Ontvangen 19 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel A, wordt na de aanhef een onderdeel ingevoegd, luidende:
01. In het eerste lid, onderdeel e, wordt voor de puntkomma ingevoegd: en van een woning die krachtens artikel 3.1 van de Erfgoedwet als rijksmonument is aangewezen.
II
In artikel I, onderdeel K, wordt in artikel 2.4 het in artikel 1.7 genoemde percentage verhoogd met 0,004 procentpunt.
III
In artikel I, onderdeel K, komt artikel 2.5 te luiden:
Een beperkt aantal van naar schatting maximaal 5.800 sociale huurwoningen bevindt zich in panden die als Rijksmonument zijn aangewezen. Hieronder bevinden zich hofjes en andere complexen die kenmerkend zijn voor het ontstaan van de sociale woningbouw. Door de hogere onderhoudskosten is het al moeilijk om deze woningen nog als sociale huurwoning aan te bieden, maar veel verhuurders hebben wel die intentie. Het heffen van verhuurderheffing maakt het nog lastiger deze complexen, die historisch tot de kern van de sociale woningvoorraad behoren ook als zodanig te exploiteren. Voor bijvoorbeeld de monumentale hofjes biedt het verhogen van de algemene vrijstelling naar 25 verhuurde eenheden enig soelaas, maar de enige maatregel die de toekomst van Rijksmonumenten als sociale huurwoning waarborgt is een algehele vrijstelling van de verhuurderheffing. Daarom wordt deze vrijstelling in dit amendement geregeld. Door deze vrijstelling ontstaat een derving op de verhuurderheffing van naar schatting 12 miljoen euro en moet het percentage van de verhuurderheffing met 0,004% verhoogd worden.
Albert de Vries