Voorgesteld 24 november 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering in haar beantwoording op vragen over de uitvoering van de motie-Van der Staaij c.s. (23 432, nr. 438) aangeeft BDS-organisaties niet direct te financieren, maar geen bezwaren te hebben tegen de indirecte financiering ervan;
constaterende dat blijkens de beantwoording de vraag of activiteiten van maatschappelijke organisaties in het buitenland al dan niet stroken met de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid, geen deel uitmaakt van de afweging over het (mede)financieren ervan;
overwegende dat dit kan leiden tot een buitenlandbeleid waarin met de linkerhand wordt afgebroken wat met de rechterhand wordt opgebouwd;
verzoekt de regering, naast de effectiviteit van organisaties ook de mate waarin organisaties de doelstellingen van het buitenlandbeleid bevorderen dan wel ondermijnen, mee te nemen bij de beoordelingen van overheidsfinanciering, en de Kamer te rapporteren over de gevolgen hiervan voor financieringskeuzes,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Staaij