Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2022
Op 22 juli 2015 kwam te Nairobi tot stand het Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kenia tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen (Trb. 2015, nr. 114 en Trb. 2016, nr. 58) (hierna: «het Verdrag»).
Bij Koninklijke Boodschap van 8 juni 2016 is het voorstel van wet houdende goedkeuring van het Verdrag ter overweging aangeboden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstuk 34 492, nr. 1). De Kamerbehandeling van het Verdrag is echter op verzoek van mijn ambtsvoorgangers al enige tijd aangehouden omdat onduidelijk was of de goedkeuringsprocedure aan Keniaanse zijde zou worden afgerond (Kamerstuk 34 424, nr. 9).
Nederland heeft Kenia in 2021 wederom benaderd en geïnformeerd naar het ratificatieproces van het in 2015 ondertekende Verdrag, waarbij Nederland heeft aangegeven ook bereid te zijn om over een geheel nieuw Verdrag te onderhandelen. Relevant daarbij is dat het meest recente Nederlandse fiscale verdragsbeleid meer ruimte biedt om aan de wensen van ontwikkelingslanden tegemoet te komen dan bij de totstandkoming van het in 2015 ondertekende Verdrag. Kenia heeft laten weten dat het ratificatieproces is vastgelopen en heeft positief gereageerd op de uitnodiging om nieuwe onderhandelingen te starten. Momenteel staat een eerste onderhandelingsronde gepland voor het najaar van 2022. Gelet op het voorgaande, heb ik besloten om het wetsvoorstel in te trekken.
Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet hierbij in.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij