Kamerstuk 34550-IV-43

Rapportage Meetresultaten Julianadorp Curaçao

Dossier: Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2017

Gepubliceerd: 8 september 2017
Indiener(s): Jeanine Hennis-Plasschaert (minister defensie) (VVD)
Onderwerpen: begroting financiën
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34550-IV-43.html
ID: 34550-IV-43

Nr. 43 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2017

In mijn brief van 29 juni 2015 (Kamerstuk 34 000 IV, nr. 46) heb ik u geïnformeerd over de luchtkwaliteitsmetingen op Curaçao. Die metingen zijn, in opdracht van de Curaçaose overheid, in mei 2016 van start gegaan. De Curaçaose Minister van Gezondheid, Milieu en Natuur (GMN), mevrouw S.F.C. Camelia-Römer, overhandigde mij vandaag de eerste rapportage van de Meetresultaten Julianadorp Curaçao. De rapportage bied ik u als bijlage bij deze brief aan1.

De metingen zijn uitgevoerd door de GGD Amsterdam. Op grond van deze metingen, die zijn verricht in de periode van mei tot en met augustus 2016, stelt de GGD vast dat de gemiddelde concentraties PM10 en PM2,5 voldoen aan de wettelijke EU grenswaarde. Zwaveldioxide voldoet aan zowel de Curaçaose als aan de EU grenswaarde. De meetresultaten en voorlopige conclusies van de GGD Amsterdam zijn ook beoordeeld door het Coördinatiecentrum Expertise Arbeidsomstandigheden en Gezondheid (CEAG) van het Ministerie van Defensie.

Het oordeel van het CEAG luidt als volgt:

Op basis van de resultaten in de tussenrapportage «Meetresultaten Julianadorp Curaçao» is de voorlopige conclusie van de GGD dat op basis van de gemeten concentraties vluchtige organische verbindingen en metalen geen (merkbare) effecten op de gezondheid worden verwacht. Op basis van de huidige meetresultaten kan geen uitspraak worden gedaan over gezondheidseffecten als gevolg van zwaveldioxide omdat hiervoor langere meetreeksen nodig zijn. Gezondheidseffecten van fijn stof kunnen optreden door langdurige blootstelling aan lagere concentraties. Voor fijn stof zijn gezondheidseffecten, vergelijkbaar met wonen in Nederland, niet uit te sluiten.

Voor de voorlopige conclusies is aangenomen dat de gemeten concentraties representatief zijn voor een heel jaar. Dit betekent dat de gemiddelde concentratie fijn stof voldoet aan de wettelijke EU grenswaarde, maar niet aan de jaargemiddelde richtlijn van de Wereldgezondheidsorganisatie voor PM2,5. Dit is vergelijkbaar met grote steden in Nederland, zoals Amsterdam. De gemeten vluchtige organische verbindingen, PAK en metalen voldoen aan de daarvoor gestelde (jaargemiddelde) grenswaarden. De gemiddelde concentratie zwaveldioxide overschrijdt de door de EU geadviseerde daggrenswaarde niet. Wel wordt de richtlijn voor het daggemiddelde van de Wereldgezondheidsorganisatie overschreden in deze meetperiode. Deze richtlijn is strenger dan de wettelijke grenswaarden in Europa, en zijn vastgesteld om naar te streven. Het CEAG hanteert altijd de EU-normering.

Het Defensiepersoneel wordt vandaag geïnformeerd over de meetresultaten en de conclusies die daaruit kunnen worden getrokken, inclusief de mogelijke gevolgen voor de gezondheid van het personeel en hun gezinsleden. De meetresultaten worden vandaag publiek gemaakt via de website www.luchtmetingencuracao.org

De GGD Amsterdam zal de komende jaren de metingen voortzetten. In deze eerste rapportage doet de GGD Amsterdam aanbevelingen voor het vervolg van het meetprogramma. Defensie zal daarop reageren in overleg met de opdrachtgever, het Ministerie van GMN. De volgende rapportage zal in het derde kwartaal van 2017 worden opgesteld en kan dan enkele maanden later publiek worden gemaakt.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert