Ontvangen ter Griffie op 18 november 2016.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 18 december 2016.
De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 19 december 2016.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 november 2016
Met deze brief leg ik met toepassing van artikel 24a, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 het ontwerp van twee subsidieregelingen aan uw Kamer voor.
De Subsidieregeling experimenten en kennisoverdracht wonen 2013 en de Subsidieregeling Stichting A en O-fonds Rijk vervallen met ingang van 1 januari 2017. Voorgesteld wordt deze regelingen te verlengen tot 1 januari 2022 onderscheidenlijk 1 januari 2018. Hieronder wordt dit voorstel per regeling gemotiveerd.
Subsidieregeling experimenten en kennisoverdracht wonen 2013
Op grond van de Subsidieregeling experimenten en kennisoverdracht wonen 2013 kan de Minister voor Wonen en Rijksdienst subsidie verstrekken aan rechtspersonen die experimenten uitvoeren of kennisoverdrachtactiviteiten verrichten gericht op:
a. het scheppen van randvoorwaarden voor een goed functionerende woningmarkt;
b. het versterken van de positie van de woonconsument;
c. het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving, en
d. het waarborgen van de minimale kwaliteit van gebouwen en het verbeteren van de kwaliteit van gebouwen, met inbegrip van het stimuleren van energiebesparing.
De regeling is geëvalueerd over de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015. Voor de evaluatie zijn de grootste posten geselecteerd, met als criterium dat minimaal 80% van de uitgaven per operationeel doel wordt onderzocht en zijn de vragen van de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE) van de Minister van Financiën als uitgangspunt genomen. Tevens is gebruik gemaakt van de bevinding van auditinstanties: de rapportages van de Auditdienst Rijk, de Algemene Rekenkamer en de interne auditafdeling van de directie FEZ van het Ministerie van BZK voor zover deze betrekking hebben op het subsidiebeheer in de onderzochte periode.
Uit de evaluatie blijkt dat subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt, worden gebruikt voor de doelen die in de subsidieregeling worden genoemd. De operationele doelen die per subsidie individueel zijn gesteld, zijn in het algemeen gerealiseerd.
Subsidies zijn onder meer verstrekt aan Platform 31, De Woonbond, Stichting Milieu Centraal, Stichting Bouwkwaliteit, woningbouwverenigingen in Caribisch Nederland en vele andere organisaties voor programma’s en projecten gericht op onderzoek en kennisoverdracht die bijdragen aan het beleid op het gebied van energiebesparing in de gebouwde omgeving, leefbaarheid van wijken, bouwkwaliteit en betaalbaarheid van het wonen.
Over de onderzochte jaren zijn geen beduidende onrechtmatigheden geconstateerd en ook geen tekortkomingen die samenhangen met de regeling.
Uit de evaluatie blijkt verder dat de grote subsidierelaties onderwerp zijn van een traject van verzakelijking, hetgeen betekent dat er minder van exploitatiesubsidies en meer van medefinanciering van concrete projecten gebruik wordt gemaakt. Deze lijn zal bij toekomstige subsidieverstrekkingen worden voortgezet.
Ik heb in de beleidsdoorlichting over de betaalbaarheid van het wonen (Kamerstuk 34 120, nr. 9) toegezegd specifiek de subsidie aan Platform31, een van de grotere subsidieontvangers in 2016 te evalueren. Over de uitkomsten van deze evaluatie wordt u later afzonderlijk geïnformeerd.
Naar aanleiding van de evaluatie is een enkele uitvoeringstechnische aanpassing verwerkt in de ontwerpregeling.
Subsidieregeling Stichting A en O-fonds Rijk
De Stichting A en O-fonds Rijk is op 6 april 1994 opgericht voor onbepaalde tijd. Het vermogen van de stichting wordt overwegend gevormd door bijdragen voortvloeiend uit afspraken gemaakt in het Sectoroverleg Rijk (SOR).
Sinds 1 juli 2013 zijn deze bijdragen geformaliseerd in de Subsidieregeling Stichting A en O-fonds Rijk.
Op 24 september 2015 hebben de onderhandelaars is het SOR een uitvoeringsakkoord afgesloten, waarin is herbevestigd dat het A en O-fonds Rijk een belangrijke bijdrage levert aan de uitvoering van het personeelsbeleid van het Rijk op het gebied van de arbeidsmarkt, werkgelegenheid en scholingsbeleid. Voor het uitvoeren van haar taken ontvangt het A en O-fonds jaarlijks een bedrag via de begroting van de Minister voor Wonen en Rijksdienst in de vorm van een subsidie. Partijen hebben vastgesteld dat deze bijdrage in het verleden expliciet uit de arbeidsvoorwaardenruimte beschikbaar is gesteld en dat daar een paritair besluit aan ten grondslag lag. Zonder overeenstemming met de partijen in het sectoroverleg is een wijziging van de hoogte van de bijdrage niet mogelijk. Bovendien is in artikel 2, derde lid, van de subsidieregeling bepaald dat bij een besluit om de subsidie niet meer te verstrekken een termijn van drie jaar in acht moet worden genomen.
Overeenkomstig artikel 8 van de regeling wordt momenteel de interne organisatie van de stichting doorgelicht en worden de door haar geleverde producten en het door haar gevoerde beleid geëvalueerd. De nieuwe regeling wordt in eerste instantie vastgesteld voor het jaar 2017. Afhankelijk van de resultaten van de evaluatie en het overleg met de Centrales van Overheidspersoneel zal de regeling na die datum verder worden verlengd.
De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok