Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 februari 2017
Tijdens het algemeen overleg Personeel op 26 januari jl. heb ik toegezegd u nader te informeren over het besluit om – indien noodzakelijk – een aanvullende compensatie te verstrekken aan oud-defensiepersoneel met een AOW-gat. Daarvoor is het nodig om het volledige beeld te schetsen van de financiële ondersteuning die Defensie oud-defensiepersoneel biedt gedurende de periode waarin zij worden geconfronteerd met een AOW-gat. Defensie compenseert de inkomensval door de volgende maatregelen:
1 Een verhoogde tegemoetkoming (aan oud-militairen en oud- burgermedewerkers)
Vanwege het gemis aan AOW wordt een «tegemoetkoming AOW-gat» verstrekt. Deze was in eerste instantie even hoog als de bruto AOW-uitkering. Aangezien vóór de AOW-leeftijd meer premies moeten worden betaald over het inkomen dan ná de AOW-leeftijd, bleef er van de tegemoetkoming echter minder over dan de netto AOW. Defensie verhoogt daarom de tegemoetkoming. De verhoogde tegemoetkoming is nu even hoog als de netto AOW-uitkering inclusief vakantiegeld. Hiermee is het AOW-gat volledig gedicht.
Vanaf 2017 is het netto AOW-bedrag voor een gehuwde of samenwonende 800 euro. Voor een alleenstaande is dat 1.134 euro. Om deze bedragen netto te kunnen uitkeren, moet Defensie de tegemoetkoming voor gehuwden bruto laten stijgen van 846 naar 1.054 euro. Voor alleenstaanden wordt de brutouitkering verhoogd van 1.225 naar 1.628 euro. Zoals gezegd, heeft dit alles te maken met de premieheffing voor en na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.
Gehuwd |
Alleenstaande |
|||
---|---|---|---|---|
Bruto |
Netto |
Bruto |
Netto |
|
AOW uitkering |
€ 846 |
€ 800 |
€ 1.225 |
€ 1.134 |
Tegemoetkoming |
€ 1.054 |
€ 800 |
€ 1.628 |
€ 1.134 |
De verhoogde tegemoetkoming wordt sinds januari 2017 verstrekt aan diegenen die op dit moment met een AOW-gat worden geconfronteerd. Waar van toepassing gebeurt dit met terugwerkende kracht. De groep die inmiddels de AOW-leeftijd heeft bereikt en reeds een periode met het AOW-gat geconfronteerd is geweest, ontvangt zo spoedig mogelijk een nabetaling. Voor de overige gevallen volgt de uitkering vanaf het moment dat het AOW-gat zich werkelijk voordoet.
2 Een financiële compensatie voor het eventueel eerder (bij 65 jaar) laten ingaan van het ABP-ouderdomspensioen (aan oud-burgermedewerkers)
Oud-burgermedewerkers krijgen een financiële compensatie voor het mogelijk vervroegd (bij 65 jaar) laten ingaan van het ABP-ouderdomspensioen. Omdat de hoogte van het pensioen per individu verschilt, verschilt ook de hoogte van de financiële compensatie. De hoogte van deze compensatie wordt dus individueel bepaald. Voor militairen is dit niet aan de orde, vanwege de voor hen geldende pensioenleeftijd van 65 jaar. De uitbetaling van deze financiële compensatie gebeurt op dezelfde wijze als de tegemoetkoming onder (1).
3 Een aanvullende compensatie tot 90 procent (indien noodzakelijk, aan oud-militairen en oud-burgermedewerkers)
Ook met het volledig dichten van het AOW-gat (1) en de financiële compensatie (2) kan het netto inkomen nog (te ver) onder het niveau liggen van het netto inkomen dat zou zijn uitgekeerd bij de oorspronkelijke AOW-en pensioenleeftijd van 65 jaar. Dit komt omdat AOW-premies verschuldigd zijn over het ABP-pensioen dat wordt uitgekeerd tijdens de periode van het AOW-gat. Die premies hoeven na de AOW-leeftijd niet meer te worden afgedragen.
Besloten is dan ook om het totale netto inkomen van voormalig burgermedewerkers en militairen met een AOW-gat nooit minder te laten bedragen dan in ieder geval 90 procent van het netto inkomen dat bij 65 jaar zou zijn uitgekeerd als ware de AOW-leeftijd en pensioenleeftijd nog steeds 65 jaar. Met andere woorden, waar nodig compenseert Defensie extra tot 90 procent.
Het totale netto-inkomen op grond waarvan wordt bepaald of de aanvullende compensatie wordt verstrekt, bestaat dus uit de verhoogde tegemoetkoming AOW-gat, de pensioencompensatie (voor burgers) en het ABP-pensioen (bij ingang 65 jaar).
Tot slot
Het principe achter de aanvullende compensatie (3) is simpel. De uitwerking is echter uitermate complex, omdat op individuele basis bruto/netto-effecten moeten worden bepaald. Dat vraagt tijd en daarvoor vraag ik uw begrip. Ik ben in goed overleg met het ABP over haalbare en gewenste uitvoeringsmodaliteiten. Ik vind het belangrijk dat het ABP hier vanuit de eigen verantwoordelijkheid als uitvoerder een zorgvuldige afweging kan maken.
Alle betrokkenen worden zo snel mogelijk door Defensie geïnformeerd of zij voor de aanvullende compensatie in aanmerking komen en vanaf welk moment tot uitbetaling wordt overgegaan waar van toepassing achteraf en met terugwerkende kracht. Ik zal u daarover eveneens informeren.
Voor de duidelijkheid merk ik op dat het ABP de verhoogde tegemoetkoming (1) en de financiële compensatie (2) conform de afspraken uitvoert.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert