
School-ex 2.0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Aanvullende vergoeding experimenten vmbo-mbo 2 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Subsidies |
252.140 |
246.209 |
26.497 |
– 13.234 |
259.472 |
||
– |
Subsidieregeling praktijkleren |
206.500 |
196.500 |
0 |
0 |
196.500 |
|
– |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met taal |
11.300 |
10.750 |
0 |
658 |
11.408 |
|
– |
Pilots laaggeletterdheid |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Loopbaanorientatie |
1.300 |
1.300 |
0 |
– 500 |
800 |
|
– |
ROC Leiden |
20.000 |
20.000 |
12.458 |
0 |
32.458 |
|
– |
Sectorplan mbo-hbo techniek |
1.800 |
1.765 |
– 1.683 |
0 |
82 |
|
– |
Netwerkscholen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Overige projecten |
11.240 |
15.894 |
15.722 |
– 13.392 |
18.224 |
|
Opdrachten |
2.311 |
3.471 |
323 |
8.459 |
12.253 |
||
– |
In- en uitbesteding |
2.311 |
3.471 |
323 |
– 241 |
3.553 |
|
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
8.700 |
8.700 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
19.699 |
26.767 |
2.985 |
– 247 |
29.505 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
17.199 |
24.267 |
2.985 |
– 247 |
27.005 |
|
– |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
2.500 |
2.500 |
0 |
0 |
2.500 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
63.251 |
51.765 |
– 47.285 |
– 221 |
4.259 |
||
– |
College voor Examens |
4.365 |
315 |
0 |
– 245 |
70 |
|
– |
Wet SLOA |
9.588 |
327 |
– 122 |
0 |
205 |
|
– |
SBB |
49.298 |
51.123 |
– 47.163 |
24 |
3.984 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
109.215 |
99.527 |
7.230 |
8.273 |
115.030 |
||
– |
RMC's |
32.550 |
32.550 |
800 |
0 |
33.350 |
|
– |
Educatie |
56.234 |
56.234 |
1.556 |
0 |
57.790 |
|
– |
Caribisch Nederland |
20.431 |
10.743 |
4.874 |
– 13.577 |
2.040 |
|
– |
Regionaal Programma |
0 |
0 |
0 |
21.850 |
21.850 |
|
Bijdragen aan sociale fondsen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Participatiebudget |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontvangsten |
3.000 |
3.000 |
0 |
0 |
3.000 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 386,9 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt met name veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het in 2016 verplichten van het investeringsbudget 2016 en het investeringsbudget 2017 (€ 183,6 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 79,1 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt met name verklaard door de volgende mutaties:
• De bekostiging voor roc’s/overige regelingen wordt opgehoogd met 97,7 miljoen. Dit wordt voor een bedrag van € 93,6 miljoen veroorzaakt door de toevoeging van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016 en de eenmalige herstelopslag vanwege het loonruimte-overeenkomst voor 2015.
• Het resultaatafhankelijke deel van de Kwaliteitsafspraken wordt met € 23,1 miljoen verlaagd. Dit komt voor € 19 miljoen door een verwachte meevaller op de regeling voortijdig schoolverlaten (VSV). Doordat sommige instellingen gedeeltelijk niet de VSV-norm van dit jaar hebben gehaald, blijft er in 2016 geld over op deze regeling.
• Aan de aanvullende bekostiging is een nieuw instrument toegevoegd voor de tegemoetkoming schoolkosten mbo. Hiervoor wordt in 2016 € 5 miljoen verstrekt aan de mbo-instellingen.
Subsidies
– Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 13,3 miljoen verhoogd. Deze verhoging wordt met name verklaard doordat dit jaar € 32,5 miljoen verstrekt zal worden in het kader van de problematiek rondom ROC Leiden. Eerder was de verwachting dat dit jaar € 20 miljoen verstrekt zou worden.
Opdrachten
– Het budget voor opdrachten wordt per saldo met € 8,5 miljoen verhoogd. Dit kan grotendeels verklaard worden door een overboeking van € 8,7 miljoen van het instrument bijdragen aan medeoverheden. Naar verwachting zal er ten behoeve van Caribisch Nederland voor dit bedrag aan opdrachten gerealiseerd worden.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
– Het budget voor zbo’s/rwt’s wordt per saldo met € 47,5 miljoen verlaagd. Dit wordt met name verklaard doordat het budget voor SBB met 47,1 miljoen is verlaagd. Vanwege het opheffen van de kenniscentra en de samenvoeging tot de SBB is er bij SBB in 2016 een incidentele besparingswinst.
Bijdragen aan medeoverheden
– Het budget voor de bijdrage aan medeoverheden wordt per saldo met € 15,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name verklaard door de volgende mutaties:
• Het verlagen van de beschikbare middelen voor Caribisch Nederland met € 8,7 miljoen wordt met name verklaard doordat de opdrachten voor Caribisch Nederland onder het instrument opdrachten gerealiseerd worden in plaats van onder het instrument bijdragen aan medeoverheden.
• De middelen voor het Regionaal Programma zullen in 2016 in plaats van 2017 uitbetaald worden. Hierdoor worden de uitgaven in 2016 met € 21,85 miljoen verhoogd en in 2017 verlaagd.
Artikel 6. Hoger beroepsonderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
2.848.076 |
2.709.821 |
143.956 |
6.666 |
2.860.443 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
9.000 |
7.500 |
45.708 |
62.208 |
|||
Totale uitgaven |
2.823.794 |
2.760.132 |
77.647 |
– 4.391 |
2.833.388 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
% |
|||||
Bekostiging |
2.770.700 |
2.706.190 |
72.280 |
– 4.660 |
2.773.810 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
2.585.882 |
2.521.372 |
67.430 |
– 4.384 |
2.584.418 |
|
– |
Onderwijsdeel hbo |
2.496.001 |
2.442.340 |
65.664 |
– 4.281 |
2.503.723 |
|
– |
Deel ontwerp en ontwikkeling |
69.202 |
69.202 |
1.816 |
– 103 |
70.915 |
|
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) |
19.195 |
8.346 |
– 50 |
0 |
8.296 |
|
– |
Bekostiging experimenten open bestel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Bekostiging postinitiële masteropleidingen hbo |
1.484 |
1.484 |
0 |
0 |
1.484 |
|
• |
Prestatiebox |
184.818 |
184.818 |
4.850 |
– 276 |
189.392 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
184.818 |
184.818 |
4.850 |
– 276 |
189.392 |
|
Subsidies |
3.044 |
3.375 |
2.221 |
274 |
5.870 |
||
– |
Regeling stimulering Bèta/techniek |
2.524 |
2.524 |
1.765 |
0 |
4.289 |
|
– |
Overig |
520 |
851 |
456 |
274 |
1.581 |
|
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Uitbesteding |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
15.195 |
15.195 |
2.276 |
– 5 |
17.466 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
15.195 |
15.195 |
2.276 |
– 5 |
17.466 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
34.855 |
35.372 |
870 |
0 |
36.242 |
||
– |
NWO (Praktijkgericht onderzoek hbo) |
28.510 |
28.773 |
704 |
0 |
29.477 |
|
– |
NWO (Promotiebeurs voor leraren) |
2.869 |
2.869 |
80 |
0 |
2.949 |
|
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) |
3.476 |
3.730 |
86 |
0 |
3.816 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Studiekeuze 123 |
0 |
0 |
0 |
|||
Ontvangsten |
1.213 |
1.476 |
0 |
0 |
1.476 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Let op! Nieuw is de splitsing Mutaties Miljoennota en Overig. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 150,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 77,4 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2016 zijn aangegaan of vervallen en waar OCW garant voor staat (€ 53,2 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2017 (€ 24,2 miljoen), overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2017 verplicht in 2016.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 67,6 miljoen verhoogd in verband met:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016, de meerjarige doorwerking loonruimte-overeenkomst en de herstelopslag pensioenpremie (€ 72,7 miljoen);
– een overheveling van middelen naar beleidsartikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid (– € 4,0 miljoen) voor wat betreft het aandeel van de hogescholen in de startimpuls aan de uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA);
– diverse geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verlagen (– € 1,1 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 2,5 miljoen verhoogd in verband met:
– een overheveling van beleidsartikel 4 MBO (€ 1,8 miljoen) voor haar aandeel in de Regeling stimulering Bèta/techniek;
– diverse geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verhogen (€ 0,7 miljoen), met name ten behoeve van subsidies voor de uitvoering van de Lerarenagenda.
Artikel 7. Wetenschappelijk onderwijs
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
4.142.227 |
4.259.974 |
227.797 |
– 112.150 |
4.375.621 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
– 9.827 |
– 9.827 |
|||||
Totale uitgaven |
4.160.209 |
4.212.627 |
122.503 |
– 6.684 |
4.328.446 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,96% |
% |
|||||
Bekostiging |
4.131.818 |
4.183.326 |
121.653 |
– 6.864 |
4.298.115 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
3.990.020 |
4.041.528 |
118.268 |
– 6.564 |
4.153.232 |
|
– |
Onderwijsdeel wo |
1.636.333 |
1.690.046 |
42.796 |
– 1.725 |
1.731.117 |
|
– |
Onderzoeksdeel wo |
1.733.463 |
1.733.463 |
38.909 |
– 3.616 |
1.768.756 |
|
– |
Deel ondersteuning geneeskundig onderwijs en onderzoek |
618.019 |
618.019 |
36.563 |
– 1.223 |
653.359 |
|
– |
Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen (Leven Lang Leren) |
2.205 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Prestatiebox |
141.798 |
141.798 |
3.385 |
– 300 |
144.883 |
|
– |
Onderwijskwaliteit en studiesucces, en profilering |
141.798 |
141.798 |
3.385 |
– 300 |
144.883 |
|
Subsidies |
2.930 |
3.046 |
25 |
0 |
3.071 |
||
– |
Subsidieregeling Sirius programma |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Subsidieregeling Libertas Noodfonds |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
3TU's samenwerking |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Open en online onderwijs |
1.000 |
1.000 |
0 |
0 |
1.000 |
|
– |
Overig |
1.930 |
2.046 |
25 |
0 |
2.071 |
|
Opdrachten |
1.667 |
2.461 |
250 |
180 |
2.891 |
||
– |
Uitbesteding |
1.667 |
2.461 |
250 |
180 |
2.891 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
23.794 |
23.794 |
575 |
0 |
24.369 |
||
– |
Organisaties conform tabel 6.5 |
23.794 |
23.794 |
575 |
0 |
24.369 |
|
Ontvangsten |
16 |
16 |
0 |
0 |
16 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Let op! Nieuw is de splitsing Mutaties Miljoennota en Overig. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 115,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (– € 0,2 miljoen) betreft:
– Garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2016 zijn vervallen en waar OCW garant voor stond (– € 9,8 miljoen).
– bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2017 (€ 9,6 miljoen), overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2017 verplicht in 2016.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor de bekostiging wordt per saldo met € 114,8 miljoen verhoogd in verband met:
– de doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016, de meerjarige doorwerking loonruimte-overeenkomst en de herstelopslag pensioenpremie (€ 93,4 miljoen);
– toevoegingen vanuit het Ministerie van VWS (€ 28,2 miljoen) ten behoeve van de academische ziekenhuizen voor de incidentele herstelopslag ABP en de structurele compensatie level-playing-field pensioenen;
– een overheveling van middelen naar beleidsartikel 16 Onderzoek en Wetenschapsbeleid (– € 8,0 miljoen) voor wat betreft het aandeel van de universiteiten in de startimpuls aan de uitvoering van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA);
– diverse geringe mutaties (interne overboekingen) die het budget verhogen (€ 1,2 miljoen).
Artikel 8. Internationaal beleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
12.327 |
12.543 |
173 |
507 |
13.223 |
||
Totale uitgaven |
13.662 |
13.825 |
173 |
0 |
13.998 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
85% |
85% |
|||||
Subsidies |
1.696 |
1.754 |
0 |
0 |
1.754 |
||
– |
Duitsland Instituut Amsterdam (DIA) |
612 |
612 |
612 |
|||
– |
Netherlands house for Education and Research (Neth-ER) |
600 |
600 |
600 |
|||
– |
Incidentele subsidies voor het uitwisselen van cultuur |
364 |
364 |
364 |
|||
– |
Overige incidentele subsidies |
120 |
178 |
178 |
|||
Opdrachten |
2.500 |
2.477 |
0 |
0 |
2.477 |
||
– |
Beleidsonderzoek en benchmarking |
100 |
100 |
100 |
|||
– |
Incidentele Internationale activiteiten |
86 |
63 |
63 |
|||
– |
EU-voorzitterschap |
2.314 |
2.314 |
2.314 |
|||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
9.016 |
9.144 |
173 |
0 |
9.317 |
||
– |
OCW-vertegenwoordiging in het buitenland |
135 |
135 |
135 |
|||
– |
EP-Nuffic |
3.485 |
3.485 |
81 |
3.566 |
||
– |
Nederlandse Taalunie |
2.795 |
2.795 |
64 |
2.859 |
||
– |
Europa College Brugge |
30 |
30 |
30 |
|||
– |
Unesco |
20 |
20 |
20 |
|||
– |
OESO CERI |
76 |
76 |
76 |
|||
– |
Fulbright Center |
368 |
368 |
368 |
|||
– |
DCICC Cultural Contact Point |
90 |
90 |
90 |
|||
– |
Stichting Ons Erfdeel |
185 |
185 |
185 |
|||
– |
Nationaal Agentschap Erasmus + Onderwijs & Training |
1.782 |
1.910 |
53 |
1.963 |
||
– |
Programma's Rijksdienst voor Ondernemend Nederland |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Incidentele EU-programma's en activiteiten |
50 |
50 |
– 25 |
25 |
||
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken |
450 |
450 |
0 |
0 |
450 |
||
– |
Vlaams-Nederlands Huis DeBuren (Hoofdstuk V BuZa) |
450 |
450 |
450 |
|||
Ontvangsten |
99 |
99 |
99 |
Artikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
250.915 |
238.828 |
– 5.151 |
– 45.062 |
188.615 |
||
Totale uitgaven |
250.915 |
239.431 |
– 8.832 |
– 14.693 |
215.906 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
93,0% |
% |
|||||
Bekostiging |
28.460 |
24.603 |
3.013 |
0 |
27.616 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
0 |
0 |
3.013 |
0 |
3.013 |
|
– |
Beloning LeerKracht lumpsum po/vo/bve |
0 |
0 |
3.013 |
3.013 |
||
• |
Prestatiebox |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Professionalisering po/vo/bve |
0 |
0 |
0 |
|||
• |
Aanvullende bekostiging |
28.460 |
24.603 |
0 |
0 |
24.603 |
|
– |
Functiemix VO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Salarismix MBO Randstadregio's |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen |
28.460 |
24.603 |
24.603 |
|||
– |
G.O.- en vakbondsfaciliteiten po |
0 |
0 |
0 |
|||
Subsidies |
201.918 |
193.953 |
– 3.697 |
– 14.276 |
175.980 |
||
– |
Lerarenbeurs/zij-instroom |
131.883 |
117.633 |
2.000 |
– 3.000 |
116.633 |
|
– |
Impuls lerarentekorten vo en wetenschap en techniek pabo |
34.511 |
32.147 |
– 5.697 |
– 3.136 |
23.314 |
|
– |
Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen |
17.100 |
17.037 |
17.037 |
|||
– |
Verankering academische opleidingsschool |
1.262 |
1.590 |
1.590 |
|||
– |
InnovatieImpuls Onderwijs |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Arbeidsmarkt-/kennisactiviteiten po |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Onderwijscoöperatie |
2.945 |
2.945 |
2.945 |
|||
– |
Open Universiteit (LOOK) |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Promotiebeurs voor leraren |
6.750 |
6.750 |
6.750 |
|||
– |
Projecten professionalisering |
1.900 |
4.500 |
– 3.740 |
760 |
||
– |
Projecten regionale arbeidsmarktproblematiek |
1.000 |
5.400 |
– 4.400 |
1.000 |
||
– |
Caribisch Nederland |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Overige projecten |
4.567 |
5.951 |
5.951 |
|||
Opdrachten |
14.819 |
15.094 |
– 8.253 |
– 417 |
6.424 |
||
– |
Onderzoek, ramingen en communicatie |
3.719 |
4.049 |
147 |
4.196 |
||
– |
Leraren- en schoolleiders |
11.100 |
11.045 |
– 8.400 |
– 417 |
2.228 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
5.718 |
5.781 |
105 |
0 |
5.886 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
5.718 |
5.781 |
105 |
5.886 |
||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
– |
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfs-gezondheid |
0 |
|||||
Ontvangsten |
6.000 |
6.000 |
6.000 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Let op! Nieuw is de splitsing Mutaties Miljoennota en Overig. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 50,2 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 26,6 miljoen) wordt veroorzaakt doordat in 2015 en eerder verplichtingen zijn aangegaan, met name voor de regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen in scholen en promotiebeurs, waarvan in de oorspronkelijke begroting was geraamd dat deze verplichtingen (deels) in 2016 zouden worden aangegaan. Dit gaat dus wel leiden tot uitgaven in 2016, terwijl de verplichting is geboekt in 2015 of eerder.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget voor de opleidingsscholen wordt per saldo met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit komt met name doordat de loon- en prijsbijstelling is uitgekeerd.
Subsidies
– Het budget voor de impuls te kort vakken wordt per saldo verlaagd met € 8,8 miljoen. Dit wordt met name veroorzaakt door projecten die via de rijksbijdrage (artikel 6) worden bekostigd (€ 1,1 miljoen), door een kasschuif voor uitgaven die in 2017 en 2018 plaatsvinden (€ 5,3 miljoen) en doordat er onderuitputting verwacht wordt (€ 2,0 miljoen).
– Het budget van de projecten regionale arbeidsmarktproblematiek wordt met € 4,4 miljoen verlaagd omdat de projecten in 2016 ten einde lopen en er geen nieuwe verplichtingen op dit project zijn aangegaan.
– Een interne overboeking van projecten professionalisering naar opdrachten (€ 3,7 miljoen).
Opdrachten
– Het budget voor het lerarenregister wordt per saldo met € 8,6 miljoen verlaagd. Dit betreft met name de overboeking van programma naar artikel 95 Apparaatsuitgaven voor het lerarenregister (€ 7,0 miljoen), een overboeking van subsidies naar opdrachten (€ 3,7 miljoen) en een overboeking naar het CIBG (€ 5,3 miljoen) voor de ontwikkeling van het register.
Artikel 11. Studiefinanciering
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
4.953.609 |
5.405.322 |
428.747 |
– 4.013 |
5.830.056 |
||
Totale uitgaven |
4.953.609 |
5.405.322 |
428.747 |
– 4.013 |
5.830.056 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||
Inkomensoverdracht |
2.730.556 |
3.018.018 |
215.526 |
– 28.000 |
3.205.544 |
||
• |
Basisbeurs |
959.045 |
986.241 |
5.738 |
17.000 |
1.008.979 |
|
– |
Gift (R) |
1.088.140 |
1.092.029 |
676 |
– 3.000 |
1.089.705 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
– 129.095 |
– 105.788 |
5.062 |
20.000 |
– 80.726 |
|
• |
Aanvullende beurs |
768.533 |
797.819 |
4.871 |
– 30.000 |
772.690 |
|
– |
Gift (R) |
620.752 |
615.471 |
2.009 |
– 15.000 |
602.480 |
|
– |
Prestatiebeurs (NR) |
147.781 |
182.348 |
2.862 |
– 15.000 |
170.210 |
|
• |
Reisvoorziening |
1.022.667 |
1.225.265 |
204.917 |
– 5.000 |
1.425.182 |
|
– |
Bijdrage aan vervoersbedrijven (R) |
1.204.730 |
1.406.218 |
204.917 |
– 5.000 |
1.606.135 |
|
– |
Gift (R) |
629.544 |
644.051 |
0 |
0 |
644.051 |
|
– |
Prestatiebeurs (R) |
– 811.606 |
– 825.003 |
0 |
0 |
– 825.003 |
|
• |
Overige uitgaven |
– 19.689 |
8.693 |
0 |
– 10.000 |
– 1.307 |
|
– |
Overige uitgaven relevant (R) |
128.913 |
105.052 |
0 |
5.000 |
110.052 |
|
– |
Caribisch Nederland |
2.129 |
3.013 |
0 |
0 |
3.013 |
|
– |
Overige uitgaven niet-relevant (NR) |
– 150.731 |
– 99.372 |
0 |
– 15.000 |
– 114.372 |
|
Leningen |
2.114.614 |
2.263.393 |
210.603 |
25.000 |
2.498.996 |
||
– |
Rentedragende lening (NR) |
1.910.571 |
2.026.917 |
209.399 |
0 |
2.236.316 |
|
– |
Collegegeldkrediet (NR) |
204.043 |
236.476 |
1.204 |
25.000 |
262.680 |
|
Bijdragen aan Agentschappen |
108.439 |
123.911 |
2.618 |
– 1.013 |
125.516 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
108.439 |
123.911 |
2.618 |
– 1.013 |
125.516 |
|
Ontvangsten |
869.711 |
814.803 |
0 |
– 28.000 |
786.803 |
||
– |
Ontvangen rente en relevante hoofdsom (R) |
199.619 |
133.625 |
0 |
– 3.000 |
130.625 |
|
– |
Kortlopende vorderingen (R) |
96.624 |
93.003 |
0 |
– 10.000 |
83.003 |
|
– |
Terugontvangen hoofdsom (NR) |
573.468 |
588.175 |
0 |
– 15.000 |
573.175 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
– De post basisbeurs gift wordt per saldo met € 2,3 miljoen verlaagd. Uit realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2016 blijkt dat de uitgaven iets lager zijn dan geraamd. Dit is voornamelijk het geval bij de BOL. Dit heeft geleid tot een neerwaartse bijstelling van € 3,0 miljoen. Daarnaast is het budget met € 0,7 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2016.
– De uitgaven aan de basisbeurs prestatiebeurs worden per saldo met € 25,1 miljoen verhoogd. Uit realisatiegegevens van DUO tot en met augustus 2016 blijkt dat de niet-relevante uitgaven aan de basisbeurs iets hoger waren dan geraamd. Dit zijn uitgaven aan studenten die al studeerden voordat het studievoorschot is ingevoerd. In verband hiermee is deze post met € 20,0 miljoen opgehoogd. Daarnaast is het budget met € 5,1 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil van 2016.
– De post aanvullende beurs gift is per saldo met € 13,0 miljoen verlaagd. Het betreft een bijstelling van € 15,0 miljoen als gevolg van lagere realisaties dan geraamd. De lagere uitgaven vinden met name plaats bij de studenten hoger onderwijs waarbij de eerste vijf maanden aanvullende beurs als gift wordt betaald, in tegenstelling tot de maanden daarna. De ophoging van € 2,0 miljoen is het gevolg van de aanpassing aan het prijspeil.
– De uitgaven aan de aanvullende beurs prestatiebeurs zijn per saldo met € 12,1 miljoen naar beneden bijgesteld. Voor € 15,0 miljoen is dit het gevolg van lager dan verwachte realisaties. Daarnaast is dit niet-relevante budget met € 2,9 miljoen opgehoogd vanwege de aanpassing aan het prijspeil.
– De bijdrage aan vervoersbedrijven als gevolg van het studentenreisproduct is per saldo met € 199,9 miljoen verhoogd. Hiervan betreft € 200,0 miljoen een kasschuif: dit bedrag wordt in 2016 betaald aan de vervoerders, in plaats van 2017. Tevens is het budget met € 4,9 miljoen verhoogd als gevolg van de aanpassing aan het prijspeil en voor € 5,0 miljoen verlaagd als gevolg van de reeds bekende realisaties in het huidige jaar.
– De overige relevante uitgaven zijn met € 5,0 miljoen verhoogd als gevolg van de maandelijkse realisaties. Deze post behelst onder andere kwijtscheldingen en mutaties van kortlopende naar langlopende vorderingen.
– De niet-relevante overige uitgaven zijn met € 15,0 miljoen naar beneden bijgesteld. Deze post geeft uitdrukking aan eerder toegekende niet-relevante bedragen die niet in gift worden omgezet, maar worden kwijtgescholden of worden omgezet in een lening. De reeds bekende maandelijkse realisaties in 2016 geven aanleiding de uitgaven op deze post te verlagen.
Leningen
– De geraamde uitgaven aan rentedragende leningen worden per saldo met € 209,4 miljoen verhoogd. Voor € 200,0 miljoen is dat het gevolg van een toename in zowel de aantallen leners als de gemiddeld geleende bedragen. De overige bijstelling van € 9,4 miljoen is het gevolg van aanpassing aan het prijspeil van 2016.
– De niet-relevante uitgaven aan het collegegeldkrediet zijn met € 26,2 miljoen verhoogd. Dit is het gevolg van vooral een hoger aantal lenende studenten. Voor € 1,2 miljoen hiervan betreft het een aanpassing aan het prijspeil.
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget voor DUO wordt per saldo met € 1,7 miljoen verhoogd. Hiervan is een verhoging van € 2,4 miljoen het gevolg van de loon- en prijsbijstelling. De verlaging van € 0,7 miljoen bestaat uit diverse mutaties waarvan de grootste een huurverlaging is van € 0,8 miljoen.
Ontvangsten
– De post ontvangen rente en relevante hoofdsom wordt met € 3,0 miljoen naar beneden bijgesteld op grond van de reeds bekende maandelijkse realisaties.
– De ontvangsten op kortlopende vorderingen worden met € 10,0 miljoen naar beneden bijgesteld op grond van de reeds bekende maandelijkse realisaties.
– De post terugontvangen hoofdsom is met € 15,0 miljoen naar beneden bijgesteld. In de reeds bekende maandelijkse realisaties is het bedrag aan extra ontvangsten (de ontvangsten buiten de normale termijnbedragen) iets lager dan geraamd.
Artikel 12. Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
88.307 |
88.174 |
717 |
– 115 |
88.776 |
||
Totale uitgaven |
88.307 |
88.174 |
717 |
– 115 |
88.776 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||
Inkomensoverdracht |
71.686 |
71.644 |
417 |
0 |
72.061 |
||
• |
TS 17- |
500 |
500 |
0 |
0 |
500 |
|
– |
Minderjarige deelnemers bol (R) |
500 |
500 |
0 |
0 |
500 |
|
• |
TS 18+ |
5.900 |
5.506 |
0 |
0 |
5.506 |
|
– |
Tegemoetkoming lerarenopleiding (tlo) (R) |
3.955 |
3.634 |
0 |
0 |
3.634 |
|
– |
Deeltijd vo (R) |
1.945 |
1.872 |
0 |
0 |
1.872 |
|
• |
VO 18+ |
65.286 |
65.638 |
417 |
0 |
66.055 |
|
– |
Volwassenenonderwijs (vavo) (R) |
5.678 |
5.788 |
0 |
0 |
5.788 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vo (R) |
53.694 |
54.238 |
417 |
0 |
54.655 |
|
– |
Meerderjarige scholieren vso (R) |
4.966 |
4.731 |
0 |
0 |
4.731 |
|
– |
STOEB/ALR (NR) |
948 |
881 |
0 |
0 |
881 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
16.621 |
16.530 |
300 |
– 115 |
16.715 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
16.621 |
16.530 |
300 |
– 115 |
16.715 |
|
Ontvangsten |
3.034 |
3.030 |
0 |
0 |
3.030 |
||
– |
TS 17- (R) |
22 |
41 |
0 |
0 |
41 |
|
– |
TS 18+ (R) |
96 |
75 |
0 |
0 |
75 |
|
– |
VO 18+ (R) |
2.916 |
2.914 |
0 |
0 |
2.914 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Let op! Nieuw is de splitsing Mutaties Miljoennota en Overig. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Inkomensoverdrachten
– Het budget voor meerderjarige scholieren in het voortgezet onderwijs wordt met € 0,4 miljoen verhoogd.
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget voor DUO wordt per saldo met € 0,2 miljoen verhoogd.
Artikel 13. Lesgelden
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
7.071 |
7.058 |
127 |
– 49 |
7.136 |
||
Totale uitgaven |
7.071 |
7.058 |
127 |
– 49 |
7.136 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
100% |
|||||
Bijdragen aan agentschappen |
7.071 |
7.058 |
127 |
– 49 |
7.136 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs (R) |
7.071 |
7.058 |
127 |
– 49 |
7.136 |
|
Ontvangsten |
249.135 |
249.351 |
0 |
0 |
249.351 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Bijdragen aan agentschappen
– Het budget voor DUO wordt per saldo met € 0,1 miljoen verhoogd.
Artikel 14. Cultuur
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
2.783.796 |
2.814.654 |
9.823 |
– 87.961 |
2.736.516 |
||
Waarvan garantieverplichtingen |
653.100 |
21.055 |
674.155 |
||||
Totale uitgaven |
757.563 |
788.682 |
9.823 |
– 313 |
798.192 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
% |
% |
|||||
Bekostiging |
651.718 |
591.848 |
8.725 |
– 1.001 |
599.572 |
||
– |
Culturele basisinfrastructuur |
510.334 |
469.673 |
8.445 |
70 |
478.188 |
|
Vierjaarlijkse instellingen |
357.643 |
316.595 |
7.195 |
70 |
323.860 |
||
Vierjaarlijkse fondsen |
152.691 |
153.078 |
1.250 |
0 |
154.328 |
||
– |
Monumentenzorg |
83.011 |
72.070 |
704 |
2.954 |
75.728 |
|
– |
Archieven incl. Regionale Historische Centra |
25.011 |
25.011 |
1.155 |
200 |
26.366 |
|
– |
Investeringen huisvesting rijksgesubsidieerde musea |
14.800 |
14.800 |
– 1.579 |
– 3.940 |
9.281 |
|
– |
Cultuureducatie met Kwaliteit |
17.500 |
10.000 |
0 |
10.000 |
||
– |
Archeologie |
1.062 |
294 |
0 |
– 285 |
9 |
|
Subsidies |
58.998 |
61.285 |
221 |
– 3.490 |
58.016 |
||
– |
Verbreden inzet cultuur |
9.470 |
9.470 |
4.601 |
– 100 |
13.971 |
|
– |
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) |
7.775 |
10.104 |
– 3.075 |
108 |
7.137 |
|
– |
Programma bibliotheekvernieuwing |
1.248 |
48 |
– 48 |
0 |
||
– |
Programma leesbevordering |
2.850 |
2.850 |
555 |
0 |
3.405 |
|
– |
Programma CRISP |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Programma erfgoed en ruimte |
6.000 |
3.292 |
– 252 |
– 1.055 |
1.985 |
|
– |
Programma ondernemerschap |
1.737 |
1.737 |
– 109 |
0 |
1.628 |
|
– |
Specifiek cultuurbeleid |
29.918 |
33.784 |
– 1.451 |
– 2.443 |
29.890 |
|
Opdrachten |
4.202 |
92.892 |
– 9 |
4.286 |
97.169 |
||
– |
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis |
4.202 |
92.892 |
– 9 |
4.286 |
97.169 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
39.278 |
39.544 |
846 |
90 |
40.480 |
||
– |
Nationaal Archief |
39.278 |
39.544 |
846 |
90 |
40.480 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
3.367 |
3.113 |
40 |
– 198 |
2.955 |
||
– |
Uitvoering internationale verdragen |
2.366 |
2.090 |
40 |
– 198 |
1.932 |
|
– |
Uitvoering internationale contributies |
941 |
963 |
963 |
|||
– |
Europese samenwerking |
60 |
60 |
60 |
|||
Ontvangsten |
494 |
494 |
1.760 |
2.254 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 78,1 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van de verplichtingen voor de Basisinfrastructuur 2017–2020 en het afboeken van meerjarige verplichtingen met betrekking tot de erfgoedwet leidt per saldo tot een verlaging van € 179,7 miljoen.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het meerjarig aangaan van de verplichtingen internationaal inclusief HGIS leidt tot een verhoging van € 24 miljoen.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het meerjarig aangaan van de verplichtingen voor cultuureducatie met kwaliteit en erfgoedmanifestaties leidt tot een verhoging van € 46,9 miljoen.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van verstrekte garanties in verband met het aangaan van leningen voor Rijksmusea leidt tot een verhoging van € 21,1 miljoen.
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van de uitgavenmutaties miljoenennota en deze suppletoire wet leidt tot een verhoging van € 13,5 miljoen.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
– Het budget wordt per saldo met € 7,7 miljoen verhoogd. Het betreft voornamelijk verhoging als gevolg van de loon en prijsbijstelling 2016.
Artikel 15. Media
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
1.005.154 |
1.012.488 |
6.248 |
– 28.252 |
990.484 |
||
Totale uitgaven |
1.005.485 |
1.012.819 |
6.248 |
40 |
1.019.107 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
% |
% |
|||||
Bekostiging |
1.000.856 |
1.008.190 |
4.603 |
– 311 |
1.012.482 |
||
– |
Publieke Omroep (omroepinstellingen) |
912.191 |
912.191 |
10.945 |
488 |
923.624 |
|
Landelijke publieke omroep |
756.397 |
756.397 |
9.076 |
765.473 |
|||
Regionale Omroep |
155.794 |
155.794 |
1.869 |
488 |
158.151 |
||
Minderhedenprogrammering |
0 |
0 |
0 |
||||
– |
Beheertaken landelijke publieke omroep |
61.383 |
61.383 |
3.411 |
0 |
64.794 |
|
Stichting Omroep Muziek |
15.571 |
15.571 |
331 |
15.902 |
|||
Uitzenden en uitzendgereedmaken |
25.274 |
25.274 |
303 |
25.577 |
|||
Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) |
20.538 |
20.538 |
2.777 |
23.315 |
|||
– |
Dotaties, bijdragen publieke omroep |
30.345 |
30.345 |
2.521 |
0 |
32.866 |
|
Stimuleringsfonds Nederlandse Culturele Mediaproducties |
17.202 |
17.202 |
2.411 |
19.613 |
|||
Stimuleringsfonds voor de Journalistiek |
2.156 |
2.156 |
2.156 |
||||
Filmfonds van de omroep en Telefilm (COBO) |
7.969 |
7.969 |
95 |
8.064 |
|||
Mediawijsheid Expertisecentrum (Bewust mediagebruik) |
1.498 |
1.498 |
1.498 |
||||
Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) |
1.520 |
1.520 |
15 |
1.535 |
|||
– |
Dotatie/onttrekking Algemene Mediareserve (AMR) |
– 3.889 |
3.445 |
– 12.462 |
– 814 |
– 9.831 |
|
– |
Overige bekostiging media (uit rente AMR) |
500 |
500 |
183 |
15 |
698 |
|
– |
Basisinfrastructuur Cultuur 2013–2016 |
326 |
326 |
5 |
331 |
||
Vierjaarlijkse instellingen |
326 |
326 |
5 |
331 |
|||
Subsidies |
919 |
919 |
0 |
– 535 |
384 |
||
– |
Subsidies |
919 |
919 |
0 |
– 535 |
384 |
|
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
883 |
883 |
||
– |
Opdrachten |
0 |
0 |
0 |
883 |
883 |
|
Bijdragen aan ZBO's/RWT's |
3.675 |
3.675 |
1.645 |
– 22 |
5.298 |
||
– |
Commissariaat voor de Media |
3.675 |
3.675 |
1.645 |
– 22 |
5.298 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
35 |
35 |
0 |
25 |
60 |
||
– |
Uitvoering internationale contributies |
35 |
35 |
0 |
25 |
60 |
|
Ontvangsten |
197.500 |
206.500 |
0 |
0 |
206.500 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven. Let op! Nieuw is de splitsing Mutaties Miljoennota en Overig. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 22,0 miljoen verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door:
– bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van lager aan te gane verplichting in 2016 ten behoeve van 2017 als gevolg van taakstelling Rutte II (–/– € 34,0 miljoen);
– bijstelling van de verplichtingraming als gevolg van hoger aan te gane verplichting in 2016 ten behoeve van 2016 als gevolg van indexering van deze verplichtingen met de wettelijke prijsindex (€ 5,7 miljoen);
– de hieronder bij Uitgaven toegelichte kas-/verplichtingenmutaties (€ 6,3 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor Bekostiging wordt per saldo met € 4,3 miljoen verhoogd. De verhoging bestaat voornamelijk uit de ontvangen prijsindex 2016 Media van € 6,1 miljoen (Dotatie Algemene Mediareserve). Daarnaast hebben er een aantal overboekingen plaatsgevonden naar andere instrumenten.
Verder vinden er binnen het instrument Bekostiging diverse overboekingen plaats tussen de verschillende werkbudgetten. De belangrijkste hiervan zijn:
– Een overboeking van het budget Dotatie Algemene Mediareserve naar andere werkbudgetten onder bekostiging van € 12 miljoen voor het uitbetalen van de wettelijke prijsindex 2016. Hiervan gaat € 9 miljoen naar de Landelijke Publieke Omroep.
– Een overboeking van € 2,5 miljoen van het budget Dotatie Algemene Mediareserve naar budget voor Beeld en Geluid. Als gevolg van hogere lasten voor digitale opslag, die voortkomen uit Beelden voor de Toekomst heeft Beeld en Geluid in 2016 een hogere vergoeding ontvangen.
– Een overboeking van € 2,2 miljoen van het budget Dotatie Algemene Mediareserve naar budget Mediafonds. Dit is bestemd voor de liquidatiekosten van het Mediafonds.
Artikel 16. Onderzoek en wetenschapsbeleid
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
934.735 |
980.627 |
41.124 |
16.624 |
1.038.375 |
||
Totale uitgaven |
953.579 |
997.116 |
28.232 |
16.624 |
1.041.972 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99,9% |
100,00% |
|||||
Bekostiging |
836.922 |
882.600 |
20.760 |
20.252 |
923.612 |
||
• |
Hoofdbekostiging |
590.395 |
632.456 |
18.828 |
18.342 |
669.626 |
|
NWO-wet en WHW |
|||||||
– |
NWO |
457.552 |
457.552 |
16.069 |
15.959 |
489.580 |
|
– |
KNAW |
87.193 |
87.373 |
2.041 |
21 |
89.435 |
|
– |
KB |
45.650 |
87.531 |
718 |
2.362 |
90.611 |
|
• |
Aanvullende bekostiging |
246.527 |
250.144 |
1.932 |
1.910 |
253.986 |
|
– |
NWO Talentenontwikkeling |
161.409 |
161.409 |
0 |
0 |
161.409 |
|
– |
NWO STW |
8.000 |
8.000 |
0 |
0 |
8.000 |
|
– |
NWO Grootschalige researchinfrastructuur |
55.295 |
55.295 |
0 |
0 |
55.295 |
|
– |
Nationaal Regieorgaan onderwijsonderzoek |
17.823 |
21.440 |
285 |
1.910 |
23.635 |
|
– |
Poolonderzoek |
1500 |
1.500 |
1.647 |
0 |
3.147 |
|
– |
Kust- en zeeonderzoek |
2500 |
2.500 |
0 |
0 |
2.500 |
|
Subsidies |
27.783 |
25.481 |
1.537 |
– 3.626 |
23.392 |
||
• |
Kaderregeling exploitatiesubsidies onderzoek en wetenschap |
18.100 |
18.100 |
112 |
27 |
18.239 |
|
– |
CPG |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
Montesquieu Instituut |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
– |
NCB/Nationaal Herbarium |
6.235 |
6.235 |
31 |
0 |
6.266 |
|
– |
BPRC |
8.303 |
8.303 |
56 |
0 |
8.359 |
|
– |
NCWT/NEMO |
3.343 |
3.343 |
23 |
27 |
3.393 |
|
– |
STT |
219 |
219 |
2 |
0 |
221 |
|
– |
NTU/INL |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|
• |
Subsidieregeling St.AAP |
1.028 |
1.028 |
4 |
0 |
1.032 |
|
• |
Kaderregeling subsidiëring projecten t.b.v. onderzoek en wetenschap |
8.655 |
6.353 |
1.421 |
– 3.653 |
4.121 |
|
– |
Genomics |
0 |
0 |
0 |
|||
– |
Nationale coördinatie |
5.905 |
3.603 |
1.421 |
– 3.653 |
1.371 |
|
– |
Bilaterale samenwerking |
2.750 |
2.750 |
0 |
0 |
2.750 |
|
Opdrachten |
300 |
300 |
150 |
0 |
450 |
||
– |
Uitbesteding |
300 |
300 |
150 |
0 |
450 |
|
Bijdragen aan agentschappen |
286 |
286 |
5 |
– 2 |
289 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
286 |
286 |
5 |
– 2 |
289 |
|
Bijdragen aan medeoverheden |
488 |
649 |
175 |
0 |
824 |
||
– |
Nationaal contactpunt Kaderprogramma |
488 |
649 |
175 |
0 |
824 |
|
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties |
87.800 |
87.800 |
5.605 |
0 |
93.405 |
||
– |
EMBC |
812 |
812 |
0 |
0 |
812 |
|
– |
EMBL |
4.851 |
4.851 |
0 |
0 |
4.851 |
|
– |
ESA |
31.065 |
31.065 |
0 |
0 |
31.065 |
|
– |
CERN |
40.000 |
40.000 |
5.000 |
0 |
45.000 |
|
– |
ESO |
8.500 |
8.500 |
605 |
0 |
9.105 |
|
– |
NTU/INL |
2.572 |
2.572 |
0 |
0 |
2.572 |
|
Ontvangsten |
101 |
101 |
0 |
0 |
101 |
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 57,7 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 12,9 miljoen) wordt veroorzaakt door:
– Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van een aanpassing van de bekostiging in 2017, overeenkomstig de bekostigingsregeling wordt de kasmutatie 2017 verplicht in 2016.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget voor bekostiging wordt per saldo met € 41,0 miljoen verhoogd in verband met:
– De doorverdeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2016 en de meerjarige doorwerking van de loonruimte-overeenkomst (€ 19,3 miljoen).
– Interne overboekingen ten behoeve van de Nationale Wetenschapsagenda-startimpuls (€ 15,0 miljoen).
– Interne overboekingen ten behoeve van het Nationaal Regieorgaan Onderwijs Onderzoek (€ 2,2 miljoen).
– Interne overboeking van Cultuur (artikel 14) ten behoeve van de Koninklijke Bibliotheek in verband met BTW compensatie WSOB (€ 1,9 miljoen)
– Interdepartementale overboekingen ten behoeve van het poolonderzoek (€ 1,7 miljoen).
– Diverse geringe mutaties (interne en interdepartementale-overboekingen) die het budget verhogen (€ 0,8 miljoen).
Subsidies
Het budget voor subsidies wordt per saldo met € 2,1 miljoen verlaagd in verband met diverse interne geringe overboekingen (€ 2,1 miljoen).
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties
Het budget voor bijdragen aan (inter)nationale organisaties wordt per saldo met € 5,6 miljoen verhoogd in verband met:
– Een verhoging van € 5,0 miljoen van de contributie aan CERN als gevolg van het vrijgeven van de minimum wisselkoers door de Zwitserse nationale Bank in 2015.
– De door verdeling van de prijsbijstelling tranche 2016 (€ 0,6 miljoen).
Artikel 25. Emancipatie
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
10.609 |
13.745 |
739 |
– 1.065 |
13.419 |
||
Totale uitgaven |
13.474 |
13.595 |
– 195 |
– 1.556 |
11.844 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
72,5% |
% |
|||||
Bekostiging |
4.153 |
4.198 |
0 |
0 |
4.198 |
||
Kennisinfrastructuur |
4.153 |
4.198 |
0 |
0 |
4.198 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
2.952 |
2.948 |
2.948 |
|||
– |
LHBT |
1.201 |
1.250 |
1.250 |
|||
Subsidies |
7.194 |
7.252 |
71 |
– 1.199 |
6.124 |
||
Subsidieregeling emancipatie 2011 |
7.194 |
7.252 |
71 |
– 1.199 |
6.124 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
5.129 |
5.156 |
47 |
– 1.253 |
3.950 |
|
– |
LHBT |
2.065 |
2.096 |
24 |
54 |
2.174 |
|
Opdrachten |
1.021 |
1.185 |
– 188 |
191 |
1.188 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
542 |
706 |
– 188 |
185 |
703 |
|
– |
LHBT |
479 |
479 |
6 |
485 |
||
Bijdragen aan agentschappen |
143 |
143 |
2 |
– 1 |
144 |
||
– |
Dienst Uitvoering Onderwijs |
143 |
143 |
2 |
– 1 |
144 |
|
Bijdragen aan mede-overheden |
923 |
627 |
– 80 |
– 547 |
0 |
||
Gemeentefonds BZK |
923 |
627 |
– 80 |
– 547 |
0 |
||
– |
Vrouwenemancipatie |
789 |
543 |
– 80 |
– 463 |
0 |
|
– |
LHBT |
134 |
84 |
– 84 |
0 |
||
Bijdragen aan (inter)nationale organisaties |
40 |
190 |
0 |
0 |
190 |
||
– |
LHBT |
40 |
190 |
190 |
|||
Ontvangsten |
0 |
0 |
209 |
209 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2016» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2016» weergegeven.
Toelichting mutaties:
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 0,3 mln. verlaagd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door: Bijstelling van de verplichtingenraming als gevolg van het aangaan van verplichtingen in 2016 met kasjaren in 2017, 2018 en 2019.
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Subsidies
Het budget voor 2016 wordt per saldo met € 1,1 miljoen verlaagd. Met ingang van 2017 treedt de nieuwe subsidieregeling Gender- en LHBTI-gelijkheid in werking. In plaats van bekostigen van de kennisinstituten wordt het vanaf 2018 financieren op basis van strategisch partnerschap. Er is nog geen zicht op de bedragen die met dit strategisch partnerschap aangevraagd gaan worden. Om voldoende financiële ruimte te hebben voor deze aanvragen zijn er nu geen grote meerjarige projectsubsidies aangegaan. Het gevolg hiervan is een meevaller van € 0,9 miljoen. Een verschuiving van € 0,2 miljoen is het gevolg van dat meer uitgaven op het instrument opdrachten.
