Voorgesteld 7 december 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat het niet voldoen aan de inburgeringsverplichting kan leiden tot een boete;
constaterende dat het weigeren in te burgeren in de praktijk niet leidt tot het verlies van verblijfsrecht;
van mening dat bij het willens en wetens weigeren in te burgeren, het verlies van verblijfsrecht als stok achter de deur nodig is;
verzoekt de regering, er zorg voor te dragen dat belemmeringen in nationale en internationale regelgeving om deze sanctie op te leggen worden weggenomen, en de Kamer hierover te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Pieter Heerma