Vastgesteld 24 februari 2017
De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 20 december 2016 inzake het jaarplan 2017 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden in het Caribisch gebied (Kamerstuk 34 550 X, nr. 61).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 23 februari 2017. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Ten Broeke
De griffier van de commissie, De Lange
1
Is de valutaproblematiek voor de Kustwacht opgelost voor de jaren 2018 en verder? Zo nee, hoe groot is het tekort en wat gaat u daar aan doen?
Met het goedkeuren van het Jaarplan 2017 is enkel de herziene begroting voor 2017 vastgesteld. Bij de behandeling van het Jaarplan 2018 zullen opnieuw mogelijke negatieve koersverschillen in beschouwing worden genomen.
2
Kunt u nader ingaan op uw bewering: «Hiermee zijn ingrijpende operationele besparingsopties voor de kustwacht voorlopig van de baan.»? Erkent u hiermee dat u geen structurele oplossing heeft getroffen voor de financiële tekorten en dreigende «herdimensionering»?
Met de in de Rijksbegroting Hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties) aangebrachte reserve (zie mijn brief van 3 oktober 2016 (Kamerstuk 34 550 X, nr. 6) in reactie op de motie van het lid Omtzigt (Kamerstuk 34 300 X, nr. 128)) om valutaschommelingen op te vangen, is een herdimensionering van de begroting van de Kustwacht vooralsnog niet aan de orde. Het is nog niet te voorzien of de valutakoersen in 2018 en verder tot problemen op de begroting van Koninkrijksrelaties, en mogelijk daarmee ook die van de Kustwacht, zullen leiden.
3
In hoeverre worden de incidentele maatregelen in 2016 voor een bedrag van € 0,65 miljoen doorgezet in 2017?
De in 2016 genomen maatregelen van € 0,65 miljoen zullen in 2017 niet worden doorgezet. Deze maatregelen zijn in 2016 doorgevoerd ter dekking van valutafluctuatie in 2016. Met de in de Rijksbegroting Hoofdstuk IV (Koninkrijksrelaties) aangebrachte reserve is het niet nodig om deze maatregelen te continueren.
4
Is er een toename te bespeuren van het aantal migranten dat vanuit Venezuela naar het Caribisch deel van het Koninkrijk komt? Kunt u een toelichting geven met actuele cijfers?
5
Is er een toename te bespeuren van illegale mensensmokkel vanuit bijvoorbeeld landen als Venezuela? Kunt u een toelichting geven met actuele cijfers?
Antwoord op vragen 4 en 5:
De Kustwacht onderschepte in 2016 in totaal 122 illegale migranten, van wie 86 met de Venezolaanse nationaliteit bij de Benedenwindse eilanden. Laatstgenoemde aantal is hoger dan in de jaren 2012–2015. Alle onderschepte illegale transporten vonden plaats in georganiseerd verband, wat duidt op mensensmokkel.
6
Wat wordt door de kustwacht momenteel als grootste probleem beschouwd ten aanzien van ontwikkelingen rondom buurland Venezuela?
Met betrekking tot Venezuela richt de Kustwacht zich met name op het bestrijden van mensensmokkel, mensenhandel en illegale immigratie. De nabijheid van Venezuela maakt informatie-uitwisseling, overleg en afstemming blijvend noodzakelijk. Op basis van in een MoU vastgelegde afspraken, werkt de Kustwacht op het gebied van SAR regelmatig samen met Venezuela. In dit verband is er in 2017 een Kustwachtoefening («Open Eyes») voorzien.
7
Is het Maritiem Informatieknooppunt (MIK) inmiddels volledig geformaliseerd?
Nee, dit proces is in afwachting van formalisering van de door de Kustwacht en vakbonden overeengekomen functiebeschrijvingen, die aan de autoriteiten van de Landen zijn aangeboden.
8
Wat zijn de gevolgen van het opschorten van de Franse plannen om een walradarsysteem te plaatsen op het Franse deel van St. Maarten voor de Nederlandse kustwacht? Ontstaat hierdoor – gezien de grote meerwaarde van de walradar op de Benedenwindse eilanden – een gat in de detectiecapaciteit en daarmee in de effectiviteit van het optreden?
Zo lang een walradarsysteem op Sint Maarten niet gerealiseerd is, zal gewerkt worden met de detectiecapaciteit waarover de varende en vliegende middelen van de Kustwacht reeds beschikken. Van een «gat» ten opzichte van de huidige situatie is dus geen sprake.