Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 21 november 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het Orkest van het Oosten en Het Gelders Orkest, conform de wens van de Minister, vóór 1 november 2016 een gezamenlijk opgesteld en gezamenlijk gedragen procesplan hebben voorgelegd, dat op brede steun van alle betrokkenen kan rekenen;
constaterende dat de orkesten tot dusverre geen positieve beschikking hebben ontvangen voor de periode 2017–2020;
overwegende dat het vanuit het oogpunt van behoorlijk bestuur gewenst is dat de orkesten terstond in staat gesteld worden uitvoering te geven aan de activiteiten zoals voorzien in de activiteitenplannen vanaf 1 januari 2017;
verzoekt de regering, met spoed een positieve beschikking voor de periode 2017–2020 af te geven aan het Orkest van het Oosten en Het Gelders Orkest,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Toorenburg
Dik-Faber