Voorgesteld 22 mei 2018
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Kamer het van groot belang vindt dat we onszelf ten aanzien van de financiële positie van pensioenfondsen niet rijk en niet arm rekenen;
overwegende dat het financieel toetsingskader nu een complex geheel is van criteria, zoals het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV), het vereist eigen vermogen (VEV), de te hanteren disconteringsvoet en rekenrentesystematiek, de hersteltermijnen en de regels voor de premiedekkingsgraad;
overwegende dat hiermee enerzijds een stapeling van zekerheden optreedt en anderzijds ook een prikkel ingebouwd is om niet-kostendekkende premies vast te stellen;
overwegende dat het ftk niet los gezien kan worden van de discussie over de aard van het pensioencontract, maar desalniettemin ook bij andere contractvormen een rol zal blijven spelen;
verzoekt de regering, om het financieel toetsingskader nader te laten evalueren door een commissie van deskundigen uit de pensioenwereld, sociale partners en de wetenschap, en met opties te komen voor mogelijke aanpassingen van het ftk;
en gaat over tot de orde van de dag.
Grashoff