Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2017
Op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Jeugdwet moeten zorgaanbieders, jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen alle gevallen van geweld in de zorgrelatie melden aan respectievelijk de IGZ, de Inspectie Jeugdzorg of de Inspectie VenJ. Dit geldt in een intramurale setting ook voor geweld tussen cliënten. Tussen cliënten komen minder zware gevallen van geweld relatief vaak voor. Denk daarbij aan schelden of het spugen in het gezicht.
Sommige intramurale zorginstellingen vragen de IGZ of zij ieder afzonderlijk geval van minder zwaar geweld tussen cliënten onderling moeten melden, zoals de Wkkgz formeel voorschrijft. Weegt het nut daarvan op tegen de administratieve lasten voor zorgaanbieders en uitvoeringslasten voor de IGZ?
In de praktijk merkt de IGZ dat zorgaanbieders de minder zware gevallen van geweld tussen cliënten over het algemeen niet melden. In de jeugdzorgsector is dit al de gangbare praktijk.
Op 15 augustus 2017 heb ik, samen met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, beleidsregels gepubliceerd (Stcrt. 2017, nr. 46305).
De beleidsregels doen recht aan het belang van de cliënt, omdat op een serieuze manier met minder zware gevallen van geweld tussen cliënten wordt omgegaan. De zorgaanbieders moeten deze registreren, analyseren en zo nodig maatregelen ter verbetering nemen. Deze registratie en analyses moeten beschikbaar zijn voor de IGZ, dan wel de IJZ en de IVenJ. Ook moeten zorgaanbieders het totaalcijfer van minder zwaar geweld tussen cliënten opnemen in hun jaardocument Maatschappelijke Verantwoording.
Met deze beleidsregels nemen de administratieve lasten voor zorgaanbieders en de uitvoeringslast voor de IGZ, dan wel de IJZ en de IVenJ af, omdat minder zware gevallen van geweld tussen cliënten niet meer afzonderlijk aan de IGZ, dan wel de IJZ en de IVenJ, gemeld hoeven te worden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers