Nr. 118 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 december 2016

Tijdens het Wetgevingsoverleg Sport van 21 november jongstleden (Kamerstuk 34 550 XVI, nr. 117) heb ik u toegezegd om nader in te gaan op de beleidsvoornemens die rusten op de niet-juridische verplichte ruimte op Artikel 6 van de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het spijt me dat het verzoek om technische informatie voorafgaand aan dit overleg onvoldoende duidelijk beantwoord is en tot onjuiste verwachtingen heeft geleid.

De niet-juridisch verplichte ruimte telt op dit moment in totaal op tot € 1.400.000. Deze is verspreid over diverse posten. Voor een deel zijn dit middelen die inmiddels bestuurlijk gebonden zijn. Voor het niet gebonden deel heb ik voornemens die ik graag met u deel. Indien u deze ruimte anders wenst in te zetten, dan zal ik hier gehoor aan geven. Ik zal dan bij voorjaarsnota 2017 alternatieve dekking binnen de VWS begroting zoeken voor mijn voornemens.

Bestuurlijk gebonden afspraken

In 2017 en 2018 zet het Mulier Instituut de monitoring van het actieplan «Naar een Veiliger Sportklimaat» voort. Voor de uitvoering hiervan heb ik in 2017 € 175.000 gereserveerd.

In de komende drie jaar wordt de vechtsportautoriteit opgezet. Deze belangrijke nieuwe autoriteit zal de vechtsportsector verder reguleren. Ik ondersteun dit met € 600.000 evenredig verdeeld over de komende drie jaar.

In de periode 2017–2018 gaat de Vereniging Sport en Gemeenten samen met partners de kwaliteit van de Buurtsportcoaches verder ontwikkelen en versterken. De focus hierbij ligt op de aansluiting bij kwetsbare groepen. Hiervoor is € 250.000 per jaar gereserveerd.

Met deze bestuurlijk gebonden afspraken kom ik uit op een totaal van € 625.000 ten laste van artikel 6 van de VWS begroting.

Niet bestuurlijk gebonden voornemens.

Van de Alliantie Gelijk Spelen verwacht ik een verzoek om in 2017 € 100.000 bij te dragen aan het bevorderen van sociale acceptatie in de sport. Het Ministerie van OCW zal voor een zelfde bedrag bijdragen. Indien de nog te ontvangen subsidie-aanvraag van voldoende kwaliteit is, ben ik voornemens om dit te honoreren.

Van de Onderwijsraden, GGD GHOR en RIVM heb ik een plan ontvangen voor het bevorderen van sport, bewegen en gezonde leefstijl in het onderwijs in de periode vanaf 2017. Samen met het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ondersteun ik deze Gezonde schoolaanpak. Het bevorderen van sport en bewegen in en rondom scholen maakt hier deel van uit. Op artikel 6 van de VWS-begroting 2017 stel ik voor om € 500.000 hiervoor te bestemmen.

Zoals ik u heb toegezegd zal ik u voor de zomer informeren over de uitkomsten van de gesprekken met betrokkenen over de belemmeringen voor mensen met een verstandelijke beperking ten aanzien van sport, bewegen en gezonde leefstijl. In hoeverre het opvolging geven aan de uitkomsten budgetneutraal kan gebeuren, kan ik vooruitlopend op deze uitkomsten nog niet overzien. Ik stel voor om op artikel 6 van de VWS-begroting 2017 hiervoor € 100.000 te bestemmen.

Tot slot stel ik voor om de inventarisatie naar de maatschappelijke impact van sport en bewegen opvolging te geven met een Maatschappelijke Kosten-Baten analyse. Hiervoor is naar verwachting € 75.000 benodigd.

Voor de helderheid treft u in de bijlage de genoemde bedragen in tabelvorm aan.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers