Nr. 8 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

De regering investeert in 2017 € 5 miljoen in cybersecurity en de aanpak van cybercrime. De jaren daarna loopt dit bedrag op tot € 14 miljoen per jaar. Indiener beoogt met dit amendement te borgen dat een deel van dit bedrag zal worden besteed aan de aanpak van internetoplichting. Zoals in de initiatiefnota «Laat slachtoffers van internetoplichting niet in de kou staan»1 wordt aangegeven, betreft een van de problemen van de aanpak van internetoplichting momenteel de bestaande recherchecapaciteit bij het Landelijk Meldpunt Internet Oplichting (hierna: het LMIO). Van de 50.000 aangiften die in 2013 die door het LMIO werden geanalyseerd, zijn er slechts 77 (!) doorgezonden aan de politie-eenheden voor nader onderzoek en vervolging door het OM. Daarnaast heeft het LMIO in datzelfde jaar in 82 zaken ondersteuning geboden op verzoek van de politie-eenheden. Dat komt in 2013 neer op 159 behandelde zaken, op een totaal van 50.000 geregistreerde aangiften. Veel mensen worden dus teleurgesteld na het doen van aangifte. Daarnaast is dit aantal geregistreerde aangiften slechts het topje van de ijsberg. Uit de cijfers van het CBS blijft dat jaarlijks 450.000 mensen aangeven slachtoffer zijn geworden van internetoplichting.2 Het is de hoogste tijd dat de politie meer slagkracht krijgt om aangiften op te pakken.

De regering heeft eerder aangegeven dat de aanpak van cybercrime een aparte prioriteit is, wat tegelijk de aanpak van internetfraude ondersteunt.3 Daarmee is niet gezegd dat het bedrag van € 5 miljoen in zijn geheel aan internetoplichting moet worden besteed, maar deze investering kan wel bijdragen aan versterking van het LMIO. Indiener wil alvast 5 miljoen reserveren, en tegelijkertijd de Minister vragen te onderzoeken welk bedrag jaarlijks nodig is om de recherchecapaciteit bij het LMIO al komend jaar substantieel te kunnen verhogen.