Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 juli 2017
Hierbij informeer ik u over het nader rapport dat de regering heeft uitgebracht op het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State inzake het bovengenoemde voorstel.
De Afdeling advisering van de Raad van State komt tot de conclusie dat het voorstel om het bestaande adviesrecht op de hoofdlijnen van het meerjarig financieel beleid van de medezeggenschapsraad in het funderend onderwijs te vervangen door een instemmingsrecht, prematuur is. Zij adviseert daarom het wetsvoorstel te heroverwegen en geeft in overweging het voorstel van wet niet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal dan nadat met de opmerkingen van de Afdeling advisering rekening zal zijn gehouden.
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State is aanleiding voor de regering om het wetsvoorstel te heroverwegen. In dat kader wordt het nuttig geacht een veldconsultatie uit te voeren waarbij nader onderzoek zal worden gedaan naar de werking in de praktijk van het voorgestelde instemmingsrecht en de afbakening van de reikwijdte daarvan, alsmede naar de werking van het huidige adviesrecht. Daarbij zullen de aandachtspunten die de Afdeling advisering in het advies noemt, aan bod komen. Om deze veldconsultatie goed te kunnen uitvoeren, is het wenselijk het voorstel van wet op dit moment niet door te zetten. De planning is erop gericht de veldconsultatie dit najaar uit te voeren Daarna zullen de resultaten worden bezien. Als uit de veldconsultatie blijkt dat het instemmingsrecht een noodzakelijk en geschikt instrument is om de financiële «checks en balances» in het kader van de lumpsumsystematiek en de vereenvoudiging van de bekostiging in het funderend onderwijs te versterken, zal een nieuw wetsvoorstel worden overwogen.
Het advies, nader rapport en voorstel van wet worden zo spoedig mogelijk in de Staatscourant openbaargemaakt.
Tot mijn spijt is het niet gelukt deze brief nog vóór het zomerreces aan uw Kamer te zenden. Ik vraag uw begrip daarvoor.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. Dekker