Opdrachten
– Het budget voor 2016 is per saldo gelijk gebleven. Een bedrag van € 0,2 miljoen is overgeboekt naar VWS voor een bijdrage aan de werkzaamheden voor het Sociaal Cultureel en Planbureau. Een verschuiving van € 0,2 miljoen van het instrument subsidies naar het instrument opdrachten in verband met meer uitgaven op dit instrument.
Bijdragen aan medeoverheden
– Het budget voor 2016 wordt per saldo met € 0,6 miljoen verlaagd. € 0,4 miljoen is door gemeenten minder aangevraagd voor het organiseren van een bijeenkomst «kracht on tour». Naar het Ministerie van SZW is een bedrag van € 0,1 miljoen overgemaakt als bijdrage in de cultuurcampagne arbeid en zorg. De overige € 0,1 miljoen is een verschuiving tussen de instrumenten.
Artikel 91. Nominaal en onvoorzien
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
0 |
854.188 |
– 854.188 |
0 |
0 |
||
Uitgaven |
0 |
854.188 |
– 854.188 |
0 |
0 |
||
• |
Loonbijstelling |
0 |
782.354 |
– 782.354 |
0 |
0 |
|
• |
Prijsbijstelling |
0 |
73.534 |
– 73.534 |
0 |
0 |
|
• |
Onvoorzien |
0 |
– 1.700 |
1.700 |
0 |
0 |
|
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting» weergegeven. De mutaties tweede suppletoire begroting zijn uitgesplitst in mutaties die reeds in de Miljoenennota / ontwerpbegroting t+1 zijn gemeld en overige mutaties tweede suppletoire begroting.
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Loonbijstelling
– De post loonbijstelling wordt per saldo met € 782,4 miljoen verlaagd. Dit betreft de doorverdeling van de loonbijstelling tranche 2016 (€ 477,5 miljoen), de meerjarige doorwerking van de loonruimte-overeenkomst publieke sector 2015–2016 (€ 232,2 miljoen) en een eenmalige extra loonbijstelling in 2016 voor het werkgeversdeel van de herstelopslag voor pensioenpremies (€ 72,7 miljoen). De verdeling over de begrotingsartikelen is reeds toegelicht in het algemeen deel van het verdiepingshoofdstuk uit de OCW-begroting 2017.
Prijsbijstelling
– De post prijsbijstelling wordt in totaal met € 73,5 miljoen verlaagd. Dit betreft voor € 55,0 miljoen de doorverdeling van de prijsbijstelling tranche 2016. De verdeling over de begrotingsartikelen is reeds toegelicht in het algemeen deel van het verdiepingshoofdstuk uit de OCW-begroting 2017.Voor € 18,5 miljoen betreft het prijsbijstelling tranche 2016 over de niet kaderrelevante uitgaven studiefinanciering.
Artikel 95. Apparaatskosten
Budgettaire gevolgen van beleid
Vastgestelde begroting (1) |
Stand 1e suppletoire begroting (2) |
Mutaties 2e suppletoire begroting (3) |
Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) |
||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota |
Overige mutaties 2e suppletoire begroting |
||||||
Verplichtingen |
239.161 |
248.982 |
– 1.088 |
– 10.498 |
237.396 |
||
Uitgaven |
239.161 |
248.982 |
– 1.088 |
– 10.498 |
237.396 |
||
Personele uitgaven |
166.545 |
172.934 |
2.349 |
– 7.970 |
167.313 |
||
Waarvan |
|||||||
– |
eigen personeel |
155.495 |
161.194 |
2.349 |
– 7.970 |
155.573 |
|
– |
externe inhuur |
7.846 |
8.536 |
8.536 |
|||
– |
overige personele uitgaven |
3.204 |
3.204 |
3.204 |
|||
Materiële uitgaven |
72.616 |
76.048 |
– 3.437 |
– 2.528 |
70.083 |
||
Waarvan |
|||||||
– |
ICT |
27.427 |
35.642 |
364 |
– 2.300 |
33.706 |
|
– |
bijdrage aan SSO's |
28.404 |
22.610 |
590 |
2.157 |
25.357 |
|
– |
overige materiële uitgaven |
16.785 |
17.796 |
– 4.391 |
– 2.385 |
11.020 |
|
Begrotingsreserve schatkistbankieren |
0 |
0 |
0 |
||||
Ontvangsten |
567 |
567 |
0 |
0 |
567 |
Toelichting mutaties:
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget voor personele uitgaven wordt per saldo met € 5,6 miljoen verlaagd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– Diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 17,6 miljoen;
• Een budget neutrale kasschuif van totaal € 16,9 miljoen binnen het apparaatsartikel over de jaren heen, die gesplitst is in een deel Personeel (€ 11,2 miljoen) en een deel Materieel (€ 5,8 miljoen). Hierbij wordt onder andere de onverwachte teruggave van het OCW aandeel in de surplus op het Eigen Vermogen van FMHaaglanden en voormalig RGD doorverdeeld. Dit in het kader van het nu in kaart brengen van alle ICT-investeringen, zodat we daar volgend jaar een afgewogen beslissing over kunnen nemen. Als gevolg van verdere vertraging in de oplevering van de RWO, zal het zwaartepunt van de transitiekosten vallen in 2017 in plaats van 2016.
• Een kasschuif ad € 5,7 miljoen ten behoeve van het programma Lerarenregister doordat het aannemen van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer vertraging heeft opgelopen.
• Voorafgaand aan de formele beëindiging van het Programma Rekenschap is een deel van de medewerkers vertrokken. Hierdoor ontstaat in 2016 een vertraging en onderuitputting van € 0,3 miljoen. Deze middelen worden nu ingezet voor de afronding en borging van het Programma in 2017 middels externe inhuur.
– Toevoeging van de loonbijstelling van totaal € 5,2 miljoen;
• Diverse interdepartementale overboekingen die hebben geleid tot een verlaging van € 0,4 miljoen;
• Interne overboekingen die hebben geleid tot een verhoging van het budget met totaal € 7,2 miljoen. De belangrijkste hiervan is de overboeking van het programma artikel van de directie Leraren naar het apparaatskosten artikel ten behoeve van het programma Lerarenregister. Hiermee is per saldo € 7,2 miljoen toegevoegd;
Materiële uitgaven
Het budget voor materiële uitgaven wordt per saldo met € 6,0 miljoen verhoogd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– diverse kasschuiven die hebben geleid tot een verlaging van het budget met totaal € 7,5 miljoen. De belangrijkste hiervan zijn:
• Een budget neutrale kasschuif van € 5,8 miljoen (zie hierboven).
• Een kasschuif van 2017–2021 naar 2016 waarmee de extra kosten van de egalisatieschuld ad € 2,1 miljoen aan het RVB kan worden voldaan;
• als gevolg van een vertraging in de oplevering van de nieuwe ICT-werkplek in 2016 wordt in totaal € 2,1 miljoen pas in 2017 uitgegeven;
• Er ontstaat een forse tegenvaller met betrekking tot de herhuisvesting binnen de Hoftoren. Door diverse vertragingen heeft zowel het RVB als bij DGOO extra kosten gemaakt, die nu mogelijk op OCW worden verhaald. De tegenvaller bedraagt maximaal € 1,5 miljoen. Het hiervoor gereserveerde bedrag van € 1,5 miljoen wordt doorgeschoven naar 2017.
– Interne overboekingen en toevoeging van de prijsbijstelling hebben geleid tot een verhoging van het budget van totaal € 1,5 miljoen;
Ontvangsten
Het ontvangstenbudget blijft ongewijzigd.
DIENST UITVOERING ONDERWIJS
In deze paragraaf is de tweede suppletoire begroting opgenomen van de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) is de uitvoeringsorganisatie van de rijksoverheid voor het onderwijs. DUO levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten, informatievoorziening alsmede diensten gericht op de verbetering van de verbinding tussen beleid en uitvoering. Daarnaast verricht DUO werkzaamheden voor overige departementen en derden.
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Totaal geraamd |
|
---|---|---|---|---|---|
Baten |
|||||
Omzet moederdepartement |
227.015 |
24.922 |
24.722 |
276.659 |
|
Omzet overige departementen |
23.107 |
0 |
15.839 |
38.946 |
|
Omzet derden |
10.745 |
0 |
– 4.978 |
5.767 |
|
Rentebaten |
0 |
0 |
0 |
||
Vrijval Voorzieningen |
0 |
0 |
0 |
||
Bijzondere baten |
0 |
0 |
0 |
||
Totaal baten |
260.867 |
24.922 |
35.583 |
321.372 |
|
Lasten |
|||||
Apparaatskosten |
253.852 |
24.922 |
32.927 |
311.701 |
|
– |
Personele kosten |
144.433 |
4.691 |
10.182 |
159.306 |
Waarvan eigen personeel |
119.163 |
188 |
10.493 |
129.844 |
|
Waarvan externe inhuur |
18.270 |
4.503 |
– 2.457 |
20.316 |
|
Waarvan personeel overig |
7.000 |
0 |
2.146 |
9.146 |
|
– |
Materiële kosten |
109.419 |
20.231 |
22.745 |
152.395 |
Waarvan apparaat ICT |
20.000 |
0 |
1.000 |
21.000 |
|
Waarvan bijdrage aan SSO’s |
12.500 |
0 |
– 900 |
11.600 |
|
Rentelasten |
15 |
0 |
– 5 |
10 |
|
Afschrijvingskosten |
7.000 |
0 |
536 |
7.536 |
|
– |
Materieel |
7.000 |
0 |
536 |
7.536 |
Waarvan apparaat ICT |
5.500 |
0 |
1.086 |
6.586 |
|
– |
Immaterieel |
0 |
0 |
0 |
0 |
Overige lasten |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
|
– |
Dotaties voorzieningen |
0 |
0 |
2.000 |
2.000 |
– |
Bijzondere lasten |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal lasten |
260.867 |
24.922 |
35.458 |
321.247 |
|
Saldo van baten en lasten |
0 |
0 |
125 |
125 |
Omschrijving |
Vastgestelde begroting |
Mutaties 1e suppletoire begroting |
Mutaties 2e suppletoire begroting |
Stand 2e suppletoire begroting 2016 |
|
---|---|---|---|---|---|
1. |
Rekening courant RHB 1 januari 2016 |
46.755 |
0 |
0 |
46.755 |
Totaal ontvangen operationele kasstroom (+) |
24.922 |
275.078 |
300.000 |
||
Totaal uitgaven operationele kasstroom (–/–) |
– 24.922 |
– 299.578 |
– 324.500 |
||
2. |
Totaal operationele kasstroom |
7.000 |
0 |
– 24.500 |
– 17.500 |
3a |
Totaal investeringen (–/–) |
– 7.000 |
0 |
– 7.000 |
|
3b |
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) |
0 |
|||
3. |
Totaal investeringskasstroom |
– 7.000 |
0 |
0 |
– 7.000 |
4a |
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (–/–) |
0 |
0 |
||
4b |
Eenmalig storting van moederdepartement (+) |
0 |
0 |
||
4c |
Aflossingen op leningen (–/–) |
– 315 |
0 |
– 315 |
|
4d |
Beroep op leenfaciliteit (+) |
0 |
|||
4. |
Totaal financieringskasstroom |
– 315 |
0 |
0 |
– 315 |
5. |
Rekening courant RHB 31 december 2016 |
46.440 |
0 |
– 24.500 |
21.940 |
Toelichting:
De baten en lasten van de tweede suppletoire begroting laten een stijging zien van € 60,5 miljoen ten opzichte van vastgestelde begroting 2016 (€ 260,9 miljoen).
Baten
Omzet moederdepartement
De omzet moederdepartement is € 49,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijke begroting. De stijging heeft grotendeels betrekking op incidentele financiering zijnde geen onderdeel makend van de begroting, voor onder andere de werkzaamheden voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Studiefinanciering (€ 13,7 miljoen), projecten voor instandhouding systemen (onderhoud), compacte rijksdienst trajecten, Programma Dienstverlening Instellingen en Migratie Infrastructuur (JBoss, Oracle) (€ 12,2 miljoen), uitvoering beleidsopdrachten (incl. Doorontwikkeling BRON) van € 8,3 miljoen. Daarnaast betreft het Loon- en prijscompensatie 2016 van € 4,6 miljoen, bijstellingen in de (basis)dienstverlening (€ 14,5 miljoen), zoals dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord en uitvoering diverse zogenaamde Overige taken (zoals digitalisering examens FACET). Tegenover deze stijgingen staat een daling van € 3,7 miljoen als gevolg van uitstel clustering Rijksincasso en een verlaging van de huisvestingskosten. De genoemde omzet van € 49,6 miljoen wordt voor € 24,5 miljoen gedekt vanuit middelen welke DUO in eerdere jaren reeds heeft ontvangen maar welke niet volledig zijn aangewend in het betreffende jaar (balansposten). Dit betreft dan (niet uitputtend) posten als Migratie Infrastructuur (€ 2,0 miljoen), Programma Dienstverlening Instellingen (€ 5,0 miljoen), Beleidsportfolio (€ 1,1 miljoen), Vervanging Gefis (€ 1,5 miljoen), Programma Vernieuwing Studiefinanciering (werkkapitaal € 10,2 miljoen).
Omzet overige departementen en derden
De omzet overige departementen en derden stijgen per saldo met € 10,8 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting. Het betreft hier uitbreiding van werkzaamheden ten behoeve van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kader van de Inburgeringstaak € 2,3 miljoen, projectmatige werkzaamheden t.b.v. bekostiging Kinderopvang € 5,3 miljoen, dienstverlening vanuit de Shared Service Organisatie Noord € 1,3 miljoen ten behoeve van meerdere opdrachtgevers, extra werkzaamheden voor examens Wet Financieel Toezicht (Wft) ten behoeve van het Ministerie van Financiën € 1,3 miljoen, hogere omzet uit opbrengsten Participatiefonds van € 0,6 miljoen, detachering van personeel € 0,2 miljoen en overige bijstellingen optellend tot € 0,2 miljoen. Daartegenover staat een daling van de werkzaamheden ten behoeve van het Beheer Register Kinderopvang van minus € 0,4 miljoen.
Lasten
Apparaatskosten
De personele begroting laat een stijging zien van € 14,8 miljoen benodigd voor de additionele inzet op de (basis)dienstverlening. De materiële kosten laten een stijging zien van € 43,0 miljoen samenhangend met de eerder genoemde additionele werkzaamheden op (basis)dienstverlening, projecten en opdrachten voor OCW en overige departementen. Daarnaast zijn de afschrijvingskosten toegenomen met € 0,5 miljoen. Tot slot is een dotatie voorziening ter grootte van € 2,0 miljoen in het kader van Sociaal Beleid Rijk geraamd.
Kasstroomoverzicht
Het kasstroomoverzicht is aangepast ten opzichte van de oorspronkelijke begroting op basis van via de balans gereserveerde middelen voor in 2016 doorlopende projecten en een nadere uitsplitsing van kasontvangsten en -uitgaven welke in de vastgestelde begroting nog niet waren opgenomen.