Voorgesteld 27 oktober 2016
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat op de begroting van de Koning de leden van het Koninklijk Huis gezamenlijk een bedrag van 6,26 miljoen euro krijgen toegekend voor personele en materiële uitgaven;
overwegende dat uit de begroting niet blijkt aan welk personeel en welke materiële zaken deze zogenoemde B-component van de uitkeringen wordt uitgegeven;
overwegende dat over de besteding van publiek geld publieke verantwoording afgelegd dient te worden;
verzoekt de regering, de Kamer een overzicht te verstrekken van de verschillende kostenposten waaraan de zogenoemde B-component van de uitkeringen van de leden van het Koninklijk Huis wordt besteed,
en gaat over tot de orde van de dag.
Voortman