Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 augustus 2018
Ter verduidelijking van mijn brief van 4 juli 2018 (Kamerstuk 34 543, nr. 17) informeer ik u over het feit dat de IGJ wel informatie bijhoudt of er in een bepaalde casus sprake is van dopinggeduide middelen of handel in doping. Dat gebeurt in elke casus waarin sprake is van dopinggeduide middelen en die valt binnen de bevoegdheid die de IGJ heeft op basis van de Geneesmiddelenwet. Het gaat om vijf tot tien casussen per jaar. Hierbij wordt een zeer beknopte beschrijving gegeven welk dopinggeduid middel (of categorie daarvan) is aangetroffen en of er sprake is van handel in doping. In een enkel geval wordt ook de omvang genoteerd.
Deze informatie geeft weliswaar een indicatie van de handel in doping maar neemt niet weg dat dit nog steeds een beperkt en gefragmenteerd beeld geeft. Het onderzoek dat ik heb aangekondigd om de volledige aard en omvang van de illegale handel in doping in beeld te brengen, zal ik daarom nog steeds laten uitvoeren.
De Minister voor Medische Zorg, B.J. Bruins