Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 juni 2017
Ieder jaar ontvangen de met VWS verbonden organisaties1 een aandachtspuntenbrief met daarin de aandachtspunten vanuit VWS. Deze brief markeert de start van de totstandkoming van de werkplannen van het aankomende jaar.
Sinds 2016 stuur ik u voor het zomerreces een samenvatting van de aandachtspuntenbrieven conform de toezegging die ik aan u gedaan heb in het Algemeen Overleg over Informatie inzake toezending regeringsstukken op 14 april 2015 (Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 110). Hiermee is het voor uw Kamer mogelijk in een vroeg stadium desgewenst input te leveren voor de nog op te stellen werkplannen.
In de aandachtspuntenbrieven staan de belangrijkste aandachtspunten die VWS mee wil geven aan de met VWS verbonden organisaties ten behoeve van hun werkplan 2018. Gezien de aanstaande kabinetswisseling en het feit dat veel aandachtspunten uit mijn brief van vorig jaar meerjarig zijn en dus nog steeds actueel, is het dit keer een beknopte brief richting de met VWS verbonden organisaties. Een nieuw regeerakkoord kan natuurlijk leiden tot nieuwe aandachtspunten waarover de organisaties tijdig worden geïnformeerd.
Samenvatting van de aandachtspunten voor 2018
De basis van de werkplannen voor alle organisaties is de uitvoering van de wettelijke taken. Deze taken worden niet specifiek in de brief benoemd. De organisaties maken mede op basis van de aandachtspuntenbrief elk een werkplan, die in het najaar worden opgeleverd. In de brief staat een aantal beleidsinhoudelijke aandachtspunten en aandachtspunten voor de bedrijfsvoering. Hieronder worden op hoofdlijnen de belangrijkste beleidsinhoudelijke aandachtspunten geschetst die op meerdere organisaties van toepassing zijn. Uiteraard worden per organisatie ook nog specifieke aandachtspunten meegegeven, zoals de implementatie van het kwaliteitskader verpleeghuiszorg.
Beleidsinhoudelijke aandachtspunten
Meerjarige overkoepelende thema’s
In de aandachtspuntenbrieven verwijs ik naar de (nog steeds actuele) meerjarige aandachtpunten uit de aandachtspuntenbrieven van vorig jaar: bevorderen van transparantie, verminderen van regeldruk, bijdragen aan informatiestandaardisering en -beveiliging en bevorderen en benutten van innovatie in de zorg.
Transparantie en sterke positie voor patiënten
Het is belangrijk dat er meer inzicht komt in de uitkomsten van zorg die er voor patiënten echt toe doen. Het gaat niet alleen om inzicht in de behandelopties en welke arts de meeste ervaring heeft. Belangrijk zijn namelijk ook uitkomsten, zoals «kan ik nog spelen met mijn kleinzoon» en «wanneer kan ik weer aan het werk». Door samen (professional en cliënt) te beslissen over de best passende zorg, krijgt de patiënt ook een sterkere positie. Ook in de komende jaren blijft dit onverminderd de aandacht vragen van de met VWS verbonden organisaties.
Verminderen regeldruk
Ook voor 2018 vraag ik de met VWS verbonden organisaties expliciet aandacht te besteden aan het merkbaar verminderen van de (ervaren) regeldruk in de zorg. Te hanteren uitgangspunten zijn bijvoorbeeld het kritisch bekijken van de eigen regelgeving en het slim samenwerken met andere organisaties om daarmee het toezicht efficiënt in te richten of dubbele informatie-uitvragen te voorkomen.
Informatiestandaardisering en -beveiliging
Mensen willen meer sturing geven aan hun eigen gezondheid en zorg. Inzicht in hun eigen gegevens is daarvoor essentieel. Voor informatie-uitwisseling en het ontsluiten van gezondheids-, zorg- en ondersteuningsgegevens voor persoonlijke dossiers zijn afspraken en standaarden nodig. In het Informatieberaad werkt een brede coalitie uit de zorgsector aan afspraken hierover. Dit vraagt ook inspanningen van de met VWS verbonden organisaties. Zij zullen de komende jaren standaarden moeten implementeren, gegevens moeten ontsluiten, moeten toezien op het gebruik en zij zullen inzet moeten leveren op informatiebeveiliging en de bescherming van persoonsgegevens.
Innovatie
Gezien het grote belang van innovatie in de zorg vraag ik ook nog steeds specifieke aandacht voor het bevorderen en benutten hiervan. Innovatie en technologie zullen de gezondheidszorg in de komende jaren immers veranderen en verbeteren. Als we willen dat die ontwikkeling leidt tot betere en betaalbare zorg dan is het nodig dat innovatie structureel onderdeel uitmaakt van de diverse taken van de organisaties.
Aanvullende thema’s
Naast de algemene thema’s geef ik per organisatie aanvullende punten mee waarvan ik het van belang acht dat de organisaties hier in 2018 stappen op zetten. Hierbij kunt u denken aan de volgende onderwerpen.
Goed bestuur
Goed bestuur blijft onverminderd van belang voor veilige, goede en rechtmatige zorg. Onderdeel hiervan is ook het externe toezicht op de besturing van zorgorganisaties. Aan de NZa, de IGZ en de IJZ vraag ik dan ook het toezicht hierop en de onderlinge samenwerking daarbij verder te intensiveren.
Dure zorg
Het borgen van de betaalbaarheid en toegankelijkheid van dure zorg, zoals dure geneesmiddelen, blijft een actueel onderwerp. In het Bestuurlijk Overleg Hulpmiddelen zijn hierover afspraken gemaakt. Ten opzichte van de naleving hiervan, het vervolg en de uitwerking in de praktijk vraag ik hier aandacht voor aan het Zorginstituut, de NZa en het CBG.
Veranderende wetgeving
Diverse wetgevingstrajecten raken het takenpakket van een aantal met VWS verbonden organisaties. Ik heb aandacht gevraagd voor aankomende veranderingen in de wetgeving. Het voorstel voor de wet Zorg en dwang, de wijziging van de wet Toelating zorginstellingen en het wetsvoorstel Uitvoering antidopingbeleid komen bijvoorbeeld terug in mijn brieven aan de IGZ, de IJZ, het CIZ, de NZa en de Dopingautoriteit i.o.
Aandachtspunten op het gebied van kennis
De kennisinstellingen vraag ik aandacht te hebben voor het doeltreffend benutten van het potentieel van preventie en meer maatschappelijke problemen op te pakken, zoals eenzaamheid. Onder de kennisinstellingen vallen de adviesraden (GR, RVS en de Sportraad), SCP, ZonMw en RIVM.
Tevens geef ik aan dat mijn aandachtspunten van vorig jaar ook nog steeds van belang zijn. Zo vraag ik de kennisinstellingen onder meer om in hun werkplannen aandacht te hebben voor ruimte in de agendering van (onderzoeks)vragen door het jaar heen, meerjarige strategische thema’s, effectieve verspreiding van resultaten en de samenwerking met de andere (kennis)instellingen.
Zoals gezegd stellen de organisaties in de komende periode hun werkplannen voor 2018 op. Voor een aantal organisaties2 geldt dat zij wettelijk verplicht zijn hun werkplan op Prinsjesdag aan uw Kamer aan te bieden. De andere organisaties publiceren hun werkplan aan het einde van het jaar, na goedkeuring door de verantwoordelijke bewindspersoon, op hun website.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers