Ontvangen 26 oktober 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel J, vervallen het derde tot en met vijfde subonderdeel.
II
In artikel I, onderdeel M, wordt aan artikel 33Ab een lid toegevoegd, luidende:
3. Bij algemene maatregel van bestuur, uiterlijk vast te stellen op 28 februari 2017, wordt het percentage vastgesteld waarmee het fosfaatrecht, bedoeld in het eerste lid, wordt verminderd. De vermindering vindt plaats in twee tranches, de eerste met ingang van 1 juli 2017 en de tweede met ingang van 1 januari 2018.
III
Artikel III wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw), eerste volzin, wordt na «vastgesteld» ingevoegd:, met dien verstande dat artikel II niet eerder in werking treedt dan 1 juli 2017.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Artikel I werkt terug tot en met 1 januari 2017.
De indiener is van mening dat al in 2017 er een forse daling moet zijn richting het fosfaatplafond om zo aan onze Europese verplichtingen en milieudoelstellingen te voldoen. Tevens is de indiener van mening dat melkveehouders zo snel mogelijk volstrekte duidelijkheid moet worden geboden omtrent toekenning van fosfaatrechten en de generieke afroming. De indiener wil dat de wet al in 2017 in werking treedt en dat fosfaatrechten begin 2017 al worden toegekend, op basis van de veestapel op 2 juli 2015. Vervolgens vindt de generieke korting in twee tranches plaats, zodat melkveehouders geleidelijk hun veestapel kunnen reduceren. De verhandelbaarheid van fosfaatrechten gaat pas per 1 januari 2018 in, waarmee wordt voldaan aan de eisen van de Europese Unie inzake staatssteun.
Grashoff