Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 september 2016
In de brief van 16 september 2016 heeft de vaste commissie voor Financiën mij gevraagd of de evaluatie van ANBI’s en SBBI’s, inclusief kabinetsreactie, zo spoedig mogelijk na het kerstreces maar uiterlijk in de maand januari 2017 naar de Tweede Kamer gestuurd kan worden. Dit met het oog op de wens van de commissie om vóór het krokusreces (tevens verkiezingsreces) met mij van gedachten te wisselen over ANBI’s en SBBI’s.
In mijn brief van 9 september jl. (Kamerstuk 34 302, nr. 125) heb ik de Tweede Kamer gemeld dat ik voornemens ben om – gelet op de inhoudelijke verwevenheid – het evaluatierapport over de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s gelijktijdig met het evaluatierapport over de giftenaftrek, inclusief uitvoeringsaspecten begin 2017 naar de Tweede Kamer te sturen zodat de uitkomsten van deze evaluaties in samenhang besproken kunnen worden. De commissie verzoekt mij nu concreet om uiterlijk in de maand januari 2017 over deze evaluatierapporten te kunnen beschikken.
Hoewel het tijdschema daarvoor heel krap is zeg ik de Kamer toe een uiterste inspanning te zullen doen om de evaluatierapporten over de praktijk rondom ANBI’s en SBBI’s en over de giftenaftrek, conform het verzoek van de commissie, in de maand januari 2017 naar de Kamer te sturen. Vanwege het zeer krappe tijdschema zullen de evaluatierapporten dan zonder kabinetsreactie worden verzonden. Als de Kamer dat wenst kan dan vervolgens, voor het verkiezingsreces dat 24 februari 2017 aanvangt, nog een gedachtewisseling plaatsvinden over de uitkomsten van deze evaluaties.
De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes