Voorgesteld 13 oktober 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
• dat de woningcorporaties als kerntaak hebben zorg te dragen voor voldoende aanbod van passende en kwalitatief geschikte betaalbare huurwoningen;
• dat de corporaties ook zelf verantwoordelijk zijn voor de juiste toewijzing van die woningen en daarin min of meer een monopolie hebben;
• dat corporaties daarvoor middelen krijgen om deze taak uit te voeren;
van mening:
• dat de efficiëntie van de toewijzing niet overal goed is;
• dat huurders daarbij zo min mogelijk extra lasten zouden moeten hebben;
• dat het argument dat een inschrijfbedrag voor huurders gevraagd moet worden om vast te stellen dat die kandidaat-huurders ook echt een huurvraag hebben en daarmee geen vervuilde bestanden ontstaan met vele niet meer vragende kandidaten;
• dat deze werkelijke behoefte ook anders is vast te stellen, bijvoorbeeld door te bezien of iemand ook daadwerkelijk heeft gereageerd op aanbod,
spreekt uit dat het ongewenst is dat woningcorporaties inschrijfgeld vragen voor kandidaat-huurders bij die corporaties,
en gaat over tot de orde van de dag.
Houwers