Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2016
Op verzoek van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heb ik bij brief van 31 augustus jl.1 uw Kamer een reactie gegeven op een bericht over de psychische begeleiding van de heer Van der G. dat door de NOS op 10 mei jl. is gepubliceerd.
De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van uw Kamer heeft mij op 16 september jl. gevraagd om een reactie op de uitzending van Pauw van 2 september 2016 waarin de advocaat van Volkert van der G. werd geïnterviewd.
Het Gerechtshof Den Haag heeft op 20 september jl. uitspraak gedaan in het hoger beroep dat liep tegen drie vonnissen die door de rechter van de rechtbank Den Haag in kort geding waren gewezen2. Hierbij gaat het om procedures over de v.i.-voorwaarde verplichte begeleiding door een psycholoog/psychiater, de verplichte deelname aan de driemaandelijkse evaluatiegesprekken en de verplichting van Van der G. om tijdens de meldplichtgesprekken ook inhoudelijke informatie te verstrekken. Het Gerechtshof heeft geoordeeld dat nu de behandelend psychiater van mening is dat verdere begeleiding niet zinvol is, de aan Van der G. opgelegde voorwaarde geen ruimte biedt voor verdere begeleiding door een psycholoog. Verder heeft het Hof geoordeeld dat Van der G. dient mee te werken aan de periodieke evaluaties van zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. Ook dient hij zich periodiek te melden bij de reclassering en is hij daarbij verplicht vragen van de reclassering te beantwoorden en inzicht te geven in zijn situatie en plannen.
In aanvulling op de brief van 31 augustus jl. ga ik in op twee onderwerpen, namelijk de beschikbare opnamen bij het openbaar ministerie (OM) en het gebruik van de term verkooppraatje.
Beschikbare opnamen bij het OM
Het OM heeft de beschikking over opnames die Van der G. heeft gemaakt en die hij op 17 juni jl. in de vorm van een CD aan het OM heeft verstrekt. Op deze CD staan enkele geluidsopnames van gesprekken tussen Van der G. en verschillende advocaten-generaal. Eén van die opnames betreft het integraal opgenomen gesprek van 17 september 2015, dat 1 uur en 41 minuten duurde. Verder staan op de CD fragmenten van de gesprekken op 14 augustus 2014 (5.24 minuten), 28 november 2014 (13.35 minuten) en 20 mei 2015 (4.05 minuten en 3.35 minuten). Van der G. heeft daarna transcripties aangeleverd van delen van drie afzonderlijke gesprekken waarvan het OM geen geluidsopnamen heeft ontvangen. Van der G. heeft geen gehoor gegeven aan het verzoek van het OM om ten aanzien van alle gesprekken de integrale opnames te overleggen. Tussen het OM en de advocaat van Van der G. bestaat geen discussie over welk materiaal door Van der G. beschikbaar is gesteld aan het OM.
Gebruik term «verkooppraatje» en duiding ervan
Tussen de advocaat van Van der G. en het OM bestaat geen verschil van mening over het feit dat de desbetreffende advocaat-generaal de term «verkooppraatje» heeft gebruikt in het gesprek van 17 september 2015. Het OM heeft daarnaast aangegeven niet te kunnen uitsluiten dat een andere advocaat-generaal een vergelijkbare term zou hebben gebruikt. Dat laatste blijkt volgens het OM overigens niet uit het materiaal dat Van der G. aan het OM heeft overhandigd.
Tijdens het gesprek van 17 september 2015 is de doelstelling van de voorwaardelijke invrijheidsstelling besproken. De desbetreffende advocaat-generaal heeft aangegeven dat een rapportage volgens het OM nodig is om tot een aanpassing van de voorwaarden over te kunnen gaan vanuit de verantwoordelijkheid die het OM als toezichthouder heeft. Daarbij is door de advocaat-generaal in het evaluatiegesprek het woord «verkocht» gebruikt en daar is de advocaat van Van der G. nader op ingegaan. De advocaat-generaal heeft in dat verband aangegeven dat ook rekening moet worden gehouden met de gevoelens in de politiek en maatschappij bij het nemen van beslissingen door het OM over het voortduren van de voorwaarden en de wijze waarop dat diende te gebeuren.
De landelijk hoofd advocaat-generaal (HAG) heeft op grond van het bovenstaande geoordeeld dat de advocaat-generaal zich juridischer en diplomatieker had moeten uitlaten in een gesprek met Volkert van der G. en zijn advocaat. Het College van Procureurs-Generaal heeft mij laten weten zich met het oordeel van de HAG te verenigen.
Naast de algemene voorwaarde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig te maken aan een strafbaar feit, dient Volkert van der G. zich als gevolg van de uitspraak van het Gerechtshof te houden aan de bijzondere voorwaarde iedere drie maanden deel te nemen aan evaluatiegesprekken met de Centrale Voorziening v.i. (CVv.i.) van het OM en aan de bijzondere voorwaarde zich te melden bij de reclassering. Een beschrijving en het doel van deze bijzondere voorwaarden staan opgenomen in het Besluit v.i. van 25 april 2016.
De inhoud van deze brief is gedeeld met de advocaat van Van der G.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur