Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2017
In mijn brief van 29 mei jl. informeerde ik u over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) inzake de compensatie van het AOW-gat door Defensie aan oud-burgermedewerkers met een wachtgelduitkering (Kamerstuk 34 550 X, nr. 88). Op 1 juni jl. heeft de CRvB uitspraak gedaan over de compensatie aan voormalige militairen met een UGM-uitkering. De Raad heeft ook ten aanzien van oud-militairen geoordeeld dat er sprake is van een toereikende compensatie, en dat er geen sprake is van verboden onderscheid naar leeftijd. Daarmee is er voor iedereen definitief duidelijkheid ontstaan over de compensatie van het AOW-gat.
Definitieve regeling voor oud-defensiemedewerkers
De definitieve compensatie behelst:
1. een bruto tegemoetkoming, die een netto uitkering oplevert die even hoog is als de netto AOW-uitkering, inclusief vakantiegeld;
2. voor oud-burgermedewerkers: een financiële compensatie voor het eventueel eerder, bij 65 jaar, laten ingaan van het ABP-ouderdomspensioen (ongeacht of het pensioen werkelijk eerder is ingegaan);
3. indien het totaalbedrag van de twee voorgaande componenten vermeerderd met het ABP-pensioen door fiscale effecten netto minder bedraagt dan 90 procent van de gerechtvaardigde aanspraak, een aanvullende compensatie tot 90 procent van de gerechtvaardigde aanspraak.
De gerechtvaardigde aanspraak is het bedrag van de gecombineerde netto pensioen- en AOW-uitkeringen die bij 65 jaar zouden zijn uitgekeerd als de AOW-leeftijd (voor burgers en militairen) en de pensioenleeftijd (voor burgers) nog steeds 65 jaar zouden zijn geweest.
Samenvattend bedraagt de compensatie van het AOW-gat die Defensie oud-medewerkers verstrekt ten minste 90 procent van het netto inkomen dat zij zouden hebben ontvangen als de AOW-leeftijd (voor burgers en militairen) en de pensioenleeftijd (voor burgers) nog steeds 65 zouden zijn geweest.
Uitvoering
Net zoals is gebeurd met de oud-burgermedewerkers, zullen ook alle rechthebbende oud-militairen op korte termijn persoonlijk worden ingelicht over de uitspraak van de CRvB en de uitvoering van de definitieve compensatie van het AOW-gat.
In mijn brief van 29 mei meldde ik u reeds dat de definitieve compensatie complex is en daarom nog niet volledig is uitgekeerd. Nu voor zowel oud-burgermedewerkers als oud-militairen de definitieve compensatie is vastgesteld voert ABP deze als volgt uit:
Alle rechthebbende oud-medewerkers die vanaf 1 juni jl. de leeftijd van 65 jaar bereiken, ontvangen de definitieve compensatie. Vanaf juni beginnen tevens de betalingen met terugwerkende kracht aan medewerkers die nog niet hebben ontvangen waarop zij recht hebben. Gezien de complexiteit van de uitvoering kan ABP op dit moment nog niet melden op welk moment alle oud-medewerkers de definitieve eindbetaling zullen hebben ontvangen. Ik zal u daarover nader informeren.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert