Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag 29 november 2016
Tijdens het wetgevingsoverleg personeel van 9 november jl. (Kamerstuk 34 550 X, nr. 48) heb ik u toegezegd het onderzoeksrapport van 14 oktober jl. over vermeende misstanden op vliegbasis Eindhoven geanonimiseerd toe te sturen. Het geanonimiseerde onderzoeksrapport bestaat uit twee delen en is als bijlage bij deze brief gevoegd1.
In mijn brief van 18 oktober jl. (Kamerstuk 34 550 X, nr. 51) heb ik uw Kamer bericht over de uitkomsten van het onderzoek. Daarbij heb ik gemeld dat de commandant van de vliegbasis Eindhoven, die vijf maanden geleden is aangesteld, zich met betrekking tot een deel van de melding over declaratiegedrag nog beraadde over het oordeel van de commissie en over eventuele vervolgstappen.
De commandant heeft besloten aanvullend onderzoek te doen naar het deel van de melding over de dienstreisdeclaraties van dagelijkse reizen naar en van de cursuslocatie Hoofddorp. De onderzoekscommissie oordeelt dat feitelijk sprake is van overtreding van de regelgeving en dat het bij medewerkers en leidinggevenden bekend was dat met de beschreven wijze van declareren een «grijs gebied» werd betreden. De commandant is het met de commissie eens dat van leidinggevenden en medewerkers terughoudendheid mag worden verwacht bij het zelf interpreteren van regelgeving. Zeker mag dit worden verwacht wanneer sprake is van financiële tegemoetkomingen die betaald worden uit algemene middelen. De commandant zal daarom op basis van alle relevante informatie de noodzakelijke maatregelen nemen. Daarnaast is het van belang dat leiderschap en de heersende cultuur op de vliegbasis Eindhoven aangepast worden.
Zoals ik ook heb gemeld tijdens het wetgevingsoverleg personeel van 9 november jl. (Kamerstuk 34 550 X, nr. 48), heeft de commandant van de vliegbasis reeds meerdere trajecten in gang gezet die gezamenlijk gevolg geven aan de adviezen van de onderzoekscommissie. Daarin hebben ook cultuurverandering en het leiderschap in alle lagen van de vliegbasis de aandacht, net als integriteit en de dagelijkse bedrijfsprocessen.
Om cultuurverandering te verwezenlijken, is het noodzakelijk het leiderschap op de vliegbasis zodanig in te richten, dat voldoende afstand bestaat tot de huidige cultuur. Daarom is door de commandant Luchtstrijdkrachten besloten om enkele sleutelfiguren te vervangen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert