Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 januari 2017
Met deze brief informeer ik u conform mijn toezegging tijdens het algemeen overleg diplomatieke immuniteit van 14 december jongstleden over de praktijk van andere landen ten aanzien van verkeersovertredingen door diplomaten (Kamerstuk 34 550 V, nr. 60).
Een nieuwe rondgang langs enkele andere Europese landen bevestigt het beeld dat de meeste landen wel boetes opleggen aan diplomaten in geval van een verkeersovertreding, maar dat er geen dwang wordt gebruikt bij pogingen een boete te innen. Er is geen sprake van een uniforme praktijk; sommige landen leggen boetes op en insisteren op allerlei manieren op betaling, weer andere landen leggen boetes op zonder veel opvolging. Niet alle landen sturen consistent op basis van iedere overtreding een boete, maar doen dat voor een deel van overtredingen. Van de onderzochte landen stuurt één land (Duitsland) diplomaten in het geheel geen boetes, maar volstaat met een regelmatige herinnering aan het adres van de meest beboete diplomatieke missies aan hun plicht om de lokale wetten en regels te respecteren.
In het algemeen geldt bovendien dat de praktijk van andere landen ten aanzien van verkeersovertredingen door diplomaten niet één op één bruikbaar is in de Nederlandse context. Oorzaak daarvan is dat het juridisch kader en de organisatie van de verkeershandhaving per land verschilt. Hierbij valt te denken aan de wijze van kentekenregistratie, de wijze waarop verkeersovertredingen worden geadministreerd en opgevolgd (landelijk of bijvoorbeeld per provincie), de kwalificatie van boetes voor verkeersovertredingen als strafrechtelijk of administratiefrechtelijk en andere nationaalrechtelijke voorwaarden voor deelneming aan het wegverkeer.
Tenslotte is een essentieel punt dat, voor zover mij bekend, de praktijk van het opleggen van een sanctie (een boete) in deze landen tot op heden niet door een rechter is getoetst op verenigbaarheid van die praktijk met het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer, zoals dat wel in Nederland is gebeurd. Dit betekent dat de werkwijze die door sommige landen gebezigd wordt wellicht net zo min verenigbaar is met dit verdrag als de praktijk zoals die in Nederland gebruikelijk was tot september 2014. Zonder een definitieve gerechtelijke uitspraak is dit echter lastig vast te stellen.
In de bijlage treft u nadere informatie over de praktijk met betrekking tot verkeersboetes en diplomaten in België, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk.
De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders
België
België legt verkeersboetes op aan diplomaten. Bij uitblijven van betaling worden ambassades schriftelijk herinnerd aan de plicht om Belgische wetten en regels te respecteren, en zo nodig wordt een ambassadeur of diens plaatsvervanger op het matje geroepen. Daarnaast kunnen bij uitblijven van betaling belastingvrije tankkaarten (tijdelijk) worden ingetrokken. Er wordt geen top tien van wanbetalers openbaar gemaakt. Bij ernstige verkeersovertredingen wordt van geval tot geval bekeken op welke wijze kan worden opgetreden. In zeer ernstige gevallen kan worden verzocht om terugtrekking van de betrokken diplomaat.
Denemarken
In Denemarken wordt in sommige gevallen aan diplomaten die een verkeersovertreding begaan een boete opgelegd. Wanneer betaling van de boete uitblijft, wordt de behandeling door politie en justitie stilgelegd, en wordt het Deense Ministerie van Buitenlandse Zaken ingeschakeld. De protocoldirectie herinnert in voorkomende gevallen de betreffende missie aan de plicht om Deense wetten en regels te respecteren, en maakt daarbij melding van de boete die zou zijn opgelegd indien het niet zou gaan om een persoon met diplomatieke immuniteit. Er zijn Buitenlandse Zaken geen maatregelen bekend die worden toegepast in geval van weigering te betalen. Net zo min als in België wordt in Denemarken een top tien van wanbetalers openbaar gemaakt. Ernstige verkeersovertredingen worden per geval behandeld; afhankelijk van de ernst van het incident kan gevraagd worden om opheffing van immuniteit dan wel het terugtrekken van de betrokken diplomaat.
Duitsland
Diplomaten die in Duitsland een verkeersovertreding begaan die niet als «ernstig» wordt gekwalificeerd, worden niet geïnformeerd en krijgen geen boete toegestuurd. Elk half jaar maakt het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken op basis van een opgave van de gemeente Berlijn een niet-openbare lijst van de tien grootste overtreders. Deze tien missies krijgen een diplomatieke nota toegezonden waarin wordt gewezen op de plicht om de wetten en regels van Duitsland te respecteren. In geval van ernstige verkeersovertredingen tekent het Duitse Ministerie van Buitenlandse Zaken per diplomatieke nota protest aan bij de betreffende missie, en vraagt daarbij om een formele reactie binnen de termijn van een maand.
Oostenrijk
In Oostenrijk wordt bij een minder ernstige verkeersovertreding een boete opgelegd aan de kentekenhouder, een zogenaamde «Anonymverfügung». Dit geldt ook voor houders van diplomatieke kentekens. Wanneer deze boete niet wordt betaald, wordt de betreffende overtreding indien deze lijkt te zijn begaan door een diplomaat, ter afhandeling overgedragen aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dit legt vervolgens een lijst van verkeersovertredingen voor aan de betreffende diplomatieke missies of internationale organisaties met de vraag wie de overtreder/bestuurder was, met daaraan gekoppeld de vraag of betrokkene op het moment van de overtreding in functie was. Wanneer door de diplomatieke missie of de internationale organisatie duidelijk gemaakt wordt dat de persoon op het moment van overtreding over immuniteit beschikte, dan wordt geen verdere actie ondernomen. Er wordt geen dwang gebruikt bij het innen van openstaande boetes. Evenmin wordt een lijst van wanbetalers openbaar gemaakt.
Verenigd Koninkrijk
Het Verenigd Koninkrijk legt boetes op aan diplomaten in geval van verkeersovertredingen. Bij een overtreding wordt de kentekenhouder aangeschreven en wordt onderzocht of de chauffeur die de overtreding beging op dat moment immuniteit genoot of niet. Als de betreffende missie aangeeft dat betrokkene immuniteit geniet, dan wordt aan de diplomaat een standaard boetebedrag opgelegd (voor een verkeersovertreding GBP 100,-.). Het is bovendien mogelijk dat op het rijbewijs van de betrokken chauffeur strafpunten worden geregistreerd. Bij 12 punten kan een rijverbod worden opgelegd, maar in praktijk komt dit zelden voor. Het Verenigd Koninkrijk publiceert jaarlijks lijsten inzake onbetaalde «congestion charges», onbetaalde parkeerboetes en verdenkingen van ernstige strafrechtelijke overtredingen. Aangaande verkeersovertredingen (zoals snelheidsovertredingen) worden geen lijsten gepubliceerd. Ernstige verkeersovertredingen worden van geval tot geval beoordeeld, en de protocoldirectie kan verzoeken om opheffing van immuniteit of terugtrekking van de betreffende diplomaat.