Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 december 2016
In mijn brief van 18 november 2016 (Kamerstuk 34 532, nr. 45) heb ik uw Kamer geïnformeerd over het fosfaatreductiepakket dat bestaat uit de volgende sporen:
• Voerspoor
• Reductie van de veestapel
• Fosfaatreductieplan van de zuivelondernemingen
Tijdens de behandeling van de wijziging van de Meststoffenwet ter invoering van het stelsel van fosfaatrechten op 1 en 2 december jl. heb ik toegezegd uw Kamer voor het eind van het jaar nader te informeren over het pakket en het proces zoals dat in 2017 gaat plaatsvinden. Met deze brief voldoe ik aan die toezegging.
De afgelopen weken is er op ambtelijk en politiek niveau intensief overleg gevoerd met de Europese Commissie. Ik verwacht in januari de gesprekken over het fosfaatreductiepakket met de Europese Commissie te kunnen afronden. Aansluitend zal ik uw Kamer over de uitkomsten informeren.
Voerspoor melkveehouderij
De veevoersector heeft zich in Nevedi verband aan dit spoor verbonden en daarmee aan een reductie van de fosfaatproductie via mengvoer van 1,7 miljoen kilogram. De veevoerindustrie voert deze maatregel per 1 januari van 2017 in. Nevedi monitort en rapporteert maandelijks het bruto fosforgehalte in het melkveemengvoer.
Reductie van de veestapel
Met deze voorgenomen maatregel wordt 2,5 miljoen kilogram reductie van de fosfaatproductie gerealiseerd. Ik ben van plan in januari de hoofdlijnen van een regeling voor ondernemers die in 2017 hun melkveestapel willen reduceren bekend te maken.
Fosfaatreductieplan door de zuivelondernemingen
ZuivelNL heeft op 14 december jl. haar definitieve plan gepubliceerd. Het plan zal een reductie van de fosfaatproductie van 4 miljoen kilogram bewerkstelligen. ZuivelNL heeft gehoor gegeven aan de brede wens in uw Kamer om in haar plan grondgebonden bedrijven zoveel mogelijk te ontzien. De uitwerking is in overeenstemming met de door uw Kamer aangenomen wijziging van de Meststoffenwet.
Met de sector is verkend hoe de borging van het fosfaatreductieplan van ZuivelNL het beste kan worden vorm gegeven. Het belang van publieke borging wordt door de diensten van de Europese Commissie benadrukt. Zoals ik u eerder heb gemeld, zag ik mogelijkheden voor het algemeen verbindend verklaren van het plan. Daarbij wordt het meeste zekerheid verkregen via notificatie op basis van artikel 210 van de integrale gemeenschappelijke marktordening (iGMO). Deze route heeft echter het risico dat voor de vereiste notificatie een lange doorlooptijd benodigd kan zijn. Dit zou tijdige implementatie van het plan in de weg kunnen staan. Daarom heb ik ook alternatieven onderzocht.
Ik heb daarbij de mogelijkheid verkend het plan te borgen middels een ministeriële regeling op basis van de Landbouwwet. Daarmee kan het fosfaatreductieplan van ZuivelNL in een algemeen verplichtend voorschrift worden vervat.
Een dergelijke regeling dient door de zuivelondernemingen te worden uitgevoerd. In overleg met de betrokken partijen werk ik deze optie uit. Deze ministeriële regeling kan dan begin 2017 worden gepubliceerd en uiterlijk per 1 maart 2017 in werking treden.
Voerspoor varkenshouderij
Naast deze drie sporen ben ik in overleg met LTO en NVV over de uitwerking van een Plan van aanpak met de Nevedi, waarmee een bijdrage kan worden geleverd van 1 miljoen kilogram fosfaatreductie via het voerspoor in 2017. De sector heeft aangegeven dat de uitwerking, het in beeld brengen van de effecten en de besluitvorming zorgvuldig moet gebeuren. Uiterlijk eind januari zullen de varkenssector en Nevedi de besluitvorming hebben afgerond.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam