Ontvangen 6 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I wordt na onderdeel P een onderdeel toegevoegd, luidende:
Q
Na artikel 77 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De artikelen 21b, 22a, 23, derde tot en met zesde lid, 32a, 33Aa, 33Ab en 38a vervallen op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. De voordracht voor het koninklijk besluit, bedoeld in het eerste lid, wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp ervan aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der kamers der Staten-Generaal besluit niet in te stemmen met het ontwerp, wordt er geen voordracht gedaan en kan niet eerder dan zes weken na het besluit van die kamer der Staten-Generaal een nieuw ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal worden overgelegd.
II
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
De Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1, eerste lid, onderdeel aa komt te luiden:
varkensrecht of pluimveerecht;.
B
In artikel 26 wordt «varkensrecht of pluimveerecht» telkens vervangen door: productierecht.
C
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «het varkensrecht, pluimveerecht of fosfaatrecht» vervangen door «het varkensrecht onderscheidenlijk pluimveerecht» en «het varkensrecht, het pluimveerecht of fosfaatrecht door: het varkensrecht, onderscheidenlijk het pluimveerecht.
2. In het tweede lid wordt «het aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden, of kilogrammen fosfaat» vervangen door: het aantal varkenseenheden, onderscheidenlijk pluimvee-eenheden.
D
Artikel 29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt «op een groter aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden of kilogrammen fosfaat» vervangen door: op een groter aantal varkenseenheden of pluimvee-eenheden.
2. In onderdeel c vervalt: of 22a.
E
In artikel 31, tweede lid, wordt «met het aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden of kilogrammen fosfaat» vervangen door: met het aantal varkenseenheden of pluimvee-eenheden.
III
Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel IIa in werking op het tijdstip dat de in artikel 77a van de Meststoffenwet genoemde artikelen en artikelleden vervallen.
De indiener wil dat het stelsel van fosfaatrechten een tijdelijk karakter houdt en stelt daarom voor om het stelsel op een nader te bepalen moment af te schaffen. Ramingen wijzen uit dat de fosfaatproductie ook zonder rechtenstelsel op termijn onder het huidige fosfaatplafond zal zakken. Hij stelt voor om in principe uit te gaan van afschaffing per 1 januari 2023. Daarbij kan ook gekeken worden naar andere maatregelen die de groei van de melkveehouderij begrenzen, zoals de (huidige) grondgebondenheidseisen, en eventuele aanpassing van het fosfaatplafond.
Op deze wijze wordt tevens fiscale afschrijving van rechten mogelijk gemaakt.
Om parlementaire betrokkenheid te waarborgen stelt de indiener voor om een lichte voorhangprocedure op te nemen, zoals nu geldt ten aanzien van de afschaffing van dierrechten (artikel 77 van de Meststoffenwet). De onderdelen II en III zijn toegevoegd om ervoor te zorgen dat na het vervallen van het fosfaatrechtenstelsel de elders in de wet opgenomen verwijzingen hierop aangepast worden.
Dijkgraaf