Ontvangen 15 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 1 wordt «22 jaar» vervangen door: 21 jaar.
2. Onderdeel 2 komt te luiden:
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De werknemer die de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 90 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
3. Onderdeel 3 komt te luiden:
3. Het derde lid komt te luiden:
3. De werknemer die de leeftijd van 19 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 80 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
4. Na onderdeel 3 worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
3a. Na het derde lid worden, onder vernummering van het vierde en vijfde lid tot het zesde en zevende lid, twee leden ingevoegd, luidende:
4. De werknemer die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 70 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
5. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat werknemers – dan wel dat werknemers, behorende tot een bij de maatregel aangewezen categorie – beneden de leeftijd van 18 jaar, die een bij de maatregel aangewezen lagere leeftijd hebben bereikt, eveneens het recht hebben, bedoeld in het eerste tot en met het vierde lid.
6. De werknemer die de leeftijd van 17 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 55 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
7. De werknemer die de leeftijd van 16 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 45 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
8. De werknemer die de leeftijd van 15 jaar heeft bereikt heeft voor de arbeid door hem in dienstbetrekking verricht, jegens de werkgever recht op een loon ten minste tot 40 procent van het bedrag, bij of krachtens de volgende artikelen onder de benaming minimumloon vastgesteld.
3b. In het zesde lid wordt «bij of krachtens het eerste, tweede of derde lid» vervangen door: bij of krachtens het eerste tot en met het achtste lid.
5. Onderdeel 4 komt te luiden:
4. In het zevende lid wordt «waarmede het loon ingevolge die bepaling» vervangen door «waarmee het loon overeenkomstig die bepaling» en wordt «bij of krachtens het eerste, tweede of derde lid» telkens vervangen door «bij of krachtens het eerste tot en met het achtste lid.
II
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt «artikel 7, eerste lid» vervangen door «artikel 7, eerste tot en met vierde lid,» en wordt «het derde lid» vervangen door: het vijfde lid.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:.
4. Bij algemene maatregel van bestuur kan ten aanzien van de werknemer die werkzaam is op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een beroepsbegeleidende leerweg als bedoeld in artikel 7.2.2 van de Wet educatie en beroepsonderwijs een percentage van de in het eerste lid genoemde bedragen worden vastgesteld, in afwijking van artikel 7, eerste tot en met vierde lid. Dit percentage kan voor naar leeftijd te onderscheiden categorieën van deze werknemers verschillend zijn.
III
Artikel III, onderdeel A, komt te luiden:
A
In artikel 1:1, eerste lid, onderdeel m, wordt «of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
IV
Artikel III, onderdeel B, komt te luiden:
B
In artikel 3:7, tweede lid, vervalt: , of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, derde lid, en artikel 8, derde lid, van genoemde wet, gedeeld door 21,75.
V
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. per dag een inkomen heeft dat lager is dan: € 53,28.
2. Het zevende lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. per dag een inkomen heeft dat lager is dan: € 34,45
2. Na onderdeel B wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ba
In artikel 8, tweede en derde lid, wordt «bij de leeftijd van die persoon genoemd bedrag» telkens vervangen door: genoemde bedrag.
3. Onderdeel C komt te luiden:
C
Artikel 44f, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b komt te luiden:
b. van 1 juli 2017 tot en met 31 december 2017
indien hij 18 jaar of ouder is: € 43,83.
en het inkomen per dag.
2. Onderdeel c komt te luiden:
c. in 2018
indien hij 18 jaar of ouder is: € 39,10
en het inkomen per dag.
VI
Artikel V wordt vervangen door:
In artikel 2, onderdeel c, van de Participatiewet wordt «of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 14, tweede lid, van de Werkloosheidswet wordt «of, indien het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 13, tweede lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt «of, indien het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 8, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen wordt «of, indien het een werknemer jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 32c, eerste lid, onderdeel b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt «of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 12, eerste lid, onderdeel b, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt «of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
In artikel 1, eerste lid, onderdeel l, van de Ziektewet wordt «of, indien het een persoon jonger dan 23 jaar betreft, het voor zijn leeftijd geldende minimumloon per maand, bedoeld in artikel 7, derde lid» vervangen door: of, indien het een persoon jonger dan 21 jaar betreft, het minimumloon per maand dat voor zijn leeftijd geldt op grond van artikel 7, tweede tot en met achtste lid.
VII
In artikel VII wordt «22-jarige» vervangen door: 21-jarige.
VIII
De artikelen X tot en met XVII vervallen.
IX
Artikel XVIII komt te luiden:
1. Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan de bedragen, genoemd in de artikelen 2, tweede en zevende lid, en 44f, van de Toeslagenwet eenmalig aanpassen aan de wijziging van de bedragen op grond van artikel 9 van de Toeslagenwet die worden gewijzigd na de datum van inwerkingtreding van artikel IV, onderdelen B en C, van deze wet.
2. Dit artikel vervalt zes maanden na de inwerkingtreding van artikel IV, onderdelen B en C, van deze wet.
Dit amendement voorziet erin dat alle werknemers vanaf 21 jaar een inkomen op minimaal het niveau van het wettelijk minimum loon kunnen verwerven. Hiertoe kunnen meer jongvolwassenen een situatie van economische zelfstandigheid bereiken en wordt er gezorgd voor meer aansluiting bij de wettelijke situatie omtrent het wettelijk jeugdloon met de landen om ons heen.
Daarnaast voorziet dit amendement in een staffel waarbij jongeren vanaf het 15e levensjaar 40%, vanaf het 16e levensjaar 45%, vanaf het 17e levensjaar 55%, vanaf het 18e levensjaar 70%, vanaf het 19e levensjaar 80% en vanaf het 20e levensjaar 90% van het wettelijk minimumloon verdienen.
Öztürk