Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 14 november 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in Nederland de bodem sneller daalt dan de zeespiegel rijst;
constaterende dat die bodemdaling onder andere het gevolg is van grondwaterpeilverlaging in veenweidegebieden;
constaterende dat de veenafbraak die hiermee samenhangt, goed is voor 2,5% van de antropogene CO2-emissie;
constaterende dat er weinig kennis over deze dynamiek is, terwijl ook in Duitsland en Polen grote arealen agrarisch veengebied in gebruik zijn;
constaterende dat VNG, IPO en de Unie van Waterschappen behoefte hebben aan gebundelde kennis en actie op dit terrein;
verzoekt de regering, kennisontwikkeling over deze materie te intensiveren, daar zelf actief in te participeren en een en ander deel te laten uitmaken van het Deltaprogramma,
en gaat over tot de orde van de dag.
Smaling
Dik-Faber