Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 november 2016
De vaste commissie voor Defensie vraagt mij in haar brief van 15 november om een reactie op de instelling van hoger beroep door het Ministerie van Defensie tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over het wachtgeldbesluit. De VCD vraagt mij te bevestigen dat het alleen om ex-burgerambtenaren gaat en dat de reden voor het instellen van het hoger beroep leeftijdsdiscriminatie is.
Er is geen sprake van een hoger beroep tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Tegen deze uitspraak van 18 juli jl. is namelijk geen beroep mogelijk. Wel heeft Defensie hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep tegen uitspraken van verschillende rechtbanken. Het betreft inderdaad alleen zaken van ex-burgerambtenaren.
Er liggen twee redenen ten grondslag aan het instellen van hoger beroep. De eerste reden is dat de rechtbank een voorziening heeft getroffen, terwijl de Centrale Raad van Beroep heeft bepaald dat dat aan Defensie is. De andere reden is dat de motivering van de rechtbank afwijkt van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.
Voor de volledigheid merk ik op dat ik niet in beroep ga tegen de uitspraak van de rechtbank in Den Haag van 6 oktober jl. inzake de voorziening voor militairen. Een aantal militairen is intussen wel in beroep gegaan bij de Centrale Raad van Beroep.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert