Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 juni 2017
Hierbij bied ik uw Kamer het rapport «Veilig oefenen, lessen uit schietongeval Ossendrecht» aan1. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft dit rapport vandaag, 21 juni, gepubliceerd. Het rapport is opgesteld naar aanleiding van het noodlottige ongeval op 22 maart 2016 in een schiethuis van de Politieacademie in Ossendrecht, waarbij een militair om het leven kwam tijdens een oefening van het Korps Commandotroepen (KCT). Defensie onderhoudt intensief contact met de nabestaanden. Het ongeval heeft niemand in de krijgsmacht onberoerd gelaten.
De OVV concludeert in zijn rapport dat de defensieleiding, op meerdere niveaus, ondanks het bestaan van een veiligheidsmanagementsysteem, niet op professionele wijze is omgegaan met de veiligheid van het eigen personeel. De conclusies zijn glashelder en nopen tot actie. De bevindingen van de OVV zijn hierbij leidend. Het spreekt vanzelf dat in het bijzonder de aanbevelingen op het terrein van het toezicht met voorrang zijn en worden opgepakt. Ook zijn de oefeningen met scherpe munitie in het schiethuis in Ossendrecht direct na het ongeval opgeschort. De Militaire Commissie Gevaarlijke Stoffen (MCGS) heeft gecontroleerd of de overige schietbanen in Nederland de vereiste keuringen hebben. Dit is het geval.
Naast de OVV hebben ook het Openbaar Ministerie (OM) en Defensie een onderzoek ingesteld. Zoals bekend is het onderzoek van het OM inmiddels afgerond. Het onderzoek van zowel het OM als de OVV is relevant voor het onderzoek van Defensie. Het defensieonderzoek wordt naar verwachting in september voltooid. Alles is erop gericht om de feiten boven tafel te krijgen, herhaling te voorkomen en de nabestaanden volledige openheid van zaken te bieden. Defensie zal de OVV binnen de gestelde termijn van zes maanden, en zoveel sneller als mogelijk, een uitgebreide beleidsreactie aanbieden. Uiteraard zal ik tegelijkertijd uw Kamer nader informeren.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert