Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 april 2017
In mijn brief aan uw Kamer van 31 maart jl. (Kamerstuk 34 550 IV, nr. 30) over de verkiezingen op Curaçao heb ik toegezegd u nader te informeren indien de situatie daartoe aanleiding geeft. In die brief informeerde ik u over het spoedadvies dat door de Rijksministerraad op 31 maart jl. is aangevraagd bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk over enkele maatregelen om te verzekeren dat de verkiezingen voor de Staten van Curaçao op 28 april 2017 ordentelijk verlopen. Dat advies is op 3 april jl. door de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gegeven. De Raad van State van het Koninkrijk ondersteunt de voorgestelde besluiten.
De Algemene Maatregel van Rijksbestuur die de bevoegdheden regelt voor de Gouverneur van Curaçao die nodig zijn voor het organiseren van de verkiezingen op 28 april 2017 is op 3 april jl. op mijn voordracht door de Koninkrijksregering bekrachtigd. In de genoemde maatregel is tevens geregeld dat de Gouverneur landsdiensten kan inschakelen om toe te zien op een ordentelijk verloop van de verkiezingen.
Over het ontwerplandsbesluit van 27 maart jl. van het interim--kabinet van Curaçao om de verkiezingen af te gelasten, onderstreept de Raad van State van het Koninkrijk de strijdigheid daarvan met de rechtszekerheid en deugdelijkheid van bestuur. De Raad bevestigt hiermee dat de Gouverneur van Curaçao dit ontwerpbesluit terecht niet heeft bekrachtigd.
De besluiten zijn op 3 april jl. gepubliceerd in het Staatsblad en op 4 april jl. in werking getreden. De adviezen van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk en de nadere rapporten zijn op dezelfde dag bekendgemaakt in de Staatscourant. Deze zijn samen met de besluiten bijgesloten1.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk