Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 augustus 2017
Middels deze brief wil ik u informeren dat de Nederlandse staat een juridische procedure tegen Deutsche Bank AG (DB) is gestart om duidelijkheid te verkrijgen over de uitleg van het International Swaps and Derivatives Association (ISDA) contract. Tussen DB en de Nederlandse staat bestaat, als gevolg van een verschil in interpretatie van de ISDA, verschil van mening over de negatieve rentevergoeding over onderpand dat DB in contanten stort bij de Nederlandse staat. Alle andere tegenpartijen van de Nederlandse staat betalen wel negatieve rente over het onderpand dat in contanten wordt gestort.
DB meent dat het geen negatieve rente hoeft te betalen en dat negatieve rente ook niet verrekend mag worden met het onderpand in contanten, terwijl de staat vindt dat negatieve rente daarmee wel verrekend moet worden. De opgelopen negatieve rente bedraagt inmiddels circa 13 miljoen euro en loopt zolang de relevante rente negatief is, verder op.
De staat heeft derivatencontracten gesloten met een aantal banken, waaronder DB, onder het standaardcontract van de ISDA. Dit contract is de internationale marktstandaard en wordt daarom ook door de staat gebruikt om swaps af te sluiten. Met rente- en valutaswaps worden rente- en valutarisico’s die de staat loopt bij de financiering van de staatsschuld afgedekt. Door het ISDA-contract wordt DB verplicht onderpand te storten bij de staat voor het kredietrisico dat de staat loopt op DB. Over het gestorte onderpand wordt door de staat rente vergoed, die op dit moment echter negatief is. Op het standaardcontract zijn Engels recht en de Engelse jurisdictie van toepassing verklaard. De procedure is daarom aanhangig gemaakt bij de Commercial Court te Londen.
Ik zal u over de uitkomsten van deze procedure te zijner tijd informeren.
De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem