Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 december 2016
De VWS begrotingsbehandeling vond plaats op 9 en 10 november j.l. (Handelingen II 2016/17, nr. 20, items 3 en 5 en Handelingen II 2016/17, nr. 21, items 3 en 6). De leden van de Tweede Kamer hebben naar aanleiding van de ontwerpbegroting 2017 diverse amendementen ingediend. In onze brief van 10 november (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 76) hebben wij de ons toen bekende amendementen van een oordeel voorzien.
Daarnaast hebben wij in onze termijnen tijdens de plenaire behandeling van de ontwerpbegroting de overige amendementen eveneens van een oordeel voorzien.
Rest nu alleen nog de reactie op de amendementen met Kamerstuk 34 550 XVI, nrs. 120 en 121 die pas op 6 december zijn ingediend en nr. 122 (ter vervanging van Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 100) en Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 123 (ter vervanging van Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 60) die op 7 december zijn ingediend.
Amendement met Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 120 van het lid Kuzu over cultuursensitiviteit van personeel in zorginstellingen.
Indiener stelt dat er in de toekomst een steeds groter beroep zal worden gedaan op de cultuursensitiviteit van personeel in zorginstellingen. Omgaan met culturele verschillen in de zorg vergt kennis, kunde en bewustzijn en voor het vergroten hiervan dient € 500.000 gereserveerd te worden op artikel Zorgbreed beleid. Dekking hiervoor wordt gevonden in het niet-juridisch verplichte deel van het zelfde artikel.
Voor de effectiviteit van de behandeling is het altijd van belang om rekening te houden met de achtergrond van patiënten en cliënten. Het gaat daarbij om leeftijd, geslacht en ook de culturele achtergrond. Steeds meer zorgorganisaties en patiëntenorganisaties hebben hier oog voor. In de opleidingen wordt hier steeds meer aandacht aan besteed. Het is een vast onderdeel van de kwalificatiedossiers en curricula van zorgopleidingen op alle niveaus.
Vanuit VWS ondersteunen wij dit verder door onder andere het kennisinstituut Pharos te financieren om kennis en instrumenten te ontwikkelen die bijdragen aan cultuursensitiviteit in zorgverlening.
Daarbij werken zij nauw samen met migrantenorganisaties, maar ook met zorgverzekeraars en zorgprofessionals.
Daarnaast heeft ZonMw op mijn verzoek eerder specifiek onderzoek uitgevoerd hiernaar («Winst door Verschil») en is diversiteit nu, daar waar mogelijk, onderdeel van de onderzoeksprogramma’s die bij ZonMw worden uitgevoerd.
Gelet op het voorgaande zie ik nu geen aanleiding om hier extra in te investeren. Ik ontraad daarom het amendement.
Amendement met Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 121 van het lid Kuzu over het manifest Scherp op ouderenzorg.
Indiener constateert dat het manifest «Scherp op ouderenzorg» van Hugo Borst en Carin Gaemers zeer nuttige en belangrijke aanbevelingen doet voor de verbetering van de Nederlandse ouderenzorg. Daarom stelt indiener voor € 3.887 (x € 1.000) te reserveren voor het uitvoeren van een pilot op basis van de aanbevelingen uit het manifest. Dekking hiervoor wordt gevonden in een apparaatskorting van 1,5% op de totale apparaatsuitgaven het Ministerie van VWS.
In mijn brief van 31 oktober «kwaliteit verpleeghuizen: verbetering bij risicovolle verpleeghuizen zichtbaar» (Kamerstuk 31 765, nr. 245) heb ik aangegeven dat ik de doelen van het manifest ook nastreef en in mijn brief van 16 november ben ik verder op de 10 specifieke punten uit het manifest ingegaan (Kamerstuk 31 765, nr. 250).
Gelet op bovenstaande vind ik de extra pilots waar dit amendement om vraagt niet nodig. Ik ontraad daarom het amendement.
Amendement met Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 122 ter vervanging van nr. 100 van de leden Heerema en Van Dekken over het versterken van de breedtesport.
Indieners beogen met dit amendement te regelen dat € 775.000 wordt vrijgemaakt voor de sportbonden met als hoofddoel het versterken van de breedtesport in Nederland. De bedoeling is dat dit bedrag wordt ingezet voor projectsubsidies bij kleine sportbonden ten behoeve van:
1. Het noodzakelijke kader op peil te houden
2. Trainersopleidingen en vrijwilligers te ondersteunen
3. Het scheidsrechterkorps te versterken
De dekking voor dit amendement wordt gevonden bij de niet-juridische verplichte middelen op artikel 6 van de VWS begroting.
In mijn brief van 1 december 2016 (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 118) heb ik met u mijn voornemens gedeeld voor de besteding van het genoemde bedrag, te weten:
1. Bijdrage aan de Alliantie Gelijk Spelen ter bevordering van sociale acceptatie in de sport;
2. Bijdrage aan het programma Gezonde School voor het bevorderen van sport en bewegen in en rondom scholen;
3. Verminderen van belemmeringen om te sporten en bewegen voor mensen met een verstandelijke beperking; en
4. Realisatie van een maatschappelijk kosten-baten analyse als opvolging van de inventarisatie maatschappelijke impact van sport en bewegen.
In diezelfde brief heb ik u laten weten dat ik gehoor zal geven aan uw wens als u deze ruimte op de begroting anders in wenst te zetten.
Het oordeel over dit amendement laat ik daarom aan de Kamer.
Amendement met Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 123 ter vervanging van Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 60 van de leden Voortman, Kuzu en Dijkstra over het reserveren van middelen ten behoeve van het inzetten van tolken in de eerstelijns zorg voor statushouders die versneld instromen.
Indieners stellen voor artikel 2 (Curatieve zorg) met € 20 miljoen te verhogen voor een subsidieregeling voor het inzetten van tolken in de eerste lijn bij de zorg voor statushouders die versneld instromen.
Indiener stelt voor deze € 20 miljoen te dekken uit een verlaging van artikel 4 Zorgbreed Beleid. Dit budget is begroot voor prioritaire doelstellingen, zoals bijvoorbeeld de opleiding tot ziekenhuisarts, de innovatie van beroepen en opleidingen en het Deltaplan dementie en zullen op korte termijn tot juridische verplichtingen leiden. Het is niet wenselijk dat deze activiteiten geen doorgang kunnen vinden.
Gelet op het bovenstaande en onder verwijzing naar wat ik eerder heb gesteld in mijn schriftelijke reactie van 10 november op het aanvankelijk ingediende amendement onder nr. 13 (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 76) en tijdens het debat over de VWS-begroting op 10 november j.l. over het aangepaste amendement, ontraad ik het amendement.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn