Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 juni 2017
Vorige week, op 14 juni, heb ik uw Kamer op de hoogte gebracht van het voorval in Oirschot op 12 juni jongstleden (Handelingen II 2016/17, nr. 87, debat over het bericht dat een veroordeelde jihadist is aangehouden op vliegbasis Volkel). Tevens heb ik toegezegd u nader te informeren zodra het onderzoek is afgerond. Aangezien het onderzoek nog loopt, kan ik u op dit moment niet nader berichten.
Tijdens een oefening op de, voor het publiek toegankelijke, Oirschotse Heide hebben militairen hun rugzakken afgedaan en zijn die uit het oog verloren. Iemand heeft hiervan misbruik gemaakt en de rugzak van een militair ontvreemd, met daarin onder meer een toegangspas voor de kazerne in Oirschot en een universele autosleutel voor een militair voertuig van het type Scania. Vervolgens heeft de persoon zich ’s middags met de pas toegang verschaft tot het kazerneterrein in Oirschot en met de sleutel een voertuig weten te starten. Hiermee ramde hij een gesloten kazernepoort en reed hij vervolgens naar Eindhoven. Onderweg heeft hij verschillende geparkeerde auto’s en het Scania-voertuig beschadigd. De rit eindigde weer op het kazerneterrein in Oirschot waarbij de provisorisch herstelde poort het opnieuw moest ontgelden. De Koninklijke Marechaussee heeft betrokkene aangehouden. De man zit nog in voorlopige hechtenis.
Zoals gezegd, onderzoekt de Koninklijke Marechaussee het voorval. Voorts heeft de bataljonscommandant een tuchtrechtelijk onderzoek gelast om vast te stellen of er sprake is geweest van verwijtbaar handelen door de betrokken militair.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert