Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 oktober 2016
In mijn brief van 16 september jl. (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3568) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar vermeende misstanden op vliegbasis Eindhoven.
Ik kan u berichten dat het onderzoeksrapport 14 oktober jl. is opgeleverd.
De melding die uit meerdere delen bestond, had op hoofdlijnen vooral betrekking op declaraties en privégebruik van defensiemiddelen door personeel van de vliegbasis. Op basis van de gedane melding, getuigenverklaringen en andere beschikbare informatie is naar het oordeel van de commissie geen sprake van een concreet vermoeden van een misstand of een strafbaar feit. De commissie ziet daarom geen aanleiding voor een nader persoonsgericht onderzoek of aangifte. Wel heeft de onderzoekscommissie bij twee delen van de melding advies voor verbeteringen gegeven.
Met betrekking tot een deel van de melding over declaratiegedrag beraadt de commandant van de vliegbasis Eindhoven zich nog over het oordeel van de commissie en eventuele vervolgstappen. Daarnaast zal de commandant van de vliegbasis Eindhoven een aantal processen op de vliegbasis nader aanscherpen. Ook de schijn van verkeerd declaratiegedrag of gebruik van middelen moet immers te allen tijde worden vermeden.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert