Ontvangen 10 november 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt vóór onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
0A
In artikel 2.6 vervalt: als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdeel e, van de Wet op de loonbelasting 1964.
II
In artikel II wordt na onderdeel G een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ga
Artikel 31a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, onderdeel b, vervalt: niet zijnde een tijdelijk verblijf als bedoeld in onderdeel e,.
2. In het tweede lid vervalt onderdeel e, onder verlettering van de onderdelen f tot en met i tot onderdelen e tot en met h.
3. In het zevende en achtste lid wordt «onderdeel g» vervangen door: onderdeel f.
Dit amendement regelt dat de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten, inclusief de 30%-regeling, wordt afgeschaft. Bij aanname van dit amendement wordt uiteraard ook de bijbehorende lagere regelgeving aan deze wijzigingen aangepast. De opbrengst van dit amendement, te weten € 631 miljoen, wordt ingezet voor het verlagen van het eigen risico met een bedrag van € 47, namelijk van € 385 naar € 338 (zie Voortman/Grashoff, 34 550 XVI nr. 25) en om de bijdrage aan OS te verhogen (zie amendement Dijkgraaf c.s. 34 550 XVII nr. 7).
Grashoff